Ingediend | 27 januari 2017 |
---|---|
Beantwoord | 14 februari 2017 (na 18 dagen) |
Indiener | Keklik Yücel (PvdA) |
Beantwoord door | Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | arbeidsvoorwaarden organisatie en beleid werk zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z01219.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1192.html |
Ja
Ouders geven gezamenlijk invulling aan de verdeling van taken op het gebied van arbeid, zorg en andere verantwoordelijkheden binnen hun gezin en wegen daarbij zelf verschillende regelmogelijkheden en financiële gevolgen tegen elkaar af. Het vraagt om extra aandacht wanneer vaders wel gebruik zouden willen maken van ouderschapsverlof maar zij het financieel niet haalbaar achten. Om een evenwichtige verdeling van arbeid en zorg financieel mogelijk te maken is met het Belastingplan 2016 de IACK verhoogd waardoor het voor de minst verdienende partner lonender is geworden om meer uren te gaan werken. Het is belangrijk om ouders hierover goed te informeren. Het Ministerie van OCW laat daarom een budgettool ontwikkelen waarmee de financiële gevolgen van een andere verdeling van arbeid voor het gezinsinkomen beter inzichtelijk worden gemaakt. Door de werking van heffingskortingen en de inkomensafhankelijke kinderopvangtoeslag valt een gelijkere verdeling van arbeid in veel gevallen financieel gunstiger uit.
De bevindingen uit het voornoemde onderzoek laten zien dat partners zich ervan bewust zijn dat persoonlijke keuzes over arbeid en zorg gevolgen hebben voor de tijdbesteding en rol van de partner, maar dat dit in veel gevallen bij de vaders niet leidt tot de behoefte om arbeid- en zorgtaken anders te verdelen. Het onderzoek van Rutgers laat namelijk ook zien dat 84 procent van de vaders tevreden of zeer tevreden is met de huidige rolverdeling. Als verklaring hiervoor ziet Rutgers een relatie tussen de voorkeuren voor taakverdeling van ouders en de rol die hun eigen vader heeft vervuld. Dit laat zien dat niet alleen praktische overwegingen, maar ook dieper liggende overtuigingen ten grondslag liggen aan de voorkeuren in de taakverdeling.
Zoals is beschreven in de brief Arbeid en zorg van 16 december jl.3 zet het kabinet zich in voor een evenwichtigere verdeling van arbeid en zorg tussen partners. Daarbij richt het kabinet zich op het wegnemen van praktische belemmeringen, onder meer door de uitbreiding kraamverlof en de verbeterde toegankelijkheid van kinderopvang. Ook zet ik samen met mijn collega van OCW in op het vergroten van het bewustzijn van de consequenties van rolpatronen en culturele voorkeuren via o.a. een cultuurcampagne, de ontwikkeling van een online budgettool die inzicht geeft in de financiële mogelijkheden en consequenties van verschillende arbeid- en zorgverdelingen en door de financiering van regionale projecten gericht op de economische zelfstandigheid van vrouwen. Deze maatregelen zullen niet alleen van invloed zijn op de taakverdeling van de huidige generatie ouders, maar zorgen er ook voor dat vaders voor hun kinderen een voorbeeldfunctie kunnen vervullen en daarmee de verdeling van arbeid en zorgtaken die de toekomstige generatie ouders zal maken, mede bepalen.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Kinderopvangorganisaties, scholen en geboortezorg bieden ouders professionele en vakkundige ondersteuning en begeleiding bij de opvoeding en ontwikkeling van kinderen, maar mengen zich niet in de manier waarop ouders onderling de taken verdelen. Wel is het kabinet van mening dat professionals die te maken krijgen met ouders van jonge kinderen zich bewust zouden moeten zijn van het belang om zich bij de opvoeding van jonge kinderen niet exclusief op moeders te richten. Daarom heeft de Minister van OCW het project Zorgend Ouderschap gefinancierd dat stimuleert dat beide ouders worden aangesproken en betrokken bij de opvoeding van kinderen. Ook heeft de Minister van OCW in het kader van het project Kracht on Tour met een aantal grote landelijk georganiseerde werkgevers afspraken gemaakt over hun rol bij het met jonge ouders bespreken van gelijkwaardige zorgafspraken. Daarnaast is informatie over de mogelijkheden om werk- en zorgtaken onderling te verdelen beschikbaar via diverse andere kanalen, zoals websites en tijdschriften die zich speciaal richten op jonge ouders en natuurlijk via de belangenbehartigers van ouders in de kinderopvang en het onderwijs. Extra afspraken in aanvulling op bovenstaande initiatieven acht ik nu niet nodig.
