Ingediend | 23 maart 2017 |
---|---|
Beantwoord | 6 juni 2017 (na 75 dagen) |
Indiener | Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
Beantwoord door | Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | arbeidsvoorwaarden bestuur organisatie en beleid werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z03967.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2005.html |
Ik heb hier kennis van genomen.
In de reisregeling is een urennorm opgenomen (zie de vraag hieronder). Wanneer een vliegreis 6 uur of langer duurt mag een ambtenaar business class vliegen. Dit is echter geen verplichting. Hoe vaak hiervan in 2017 gebruik is gemaakt is niet bekend.
Met ingang van 1 januari 2017 is het reisbeleid rijksbreed geharmoniseerd. Dit heeft geresulteerd in een wijziging van de Reisregeling buitenland. Hiermee wordt de ambtenaar in staat gesteld zowel na aankomst op de plaats van bestemming als na terugkomst in zijn woonplaats – en zo nodig tijdens de heen- en terugreis – zijn/haar werkzaamheden optimaal te verrichten en daarbij fit te zijn en te blijven. Korter durende reizen en reizen in het kader van een opleiding zijn altijd op basis van economy class.
In principe geldt de genoemde urennorm van 6 uur of meer voor alle ambtenaren die een dienstreis moeten maken ongeacht de functie of schaal. Er kan sprake zijn van een uitzondering vanwege bijvoorbeeld medische redenen.
Het uitgangspunt blijft dat de reizende ambtenaar in staat wordt gesteld om zijn werkzaamheden zowel na aankomst op de plaats van bestemming als na terugkomst optimaal te verrichten, en daarbij fit te zijn én te blijven. Tegelijkertijd zorgt het uniforme reisbeleid voor een kostenbewust, duurzaam en administratief eenvoudig beleid. Daarmee wil het Rijk werken als één concern, in binnen- én buitenland.
De vraag wordt zo gelezen dat wordt gedoeld op buitenlandse dienstreizen. Helaas is het gevraagde overzicht maar gedeeltelijk te geven. De gegevens kunnen niet uit één bron worden betrokken, en zijn bij de verschillende departementen vaak niet apart en/of op verschillende wijzen geadministreerd. Hieronder vindt u een overzicht van wat over de gevraagde jaren met behulp van de administratie van de centrale reisagent wel kon worden gevonden, met de beperkingen van die cijfers daarbij aangegeven:
Nee, prijzen verschillen per dienstreis en maatschappij.
Het tarief van tickets fluctueert dagelijks en er zijn diverse elementen die de prijs beïnvloeden, zoals het al of niet maken van een tussenstop of het gebruik maken van flexibele tickets.
Een ambtenaar kan in afwijking van het beleid kiezen voor economy class. De keuze is met één handeling te maken en kost geen extra moeite.
Een vergelijking met de omringende landen is niet gemaakt en er is ook geen voornemen dat te doen. Het is de bedoeling dat het beleid is toegesneden op het zo goed mogelijk realiseren van de doelen zoals geschreven in het antwoord op vraag 5. Een vergelijking met buitenlands beleid is vanuit dat oogpunt minder van belang.
Hierbij deel ik u mede dat de aan mij en de Minister van Buitenlandse Zaken gestelde vragen van het lid Sjoerdsma (D66) over de luxe reizen van ambtenaren die miljoenen euro’s kosten (ingezonden op 23 maart 2017), met kenmerk 2017Z03967, niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig. Wij wachten onder andere nog op informatie over het beleid ten aanzien van dienstreizen in de ons omringende landen. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.