Ingediend | 30 december 2016 |
---|---|
Beantwoord | 22 februari 2017 (na 54 dagen) |
Indieners | Mei Li Vos (PvdA), Mohammed Mohandis (PvdA) |
Beantwoord door | Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD), Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie media |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z25039.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1250.html |
Ja.
Ingevolge het beheerscontract tussen de Belgische Staat en Belgische Post (hierna: bpost) was deze laatste verantwoordelijk voor de distributie van erkende kranten en tijdschriften.3 De Europese Commissie oordeelde in een beslissing van 2 mei 2013 dat de compensatie verstrekt door de Belgische Staat aan bpost voor de bezorging van erkende kranten en tijdschriften voor de periode 2013–2015 verenigbaar is met de interne markt, op voorwaarde dat de toewijzing van de dienstenconcessie zou plaatsvinden via een openbare, transparante en niet-discriminerende aanbestedingsprocedure. Deze aanbestedingsprocedure heeft plaatsgevonden en bpost was de enige overgebleven kandidaat nadat twee andere bedrijven zich hadden teruggetrokken. De Belgische Staat heeft daarop in november 2015 met bpost een concessieovereenkomst voor de uitvoering van de zogenoemde DAEB (dienst van algemeen economisch belang) persdistributie voor vijf jaar gesloten.
Bpost is daarbij gebonden aan kwaliteitseisen, onder meer een vervroegde bezorging van erkende kranten van maandag tot vrijdag (behalve op feestdagen), met name vóór 07.30 uur en op zaterdag vóór 10 uur en de bezorging van erkende tijdschriften 5 dagen per week. Bpost is ingevolge de opgedragen DAEB persdistributie verplicht om op het hele Belgische grondgebied te bezorgen.
Deze concessieovereenkomst is door de Europese Commissie onderzocht op verenigbaarheid met de interne markt en de regels inzake staatssteun voor diensten van algemeen economisch belang. Bij besluit van 3 juni 2016 heeft de Europese Commissie de DAEB persdistributie aangemerkt als toelaatbare staatssteun voor bpost.4
In dit besluit van de Europese Commissie wordt aangegeven wat de verwachte maximale jaarlijkse compensatie is voor bpost. Deze loopt voor erkende kranten van maximaal € 125 miljoen in het jaar 2016 af naar maximaal € 112, 5 miljoen in 2020 en voor erkende tijdschriften van maximaal € 75 miljoen in 2016 af naar maximaal € 62,5 miljoen in het jaar 2020. De daadwerkelijke bedragen worden berekend aan de hand van de formule die de Europese Commissie in haar besluit heeft opgenomen en zijn onder meer afhankelijk van het aantal bezorgde kranten of tijdschriften.5
De Europese Commissie heeft bij haar beoordeling van de DAEB persdistributie getoetst of er door België een methodiek wordt gehanteerd die ervoor zorgt dat de compensatie aan bpost niet hoger zal uitvallen dan de kosten van de taken van de openbare dienst. Dit compensatiemechanisme bevat ook prikkels om de efficiëntie en kwaliteit van deze publieke dienst te verbeteren. Bovendien zorgt dit mechanisme ervoor dat er geen overcompensatie is voor bpost. Dit moet concurrentieverstoringen tot een minimum beperken, aldus de Commissie.
Hoewel de Belgische mediabedrijven en krantenuitgevers aan bpost tarieven moeten betalen voor de bezorging van de erkende kranten en tijdschriften die zij via bpost willen laten verspreiden, kan ik niet uitsluiten dat dit tarieven zijn die lager zijn dan de tarieven die Belgische mediabedrijven en krantenuitgevers zouden hebben moeten betalen als bpost geen compensatie van de Belgische overheid zou hebben gekregen. Uit de opmerkingen van de Belgische autoriteiten zoals deze zijn weergegeven in voornoemde beslissing van de Europese Commissie leid ik af dat het ontbreken van de compensatie vanwege de DAEB persdistributie een effect zal hebben op zowel het tijdstip van bezorging als de prijs die bpost in rekening zou brengen bij uitgevers, teneinde de daadwerkelijke waarde van de door bpost te verlenen dienst te reflecteren. Dit zou een prijsverhoging tot gevolg kunnen hebben, met een eventuele afname in de vraag naar erkende kranten en tijdschriften tot gevolg.
In België wordt een afzonderlijk verlaagd tarief van 0% btw voor papieren dag- en weekbladen gehanteerd. Het gaat daarbij om overgangsrecht dat bij de afschaffing van de fiscale grenzen in de EU specifiek voor België is vastgelegd in de Uniewetgeving en dat bovendien uitsluitend geldt voor papieren dag- en weekbladen.7 Zodanig overgangsrecht geldt niet voor Nederland, omdat Nederland geen nul-tarief voor papieren dag- en weekbladen heeft toegepast.
In het algemeen geldt dat de btw voor een consument onderdeel uitmaakt van de prijs van de goederen of diensten. De btw wordt vervolgens afgedragen door de leverancier aan de overheid. In België geldt het bijzondere tarief van 0% voor bepaalde media-uitgaven. In hoeverre het niet hoeven innen en afdragen van btw over deze omzet in België doorwerkt in de marge van de uitgevers of de verkoopaantallen is mij niet bekend en is mede afhankelijk van de prijselasticiteit.
