Ingediend | 13 februari 2017 |
---|---|
Beantwoord | 24 maart 2017 (na 39 dagen) |
Indieners | Tjeerd van Dekken (PvdA), John Kerstens (PvdA) |
Beantwoord door | Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | arbeidsomstandigheden werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z02301.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1484.html |
Ja.
Of de signalen kloppen kan ik niet uit eigen waarneming of onderzoek bevestigen. In algemene zin kan ik wel zeggen dat intimidatie een ernstige zaak is en dat het van groot belang is dat zorgvuldig gehandeld wordt als werknemers ziek zijn, ook in het licht van de privacybescherming en het medisch beroepsgeheim. De werkgever is verplicht te zorgen voor gezonde werkomstandigheden en een beleid te voeren om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen.
FNV heeft haar bevindingen met de Inspectie SZW gedeeld en heeft recent aan de Inspectie een verzoek gedaan tot een nader onderzoek naar de arbeidsomstandigheden bij Primark (verzoek conform artikel 24, lid 7, Arbowet). Dit verzoek is door de Inspectie opgepakt en de komende periode wordt dit onderzoek uitgevoerd. Indien daartoe aanleiding is, zal het onderzoek uitgebreid worden naar de naleving van andere wetgeving waarop de Inspectie toezichtbevoegd is.
Zie antwoord vraag 2.
In de afgelopen jaren zijn er enkele inspecties geweest bij winkels van Primark in het kader van de Wet arbeid vreemdelingen en in verband met schoonmakers. Deze inspecties hebben geen aanleiding gegeven tot verder optreden.
Er zijn vanaf 2011 over de 16 vestigingen in Nederland een tiental klachten bij de Inspectie SZW ingediend, waarvan twee tot nader onderzoek hebben geleid. Er is een waarschuwingsbrief uitgegaan voor het ontbreken van een plan van aanpak bij de RI&E.
Zie voorts het antwoord op vraag 2 en 3.
Medezeggenschap van werknemers is van groot belang. Het is dan ook niet voor niets dat deze medezeggenschap is verankerd in onze Grondwet en verder is uitgewerkt in de Wet op de Ondernemingsraden. U stelt terecht dat elke onderneming waar in de regel ten minste 50 personen werkzaam zijn, verplicht is een OR in te stellen. Deze verplichting geldt ook voor vestigingen van Primark in Nederland. Dit is in het belang van het goed functioneren van de onderneming ten behoeve van het overleg met en vertegenwoordiging van de in de onderneming werkzame personen.
Indien een ondernemer weigert om een OR in te stellen dan kan iedere belanghebbende de kantonrechter verzoeken te bepalen dat de ondernemer gevolg dient te geven aan de wet en alsnog een OR instelt. De rechter kan het nakomen van deze plicht bevorderen door een sanctie te koppelen aan het niet nakomen. Er kan dan sprake zijn van een overtreding van de Wet economische delicten.
Op grond van de Wet op de Ondernemingsraden heeft de Inspectie SZW bovendien de bevoegdheid om de werkgever inlichtingen te vragen omtrent de instelling en het functioneren van een ondernemingsraad.
Uit de berichtgeving maak ik op dat een woordvoerder van Primark heeft verklaard dat Primark het nut van een OR erkent en dat er sinds een aantal maanden voorbereidingen worden getroffen om een OR op te richten. FNV Handel heeft aangegeven dat op 2 maart een constructief overleg heeft plaatsgevonden met de directie van Primark. Het bedrijf erkende daarbij dat er zaken zijn die op korte termijn moeten veranderen. Het heeft een aantal maatregelen aangekondigd die tot betere arbeidsomstandigheden moeten leiden. Daaronder is het oprichten van een ondernemingsraad genoemd. Met dat gesprek is het probleem daar aan de orde geweest waar het hoort: tussen werkgever en werknemer. Het is immers in de eerste plaats aan werknemers – daarbij al dan niet ondersteund door hun vertegenwoordigende organisaties – om werkgevers aan te spreken op het instellen van een OR.
Zoals ik heb aangegeven in het VAO arbeidsmarktbeleid van 22 februari jongstleden gaat mijn ministerie op korte termijn in gesprek met de kledingbranche over de arbeidsomstandigheden in filiaalbedrijven. In die gesprekken zal uiteraard gewezen worden op de wettelijke plicht om in alle vestigingen met meer dan 50 werknemers een OR in te stellen.