Ingediend | 7 februari 2017 |
---|---|
Beantwoord | 21 februari 2017 (na 14 dagen) |
Indiener | Carla Dik-Faber (CU) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | landbouw voedselkwaliteit |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z01890.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1253.html |
Ja. Het besproken onderzoek is de invulling van de Europese aanbeveling om tot monitoring van minerale oliën (MO) in voedingsmiddelen te komen, waarover ik uw Kamer in de beantwoording van eerdere Kamervragen2 heb bericht.
Het is juist dat het opstarten en uitvoeren van de voorgenomen monitoring van voedingsmiddelen en verpakkingen op MO geruime tijd in beslag zullen nemen. De resultaten van deze monitoring zijn nodig voor en zullen de basis vormen van nadere Europese besluitvorming. Eventuele wettelijke normen zijn dus inderdaad niet op korte termijn te verwachten. Dit betekent niet dat er in de tussentijd geen aanvullende maatregelen worden getroffen. De verantwoordelijke partijen, de producenten van voedingsmiddelen en de aanbieders van verpakkingsmaterialen, hebben maatregelen in gang gezet die de vervuiling van voedingsmiddelen met MO moeten reduceren. Het gaat hierbij om het in beeld brengen en het doorbreken van oorzaken van verontreiniging in het gehele productieproces.
Er is op dit moment onvoldoende zicht welke maatregelen relevant kunnen zijn om de blootstelling aan minerale oliën te verminderen. Bovendien is het, zoals ik in het antwoord op vraag 2 heb aangegeven, op dit moment nog niet mogelijk om tot normstelling over te gaan. Daarnaast zijn andere wettelijke verplichtingen denkbaar, zoals die van het gebruik van verpakkingen met een «functionele barrière» (een laag die voorkomt dat MO in het voedingsmiddel kunnen komen). Ook voor dergelijke verplichtingen geldt, dat de maatregel controleerbaar moet zijn en dat die dus niet genomen kunnen worden voordat analysemethoden beschikbaar en ingevoerd zijn. Ik hecht er aan dat we in Europees verband snel zicht krijgen op aangrijpingspunten om tot normstelling over te gaan, en heb dit dan ook actief onder de aandacht gebracht.
De voorbereiding van de monitoring van voedingsmiddelen en verpakkingen is weliswaar vorig jaar van start gegaan, maar de daadwerkelijke uitvoering daarvan moet nog van start gaan. Er zijn dan ook geen uitspraken te doen over de effectiviteit van specifieke MO-werende maatregelen, zoals het gebruik van bepaalde verpakkingsvormen.
Het is aan de producenten van voedingsmiddelen om na te gaan of hun producten verontreinigd zijn met MO, wat de bron daarvan is en of het gebruik van één van de bedoelde verpakkingsvormen het probleem zou kunnen oplossen. Onderzoek naar en kennisoverdracht over verpakkingsoplossingen worden verzorgd door het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken4, een initiatief van overheid en bedrijfsleven.
De EFSA heeft een coördinerende rol in het benodigde toxicologische onderzoek. Zij heeft in 2012 een uitgebreide screening en beoordeling gedaan van de bestaande literatuur over minerale oliën in voeding. De beschikbare informatie bleek onvoldoende voor het afleiden van een waarde voor MOSH en/of MOAH die toxicologisch acceptabel is bij dagelijkse inname. EFSA constateerde dat meer toxicologisch onderzoek nodig was en heeft in 2013 een call5 uitgebracht voor onderzoeksvoorstellen op dit gebied. Binnen enkele weken wordt een rapport in het kader van deze call verwacht.
Zie antwoord vraag 5.
Op aandringen van Nederland houdt de Europese Commissie overzicht over de acties die in de lidstaten in het kader van de aanbeveling worden voorbereid. In dat kader heeft de Commissie de lidstaten opgeroepen om op haar lijst met beoogd te onderzoeken voedingsmiddelen aan te geven welke producten daarvan zullen worden onderzocht. Op 25 november jl.6 gaf de Commissie aan dat drie lidstaten (waaronder Nederland) gehoor hadden gegeven aan deze oproep. Met andere lidstaten was de Commissie op dat moment nog in gesprek.
Het is mij niet bekend welke productgroepen ieder van de lidstaten zullen onderzoeken. De Commissie bewaakt dat alle belangrijke productgroepen (en hun verpakkingen) worden onderzocht.
De voorbereiding van de monitoring is nog in volle gang. Er is inmiddels een prioritering en volgorde aangebracht in het onderzoek van beoogde producten op basis van de lijst met producten van de Commissie. Dit is gedaan op basis van:
De monitoring vindt plaats in verschillende Europese landen; de vraag of er voldoende dekking is en of het aantal te onderzoeken producten voldoende is, kan dan ook alleen op Europese schaal worden beantwoord. De Europese Commissie speelt hierbij een coördinerende rol.
Ja, ik ben op de hoogte van het feit dat verschillende laboratoria analyses op MO aanbieden. Die laboratoria kunnen echter niet worden ingezet voor de monitoring. Er is immers nog geen internationaal gestandaardiseerde methode voor de analyse van lage gehalten aan MO zoals die in voedingsmiddelen en verpakkingen voorkomen. Hierdoor is er onvoldoende garantie dat de resultaten betrouwbaar en reproduceerbaar zijn, ook al zijn de betreffende laboratoria geaccrediteerd.
Bij afwezigheid van een gestandaardiseerde methode werkt het Joint Research Centre van de Commissie aan instructies voor een bruikbare methode. Dit gebeurt in samenwerking met het Duitse Bundesinstitut für Risikobewertung (BfR).
De monitoring levert resultaten op van gehalten aan MO in voedingsmiddelen en hun verpakkingen en geeft geen informatie over mogelijke bronnen eerder in het productieproces; voor de interne kwaliteitsbewaking bij de bedrijven is deze informatie daarom onvoldoende. Afgezien daarvan verwacht ik van bedrijven dat zij niet wachten op uitslagen van overheidsonderzoek, maar dat zij voordien al gericht onderzoek doen naar de mogelijke verontreiniging en de bronnen daarvan.
Wat de openbaarmaking van de monitoringgegevens betreft, is het streven van de NVWA om resultaten openbaar te maken. Of dat in dit geval mogelijk is, hangt af van veel factoren, onder andere van de dekkingsgraad van het onderzoek.