Ingediend | 27 februari 2017 |
---|---|
Beantwoord | 6 april 2017 (na 38 dagen) |
Indiener | Harry van Bommel |
Beantwoord door | Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z03350.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1579.html |
Ja.
In Korukoy gold van 11 februari tot 2 maart een uitgaansverbod. Gedurende deze periode konden alleen personen die dringende medische zorg nodig hadden het dorp verlaten. Internet- en telefoonaansluitingen waren gedurende deze periode afgesloten. Volgens de Turkse autoriteiten was er sprake van een operatie gericht tegen PKK-strijders die zich in het dorp zouden bevinden. De Turkse autoriteiten hielden journalisten en mensenrechtenorganisaties tegen die gedurende deze periode probeerden het dorp binnen te komen. Berichten van mensenrechtenorganisaties en Koerdische politici over marteling, moord, vernielde woningen en andere mensenrechtenschendingen zijn reden tot zorg, maar kunnen nog niet worden geverifieerd.
Zie antwoord vraag 2.
Het is te betreuren dat de omstandigheden zodanig waren dat maatregelen als veiligheidszones met een beperking van de mobiliteit nodig zijn geacht. Deze maatregelen belemmeren het dagelijkse leven van burgers in deze gebieden en bemoeilijken hun bewegingsvrijheid. Dat is voor het kabinet reden tot zorg. Het kabinet heeft er al eerder op gewezen dat de maatregelen van de Turkse regering tegen terroristische dreigingen proportioneel moeten zijn.