Kamervraag 2017Z03381

Voedsel- en landbouwbeleid voor Caraïbisch Nederland

Ingediend 28 februari 2017
Beantwoord 23 mei 2017 (na 84 dagen)
Indieners Mustafa Amhaouch (CDA), Jaco Geurts (CDA)
Beantwoord door Martijn van Dam (staatssecretaris economische zaken) (PvdA), Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen internationaal internationale samenwerking
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z03381.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1928.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het bericht «Handelstekort Bonaire stijgt en daalt op Saba en Statia»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Onderkent u dat het handelstekort onder meer veroorzaakt wordt door het feit dat de eilanden niet zelfvoorzienend zijn als het om het aanbod van voedsel gaat, zodat veel voedsel moet worden geïmporteerd?

    Ja.

  • Vraag 3
    Onderkent u het probleem dat de armoede onder de bevolking van de eilanden mede een gevolg is van hoge voedselprijzen?

    Ja.

  • Vraag 4
    Is er een landbouw- dan wel voedselbeleid voor Caribisch Nederland? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u concreet aangeven wat dat beleid inhoudt, welke doelen zijn gesteld en welke middelen voor de uitvoering beschikbaar zijn?

    Tijdens de totstandkoming van de nieuwe Koninkrijkstructuur in 2010 zijn met de eilandbesturen over de afzonderlijke beleidsterreinen afspraken gemaakt over de rol- en bevoegdheidsverdeling. Met betrekking tot het landbouw- en voedselbeleid is afgesproken dat taken en bevoegdheden primair bij de afzonderlijke eilandbesturen (openbare lichamen) zouden komen te liggen. Het is daarmee primair aan de eilanden zelf om hier invulling aan te geven.
    Vanuit Europees Nederland worden het openbaar lichaam en andere partijen ondersteund met kennis en financiële middelen om te werken aan het verbeteren van de land- en tuinbouwsector. Voor deze ondersteuningsactiviteiten is een budget van € 150.000 per jaar beschikbaar gesteld voor de periode 2015–2017.
    Uit dit budget zijn verschillende projecten gefinancierd, zoals de revitalisering van het Tras Montagna-gebied (Bonaire) waarbij duurzame landbouw door kunukero's (boeren) en jongeren wordt bevorderd. Een ander project uit dit budget is het verduurzamen van de energievoorziening van een geitenbedrijf op Bonaire door het plaatsen van zonnepanelen.
    Daarnaast is er voor het opzetten van een expertisefunctie voor land- en tuinbouw op Bonaire een eenmalig budget van € 150.000.

  • Vraag 5
    Hoe draagt uw beleid bij aan «een voorzieningenniveau dat past binnen Nederland»?

    Naast het budget voor het opzetten van een expertisecentrum land- en tuinbouw op Bonaire kan het onder vraag 4 genoemde ondersteuningsbudget van € 150.000 hiervoor worden ingezet. Hierbij valt te denken aan het vergroten van het aanbod van voedsel van de eilanden zelf. Daarnaast kan er met dit ondersteuningsbudget desgewenst gewerkt worden aan oplossingen voor het verlagen van de kosten van de importen. Dit kan bijvoorbeeld via (onderzoek naar) een verbeterde agrologistiek waardoor de voedselimporten goedkoper kunnen worden.

  • Vraag 6
    Kunt u ter vergelijking van uw inspanningen op het gebied van landbouw- en voedselbeleid een overzicht geven van projecten, mensen en middelen die bijdragen aan natuurbescherming in Caribisch Nederland?

    Het Rijk heeft in Caribisch Nederland een aantal wettelijke taken op het gebied van natuur en visserij die voortvloeien uit de Wet Grondslagen Natuurbeheer en -bescherming BES en de Visserijwet BES.
    Daarnaast is het Koninkrijk der Nederlanden partij bij diverse internationale verdragen ter bescherming en behoud van natuur in onder meer het Caribisch gebied. Dit brengt de nodige verplichtingen met zich mee.
    In 2013 is voor een periode van 4 jaar eenmalig € 7,5 miljoen beschikbaar gesteld aan de openbare lichamen van Caribisch Nederland in de vorm van een bijzondere uitkering natuur Caribisch Nederland. Het doel hiervan is toekomstig natuurbehoud en het wegwerken van achterstallig onderhoud. De projecten die worden gefinancierd hebben in de praktijk vaak een integraal karakter, in de zin dat deze tevens het toerisme, de landbouw en de visserij raken. De reden hiervoor is dat natuur op de eilanden sterk verbonden is met toerisme, visserij en landbouw. Er zijn in dit kader 18 projecten gefinancierd en in uitvoering.
    Het reguliere natuurbudget voor Caribisch Nederland bedraagt € 260.000 voor wettelijke taken natuur en visserij en een budget van € 160.000 voor de uitvoering van het Natuurbeleidsplan Caribisch Nederland en stimulering visserij Caribisch Nederland.
    Daarnaast is voor onderzoek en monitoring ten behoeve van (duurzaam gebruik van) de natuur en de visserij in Caribisch Nederland voor de periode 2017–2020 jaarlijks € 420.000 gereserveerd.
    De ambtelijke inzet voor de uitvoering van dit beleid komt niet ten laste van bovenstaande budgetten.

