Ingediend | 11 januari 2017 |
---|---|
Beantwoord | 23 januari 2017 (na 12 dagen) |
Indieners | Linda Voortman (GL), Rik Grashoff (GL) |
Beantwoord door | Klaas Dijkhoff (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | europese zaken internationaal migratie en integratie organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z00216.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1000.html |
Ja.
Via het noodhulpinstrument van de Europese Commissie heeft Nederland bijgedragen aan de opvang van asielzoekers in Griekenland. In 2016 is via dit instrument in april 2016 € 83 miljoen en in september 2016 nog eens € 115 miljoen (totaal € 198 miljoen) door de Commissie beschikbaar gesteld. Hiernaast draagt Nederland bilateraal bij. Zo heeft de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in het licht van de acute noden als gevolg van de winterse weersomstandigheden aangekondigd € 100.000 extra beschikbaar te zullen stellen. Deze bijdrage is via lokale Griekse ngo’s die geen directe toegang hebben tot Europese financiering, maar wel in staat zijn direct bij te dragen aan de verbetering van de opvang op de Griekse eilanden, ingezet.
Eind 2016 heeft de Commissie voor de verbetering van de omstandigheden van migranten, waaronder «winterization»-maatregelen, € 52 miljoen tot en met 2017 beschikbaar gesteld. Op verzoek van Servië heeft de Commissie daarnaast een bedrag van € 3 miljoen extra beschikbaar gesteld voor voedsel en medische hulp aan vluchtelingen in de opvang. De Servische autoriteiten werken sinds afgelopen najaar nauw met UNHCR samen om de opvang winterbestendig te maken. UNHCR stelde in 2016 € 20 miljoen en € 11 miljoen voor 2017 beschikbaar. Oude opvanglocaties zijn of worden gerenoveerd en er worden diverse tijdelijke nieuwe opvangplekken opgezet. De Commissie en UNHCR houden de situatie in de opvanglocaties in Servië nauwlettend in de gaten. Nederland draagt naar rato bij aan de fondsen die de Commissie en UNHCR beschikbaar stellen voor Servië. Hoewel er een aantal officiële opvangplekken beschikbaar en aangeboden is, kiest een groot aantal migranten er voor om daar geen gebruik van te maken en veelal te verblijven in het centrum van Belgrado. Een kleine groep verkiest te verblijven in onofficiële kampen in de buurt van de Servisch-Hongaarse grens.
Op de Griekse eilanden verblijven nog migranten in tenten. De Griekse autoriteiten, ondersteund door de Commissie, UNHCR en ngo’s, zoeken naar alternatieve accommodaties. Zo zijn op verschillende eilanden met name kwetsbare migranten ondergebracht in appartementen en hotels, worden er verwarmde woonunits geplaatst en worden tenten geïsoleerd, voorzien van verwarming of vervangen door wintertenten. In dit kader zijn 130 kwetsbare migranten, met name families met kinderen die in tenten verbleven, door UNHCR in samenwerking met de lokale ngo Iliaktida tijdelijk in hotels ondergebracht. Ruim 200 migranten zijn ondergebracht in opvangfaciliteit Kara Tepe, waarvan de opvangcapaciteit in de komende weken verder wordt uitgebreid. Ook proberen de Griekse autoriteiten en UNHCR migranten die behoren tot een kwetsbare groep, en daarmee in aanmerking komen voor transfer naar het vasteland, sneller naar het vasteland over te brengen. Hiernaast heeft de Griekse overheid een marineschip naar Lesbos gestuurd met capaciteit voor 300 personen, al heeft daar tot dusver slechts een beperkt aantal migranten gebruik van willen maken. Dergelijke winterse weersomstandigheden op de eilanden zijn overigens uitzonderlijk.
In haar achtste voortgangsrapportage over herplaatsing, heeft de Europese Commissie een overzicht gegeven van het aantal alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) in Griekenland dat in aanmerking komt voor herplaatsing.2 Blijkens dit rapport waren nog niet alle amv’s die in beeld zijn van de Griekse autoriteiten, volledig geregistreerd met het oog op de herplaatsing. Dat moet gebeuren zodat de herplaatsing kan plaatsvinden. Daarnaast constateert het kabinet dat er wel een toegenomen bereidheid is onder lidstaten om amv’s te herplaatsen. Evenwel blijkt uit de eigen Nederlandse ervaring dat, wanneer Nederland overplaatsing van amv’s aanbiedt en daartoe dossiers aanvraagt, het aanleveren van dossiers van amv’s door de Griekse autoriteiten in de praktijk soms achterwege blijft. Dat heeft het kabinet ook toegelicht in zijn brief van 29 november 2016. Kortom, er zijn aan beide zijden inspanningen nodig om de herplaatsing van amv’s vlot te laten verlopen.
In de Raadsbesluiten3 van 14 en 22 september 2015 is het uitgangspunt vastgelegd dat lidstaten in beginsel beschikken over een maximale termijn van twee maanden om de herplaatsing te realiseren. Onder bepaalde omstandigheden kan deze termijn van twee maanden met twee of vier weken worden verlengd. Deze termijn van twee maanden start op het moment dat een lidstaat te kennen heeft gegeven hoeveel asielzoekers, die in aanmerking komen voor herplaatsing, kunnen worden ontvangen. Krachtens de Raadsbesluiten moeten lidstaten immers op gezette tijden meedelen hoeveel verzoekers snel op hun grondgebied kunnen worden herplaatst. Deze termijn is vaak ook nodig om een zorgvuldige herplaatsing te kunnen realiseren. Het kabinet vindt het belangrijk dat lidstaten, net als Nederland, deze maximale termijn respecteren, met uitzondering uiteraard van die situaties waarin de omstandigheden (bijvoorbeeld objectieve praktische belemmering) een verlenging toelaten. Wat betreft de termijn ten opzicht van de winterse omstandigheden, vindt het kabinet dat de focus moet liggen op het snel winterbestendig maken van de opvang.
Het kabinet verwijst naar de beantwoording van schriftelijke vragen van het lid Voortman van 21 december jl. waarin uitgebreid is ingegaan op de werking van EU-afspraken over het herplaatsen van migranten uit Griekenland.4
Het kabinet vindt het belangrijk dat de opvangfaciliteiten voor asielzoekers in Griekenland er structureel op ingericht zijn deze mensen een onderkomen te bieden dat hen beschermt tegen de winterkou. Dit is waar op korte termijn in geïnvesteerd moet worden. Daarnaast merkt het kabinet op dat, gelet op de uitgangspunten van de EU-Turkije Verklaring van 18 maart 2016, de asielzoekers op de eilanden in beginsel niet in aanmerking komen voor herplaatsing.
Dat klopt, tot aan de maximum aantallen die in de betreffende Raadsbesluiten zijn neergelegd.