In de brief Arbeid en zorg4 aan de Kamer heb ik geschreven dat overbelasting door de combinatie van arbeid en zorg kan leiden tot fysieke of geestelijke gezondheidsklachten. Uit onderzoek van het SCP5 blijkt dat vanwege de emotionele belasting combinatiedruk vaker wordt ervaren bij de combinatie van mantelzorg met werk (in 23 procent van de gevallen) dan bij het combinatie van zorg voor kinderen met werk (16 procent). Uit datzelfde onderzoek blijkt verder dat vrouwen bij de combinatie van kindzorg en werk vaker druk ervaren (18 procent) dan mannen (15 procent). Dit lijkt te maken te hebben met de verdeling van arbeid en zorg. Hoewel mannen tijdens de gezinsfase – van 31 tot 45 jaar – in totaal meer uren besteden aan de combinatie van werk, zorg en scholing (56 uur tov 50 uur per week door vrouwen), nemen vrouwen aanzienlijk meer zorgtaken voor hun rekening binnen het huishouden.6 Volgens een andere onderzoek van het SCP zouden vrouwen meer gejaagdheid en drukte ervaren doordat hun vrije tijd meer dan bij mannen in het teken staat van het reilen en zeilen van het huishouden.7 Met deze onderzoeken is de samenhang tussen overbelasting en de verdeling van arbeid en zorg in beeld gebracht en zie ik momenteel geen aanleiding om verder onderzoek te laten uitvoeren.
De uitbreiding van drie dagen betaald kraamverlof is een van de maatregelen die in de brief Arbeid en zorg zijn gepresenteerd om een evenwichtige taakverdeling te stimuleren. Uit een internationale vergelijking van de OESO blijkt namelijk dat vaders die kort na de geboorte van hun kind kraamverlof opnemen ook later meer betrokken zijn bij de opvoeding van hun kinderen en dus ook voor de periode na het verlof meer zorgtaken op zich nemen.
Zie antwoord vraag 7.
Women Inc komt, in samenwerking met Great place to work, tot de conclusie dat bedrijven waar gemiddeld meer werknemers aangeven te worden aangemoedigd om een goede en werkbare balans tussen werk en privé aan te brengen, het beter doen op het gebied van verzuim, groei in omzet, verloop, aantal sollicitaties en aandeel vrouwen in senior management posities. Het onderzoek is uitgevoerd onder bedrijven uit verschillende sectoren en variërend van multinationals tot het midden- en kleinbedrijf waardoor een herhaling van dit onderzoek niet nodig is. Deze en andere signalen9 10 laten zien dat steeds meer werkgevers het belang van zorgvriendelijke werkgeverschap inzien. Om werkgevers te helpen hun personeelsbeleid hier goed op af te stemmen is op de Arbeid- en Zorgbijeenkomst van 31 oktober jl. de werkgeverscan Zorgvriendelijk.nl gelanceerd. Aan de hand van het beantwoorden van een vragenlijst krijgt de werkgever via deze website advies op maat over zorgvriendelijk werkgeverschap.
Uit onderzoek blijkt dat vaders die vanaf de geboorte bij de zorg voor het gezin zijn betrokken, ook later meer zorgtaken op zich nemen.11 Naarmate de vader meer zorgtaken op zich neemt, ontstaat er voor de moeder ruimte om meer te gaan werken en op die wijze zou haar inkomenspositie en economische zelfstandigheid verder kunnen ontwikkelen en verbeteren. Daarnaast blijkt uit ditzelfde onderzoek dat betrokkenheid van de vader bij de opvoeding positief is voor de ontwikkeling van het kind. Kraamverlof voor de vader/partner stimuleert deze mogelijke effecten. Een eerste stap in uitbreiding van het kraamverlof is het Wetsvoorstel tot wijziging van de Wet arbeid en zorg dat thans in uw Kamer voorligt ter behandeling12.
Vooruitlopend op de beoogde inwerkingtredingsdatum is er geen wettelijke basis voor kraamverlof anders dan de huidige regeling die voorziet in twee dagen verlof met behoud van loon. Het is dan aan sociale partners om bij cao aanvullende afspraken over kraamverlof over te maken. Zoals is vermeld in de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel dat voorziet in uitbreiding van het kraamverlof is in een aantal cao’s al een dergelijke bepaling opgenomen. Ook in de individuele arbeidsovereenkomst kan worden voorzien in een aanvulling op het wettelijke kraamverlof.14
Ja