Ingediend | 13 januari 2017 |
---|---|
Beantwoord | 27 januari 2017 (na 14 dagen) |
Indiener | Carla Dik-Faber (CU) |
Beantwoord door | Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | bodem natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z00316.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1065.html |
Ik heb uw Kamer op 22 november 2016 (Kamerstuk 33 529, nr. 316) geïnformeerd over het feit dat er nog ruimte beschikbaar is onder het geldende winningsplan om gas uit de put Vries-10 te produceren. Put Vries-10 is geboord ter vervanging van een andere put, waarvan de productie jaren geleden is beëindigd vanwege een te hoge waterproductie. NAM heeft Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) gevraagd om aan te geven of productie uit put Vries-10 is toegestaan. SodM heeft geconstateerd dat de grenzen van het vigerende winningsplan met het in gebruik nemen van put Vries-10 de komende twee jaar naar verwachting niet zullen worden overschreden en dat er op basis van het vigerende winningsplan gestart kan worden met de productie uit deze put. NAM voldoet hiermee dus aan de vereisten en mag op basis daarvan een aanvang maken met de productie. NAM heeft de productie uit de put Vries-10 inmiddels opgestart.
Ja, ik ben er mee bekend dat er ongerustheid bij de omwonenden is. Ik begrijp deze ongerustheid, zeker tegen de achtergrond van hetgeen in Groningen heeft plaatsgevonden. Daarom vind ik het belangrijk dat er voor alle kleine velden in Nederland een seismische risicoanalyse wordt uitgevoerd. Ik heb daarom in de gewijzigde Mijnbouwwet, die sinds 1 januari 2017 van kracht is, opgenomen dat elk nieuw of gewijzigd winningsplan een seismische risicoanalyse moet bevatten.
Daarnaast heb ik TNO gevraagd om onafhankelijk een seismische risicoanalyse uit te voeren voor alle kleine velden op land. Deze analyse van TNO heb ik op 24 juni 2016 (Kamerstuk 33 529, nr. 275) aan uw Kamer toegestuurd. Uit deze analyse blijkt dat het seismische risico voor het Vries-veld in de laagste risicocategorie ligt. Dit betekent echter niet dat er geen bevingen kunnen voorkomen. Voor velden in de laagste risicocategorie volstaat, conform de procedure met betrekking tot de seismische risicoanalyse, monitoring van seismiciteit met behulp van het huidige KNMI geofoon- en versnellingsmeternetwerk.
Ik heb inderdaad in mijn brief van 22 november 2016 aangegeven dat eerder is gezegd dat «in alle gevallen waarbij op basis van boringen besloten wordt om gas te gaan winnen, een nieuw of gewijzigd winningsplan ingediend moet worden». Ik heb daarbij ook aangegeven dat er zich situaties voor kunnen doen waarbij er nog wel ruimte is binnen het vigerende winningsplan om te winnen uit een nieuwe productieput. Dit is het geval bij het Vries-veld. In het geval van de put Vries-10 is al op basis van een eerdere put aan NAM toestemming gegeven gas te winnen uit dit deel van het Vries-veld en dit is vastgelegd in het vigerend winningsplan. Put Vries-10 is geboord ter vervanging van deze eerdere put, waarvan de productie jaren geleden is beëindigd vanwege een te hoge waterproductie.
Ja, ik ben bekend met de inhoud van het advies van Staatstoezicht op de Mijnen. In mijn antwoord op vraag 2 heb ik aangegeven dat er inderdaad een kans op beven is. Dit betekent dat er ook een kans op schade is.
De kans op een beving en de mogelijke schade daardoor is een risico dat gaswinning met zich mee brengt. Daarom is het van belang dat de winning zodanig wordt uitgevoerd, dat schade zoveel mogelijk wordt beperkt of voorkomen. Dit uitgangspunt staat centraal bij de beoordeling van de winningsplannen en op deze wijze is ook het vigerende winningsplan beoordeeld. Daarnaast houdt SodM toezicht op de winning en kan zij, indien gebeurtenissen of de monitoring daar aanleiding toe geeft, ingrijpen.
Ik ben niet bekend met deze toezeggingen van NAM. NAM is verantwoordelijk voor zijn eigen communicatie en het nakomen daarvan. Ik speel daar geen rol in.
Ja, ik vind maatschappelijk draagvlak belangrijk en zeker in de transitie die nodig is om te komen tot een duurzame samenleving. Ik heb daarom onder andere een Energiedialoog gehouden, die mede heeft geleid tot de Energieagenda die onlangs is verschenen en waarin mijn visie op het energiebeleid tot 2050 wordt geschetst. In de Energieagenda heb ik ook aangegeven dat aardgas een belangrijke rol speelt in de transitie. Ook op het pad naar de ambities van het Klimaatakkoord van Parijs zal gas als minst vervuilende fossiele brandstof nog lang een belangrijke rol spelen in de transitie.
Het vigerende winningsplan is goedgekeurd op basis van de toen geldende mijnbouwwetgeving. Dat betekende dat het ter advies voorleggen van het besluit aan de regionale overheden nog geen onderdeel van de wettelijke procedure was. Echter het besluit tot instemming met een gewijzigd winningsplan stond wel open voor bezwaar en beroep.
De mogelijkheid van het indienen van zienswijzen door burgers bij een gewijzigd winningsplan was geen onderdeel van de wettelijke procedure. Dit wil echter niet zeggen dat besluiten met betrekking tot winningsplannen onzorgvuldig tot stand kwamen. De beoordeling van deze winningsplannen en de besluiten daarover zijn altijd gebaseerd op de adviezen van SodM, Tcbb en TNO.
Daarnaast heb ik TNO gevraagd om onafhankelijk seismische risicoanalyses uit te voeren voor alle kleine velden op land. Deze analyse van TNO heb ik op 24 juni 2016 (Kamerstuk 33 529, nr. 275) aan uw Kamer toegestuurd. In deze seismische risicoanalyses worden ook de factoren bevolkingsdichtheid, industriële inrichtingen, speciale gebouwen en vitale infrastructuur meegenomen. Op basis van deze analyses is er geen aanleiding om in te grijpen in het vigerende winningsplan uit 2011.
Ik ben geen partij geweest in de overleggen tussen de regionale bestuurders en NAM en ken ook de inhoud van deze gesprekken niet.
Ik heb conform de gewijzigde Mijnbouwwet, die nu van kracht is, de betrokken gemeenten om advies gevraagd over het geactualiseerde winningsplan Westerveld, waar de put Vries-10 onderdeel van uitmaakt. In dit kader hebben de colleges van burgemeester en wethouders mij geadviseerd om mijn toezegging jegens NAM om binnen de bestaande vergunning te mogen winnen uit de nieuw geboorde put (put Vries-10) in te trekken en NAM op te dragen hiervoor de uitkomst van de procedure voor het geactualiseerde winningsplan af te wachten.
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 1 heeft NAM de productie uit de put Vries-10 reeds opgestart.
Alle adviezen die uitgebracht worden in het kader van de behandeling van het geactualiseerde winningsplan, zullen geadresseerd worden in mijn voorlopige instemmingsbesluit betreffende het winningsplan Westerveld en daarmee ook openbaar zijn.
Zie mijn antwoorden op vraag 1 en vraag 8.