Ingediend | 30 mei 2017 |
---|---|
Beantwoord | 3 juli 2017 (na 34 dagen) |
Indiener | Kirsten van den Hul (PvdA) |
Beantwoord door | Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z07090.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2252.html |
Ja.
De Nederlandse regering heeft met veel zorg kennisgenomen van de recente ontwikkelingen rondom de positie van de LHBTI-gemeenschap in Indonesië, waaronder ook de aankondiging van de politiechef in West-Java dat hij een politie-eenheid op wil richten om LHBT’ers op te sporen en LHBT-activiteiten te monitoren.2
De aankondiging betreft een voornemen geuit door de politiechef in West-Java, Anton Charliyan, op 23 mei jl. De mondelinge aankondiging is vooralsnog niet gevolgd door concrete stappen tot oprichting van een politieteam. De schriftelijke formele aankondiging die nodig is om de politie-eenheid ook daadwerkelijk operationeel te maken, is (nog) niet verschenen. Dat betekent dat er momenteel in geen enkele provincie in Indonesië een dergelijke politie-eenheid actief is.
De bevordering en bescherming van gelijke rechten voor LHBTI’s is een prioriteit binnen het Nederlandse mensenrechtenbeleid. Nederland stelt gelijke rechten voor LHBTI’s wereldwijd aan de orde en zet zich in internationale fora, via het mensenrechtenfonds en in bilaterale relaties stelselmatig in voor de afschaffing van de strafbaarstelling van homoseksualiteit, het tegengaan van discriminatie en de bevordering van sociale acceptatie van LHBTI’s. Nederland benadrukt in reguliere contacten met de Indonesische overheid dan ook dat mensenrechten voor een ieder gelden, inclusief LHBTI’s, en dat burgers beschermd moeten worden tegen discriminatie en geweld, in lijn met internationale verdragen waar Indonesië partij bij is. De mensenrechtenambassadeur heeft tijdens zijn bezoek aan Indonesië van 1 t/m 12 mei 2017 de Nederlandse zorgen over de situatie van de LHBTI-gemeenschap aan de orde gesteld bij de Indonesische autoriteiten.
De Nederlandse regering heeft de kwestie opgebracht in EU-verband. Op 2 juni jl. voerde de EU-vertegenwoordiger in Jakarta een demarche uit namens de EU. Tijdens de demarche werden zorgen over recente ontwikkelingen rondom de positie van de LHBTI-gemeenschap, waaronder de uitspraken van de politiechef in West-Java, besproken met de Indonesische autoriteiten. De Indonesische autoriteiten brachten naar voren dat zij gecommitteerd zijn aan het beschermen en bevorderen van mensenrechten en zich in zullen zetten om een cultuur van straffeloosheid tegen te gaan.
De situatie van de LHBTI-gemeenschap in Indonesië zal later dit jaar ook besproken worden in het kader van de EU-Indonesië mensenrechtendialoog.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Homoseksualiteit is in Indonesië, met uitzondering van Atjeh, niet strafbaar. Daarnaast verbiedt Indonesische regelgeving het zaaien van haat, ook wanneer dit op grond van gender of seksuele oriëntatie geschiedt.
De strafbaarstelling van homoseksualiteit in Atjeh is mogelijk door invoering van lokale wetten op basis van de sharia. Tijdens zijn bezoek aan Indonesië is de mensenrechtenambassadeur specifiek ingegaan op deze discriminerende lokale wetten in gesprekken met de Indonesische autoriteiten.
Op internationaal niveau wordt de positie van LHBTI’s in Indonesië ook besproken in de VN Mensenrechtenraad.