  • Vraag 7
    Biedt de status van ultraperifeer gebied (UPG), gelet op de ondersteuning vanuit de Europese Unie met de Programma's van speciaal op het afgelegen en insulaire karakter van deze regio's afgestemde maatregelen (POSEI) ten behoeve van voedselzekerheid en landbouw, een mogelijke oplossing voor de hoge voedselkosten in Caraïbisch Nederland?

    De Caribische eilanden zijn niet aangewezen als ultraperifeer gebied en komen daardoor niet in aanmerking voor steun vanuit de POSEI-programma’s. Het is onduidelijk wat de precieze invloed zou zijn van POSEI op de voedselzekerheid, landbouw en voedselkosten in Caribisch Nederland. Zie ook het antwoord op vraag 8.

  • Vraag 8
    Klopt het dat in 2008 het uitgangspunt was dat voorlopig in relatie met de Europese Unie de status van landen en gebieden overzee gehandhaafd zou blijven, en dat de relatie tussen de Europese Unie en de BES-eilanden opnieuw bekeken zou worden? Kunt u reflecteren op de mogelijke lasten die de invoering van de UPG-status op dit moment met zich meebrengt, zoals het invoeren van het Europees Acquis met uitzonderingen als in de huidige ultraperifere gebieden van de Europese Unie, en de mogelijke lusten zoals Europese financiële ondersteuning?

    In de kabinetsreactie op het evaluatierapport Spies, d.d. 12 mei 2016, benadrukt het kabinet het eigen karakter van de openbare lichamen, dat ruimte biedt aan differentiatie, ook op het gebied van wet- en regelgeving. Het overnemen van het Europees acquis zou deze ruimte voor contextspecifieke wetgeving aanzienlijk beperken, omdat de ruimte voor uitzonderingen op het acquis beperkt is. Ook zouden de uitvoeringslasten voor de BES-eilanden groot zijn, gezien de omvang en complexiteit van het acquis en de beperkte grootte van het ambtelijk apparaat. Hoewel UPG’s toegang krijgen tot meerdere Europese (financiële) programma’s – zoals het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid – waar Landen en Gebieden Overzee (LGO) thans niet over beschikken, is het moeilijk te zeggen hoeveel hiervan terecht zou komen bij de BES-eilanden, gezien hun kleine inwonersaantal en relatief hoge bruto binnenlands product. Indien de bestuurders van de BES-eilanden de wens daartoe te kennen geven, zullen wij natuurlijk hierover het gesprek aangaan. Een eventuele toekomstige statuswijziging is echter, zoals hierboven al aangegeven, sinecure noch panacee.

  • Vraag 9
    Bent u bereid om gezamenlijk met de bestuurders van de BES-eilanden de mogelijkheid van de UPG-status of andere mogelijke oplossingen te bekijken?

    Zie het antwoord op vraag 8.

  • Mededeling - 21 maart 2017

    Op 28 februari 2017 zijn schriftelijke vragen gesteld door de leden Amhaouch en Geurts (beiden CDA) over voedsel- en landbouwbeleid voor Caraïbisch Nederland (kenmerk 2017Z03381). Deze vragen kunnen helaas niet binnen de gebruikelijke termijn aan uw Kamer beantwoord worden vanwege de benodigde interdepartementale afstemming. Ik zal u de antwoorden zo spoedig mogelijk doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z03381
Volledige titel: Voedsel- en landbouwbeleid voor Caraïbisch Nederland
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-1928
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Amhaouch en Geurts over voedsel- en landbouwbeleid voor Caraïbisch Nederland