Kamervraag 2017Z03966

Uitspraken van de minister in de Frankfurter Allgemeine Zeitung van 19 maart 2017

Ingediend 23 maart 2017
Beantwoord 28 maart 2017 (na 5 dagen)
Indiener Marianne Thieme (PvdD)
Beantwoord door Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA)
Onderwerpen internationaal internationale samenwerking
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z03966.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1512.html
  • Vraag 1
    Is het waar dat u in een interview met de Frankfurter Allgemeine Zeitung van 19 maart jongstleden de uitspraak heeft gedaan dat de lidstaten van de eurozone die tijdens de crisis in problemen zijn geraakt hun – en ik parafraseer – geld dan maar niet hadden moeten opmaken aan vrouwen en drank om vervolgens bij de anderen om steun aan te kloppen?1

    Nee dit klopt niet. Het correcte citaat in de Frankfurter Allgemeine Zeitung van 19 maart jongstleden in antwoord op een vraag over het belang van strikte naleving van de EU regels luidt:

  • Vraag 2
    Bent u bekend met het onderzoek dat een parlementaire onderzoekscommissie onder leiding van Zoi Konstantopoulou in juni 2015 heeft gepresenteerd, waarin werd geconcludeerd dat het merendeel van de Griekse staatsschuld onrechtmatig is aangegaan en onder internationaal recht kan worden aangeduid als «odieus»?2

    Ja.

  • Vraag 3
    Is het u bekend dat de Spaanse en Ierse staatsschulden op het moment van het uitbreken van de financiële crisis in september 2008 met respectievelijk 40 en 44 procent van het BBP tot de laagste van de eurozone behoorden?

    Uit de meest recente cijfers van Eurostat over de bruto geconsolideerde schuld van de overheid aan het einde van het derde kwartaal van 2008 blijkt dat Spanje destijds een staatsschuld had van 36,9%-BBP en dat Ierland een staatsschuld had van 38,6%-BBP. Alleen Luxemburg, Slovenië en Finland hadden toen een lagere staatsschuldratio.

  • Vraag 4
    Is het u bekend dat de sterke groei in Spaanse en Ierse staatsschulden vooral te wijten is aan de noodzaak om banken te redden die onoordeelkundig kredieten aan de private sector hadden verschaft?

    De sterke stijging van de Spaanse en Ierse staatsschulden sinds 2008 is toe te schrijven aan een combinatie van factoren. Het redden van banken met publieke middelen is daar één van. Oplopende begrotingstekorten waren ook een belangrijke oorzaak.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat gezien de feiten genoemd in vragen twee tot en met vier het geen pas geeft om te stellen dat de crisisstaten geld dan maar niet hadden moeten opmaken aan vrouwen en drank om vervolgens bij de anderen om steun aan te kloppen? Zo ja, bent u bereid excuses te maken voor deze uitspraak? Zo nee, waarom niet?

    In uw vraag wordt mijn uitspraak opnieuw onjuist weergegeven (zie mijn antwoord op vraag 1). In het interview heb ik het belang benadrukt van solidariteit en wederkerigheid in de unie en dat solidariteit met verplichtingen komt. Het is zeer onfortuinlijk dat er een link is gelegd met de genoemde programmalanden, dit heb ik noch zo gezegd noch zo bedoeld. Deze landen hebben een diepe crisis doorgemaakt, met zeer ingrijpende sociale gevolgen. Solidariteit was dan ook zeer op zijn plaats. Voor de verdere versterking van de EMU is het cruciaal dat solidariteit hand in hand gaat met het nemen van eigen verantwoordelijkheid voor het respecteren van de regels; een boodschap die voor alle landen geldt.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat het in uw positie onverantwoord is om een dergelijke uitspraak te doen tegen de achtergrond van de grote sociaaleconomische offers die de gewone Griek, Spanjaard en Ier sinds het uitbreken van de eurocrisis in 2010 hebben moeten brengen? Is dit het soort moreel leiderschap waar u in de Groene Amsterdammer van 8 maart jongstleden uw collega's toe opriep?3

    Zie antwoord vraag 5.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z03966
Volledige titel: Uitspraken van de minister in de Frankfurter Allgemeine Zeitung van 19 maart 2017
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-1512
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Thieme over uitspraken van de minister in de Frankfurter Allgemeine Zeitung van 19 maart 2017