Zowel het in België gehanteerde verlaagd tarief van 0% btw voor papieren kranten en tijdschriften als de concessieovereenkomst tussen de Belgische overheid en bpost zijn toegestaan ingevolge het EU-recht. De Europese Commissie heeft de exclusieve bevoegdheid om staatssteun verenigbaar te verklaren met de interne markt en zij is tot de conclusie gekomen dat de DAEB persdistributie toelaatbaar is. De Europese Commissie heeft in haar beslissing niet geconstateerd dat er door de DAEB persdistributie voor bpost een (oneerlijke) verstoring van de concurrentie voor krantenuitgevers op de krantenmarkten in andere lidstaten plaatsvindt. Dat zijn de spelregels, die we binnen de Europese Unie hanteren.
De Europese Commissie heeft in haar voornoemd besluit geconcludeerd dat de Belgische DAEB persdistributie voldoet aan de EU staatssteunregels. Een verstoring van de concurrentie op de krantenmarkten in de lidstaten is daarbij niet geconstateerd.
Zoals reeds gemeld in antwoord 3, is het afzonderlijk verlaagd tarief van 0% voor papieren kranten en tijdschriften in België toegestaan vanwege het overgangsrecht dat bij de afschaffing van de fiscale grenzen in de EU specifiek voor België is vastgelegd in de Uniewetgeving. Zodanig overgangsrecht geldt niet voor Nederland, omdat Nederland geen nul-tarief heeft gehanteerd. Er is in die zin dan ook geen discrepantie tussen de implementatie van de btw-richtlijn in Nederland ten opzichte van België. De btw-richtlijn vermeldt expliciet dat het nultarief en het verlaagde tarief niet van toepassing zijn op langs elektronische weg verrichte diensten, met inbegrip van langs elektronische weg geleverde publicaties. Dat geldt zowel voor België als voor Nederland.
Overigens ligt in EU-verband een voorstel op tafel om de lidstaten toe te staan om voor elektronische en fysieke publicaties hetzelfde btw-tarief toe te passen.9 Nederland is voorstander van een gelijke behandeling.
De Europese Commissie heeft in haar voornoemd besluit geconcludeerd dat de Belgische DAEB persdistributie voldoet aan de EU-staatssteunregels. Een verstoring van de concurrentie op de krantenmarkten in de lidstaten is daarbij niet geconstateerd.
Het beeld dat Belgische kranten op de been worden gehouden met Belgisch belastinggeld acht ik overtrokken. Hierboven is al meermaals vastgesteld dat zowel het Belgisch nultarief btw als de compensatie voor de DAEB aan bpost ten behoeve van de bezorging voldoen aan het EU-recht. Desalniettemin zijn ook de kranten in België zelf verantwoordelijk voor hun economisch voortbestaan en moeten zij dagelijks voor lezers en adverteerders hun relevantie bewijzen door het bieden van onafhankelijke en kwalitatief hoogwaardige informatie, analyse, commentaar etc. Voor de Nederlandse kranten geldt hetzelfde, ongeacht of zij te maken hebben met Nederlandse, Belgische of andere aandeelhouders.
De huidige concessie-overeenkomst tussen de Belgische Staat en bpost eindigt per 31 december 2020. Navraag bij de Belgische autoriteiten wijst uit dat nog niet bekend is of deze overeenkomst daarna zal worden verlengd. Speculaties over het verlengen dan wel vervallen van deze overeenkomst en de mogelijke gevolgen daarvan acht ik ongewenst.
Ik laat die opvattingen voor rekening van de NVJ. Nu naast Mediahuis ook anderen zich gemengd hebben in deze mogelijke overname van TMG, acht ik het verstandig om geen uitspraken te doen over één van de gegadigden. Mocht het komen tot een overname, dan is aannemelijk dat de Autoriteit Consument & Markt (ACM) zal beoordelen wat de gevolgen daarvan zijn op de Nederlandse dagbladmarkt en andere relevante markten die bij deze overname in het geding zijn. Wat de gevolgen kunnen zijn voor de pluriformiteit van het medialandschap, laat zich moeilijk voorspellen. Alle Nederlandse kranten beschikken over een redactiestatuut, dat een waarborg biedt tegen inmenging van eigenaren/aandeelhouders in de redactionele koers.
De huidige en toekomstige positie van de Nederlandse kranten en journalistiek is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de sector zelf. Die zullen hun relevantie elke dag moeten bewijzen, zowel op de lezersmarkt als op de adverteerdersmarkt. Het overheidsbeleid is (via het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek) vooral gericht op innovatie van de journalistieke infrastructuur en op de stimulering van journalistieke samenwerking, met name in de regio waar het risico van verschralend nieuws- en informatieaanbod het grootst is.
Conform de motie-Heerma/Mohandis zal ik de Kamer vóór de zomer informeren over de opzet van dit onderzoek naar de toekomst van onafhankelijke journalistiek.
Op 13 januari 2017 is een uitstelbriefje gezonden, omdat meer tijd nodig was voor beantwoording, vanwege consultatie van Belgische autoriteiten.
Op 30 december 2016 hebben de leden Mohandis en Mei Li Vos (beiden PvdA) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld (2016Z25039) aan mij en aan de Minister van Economische Zaken over staatssteun voor Belgische mediabedrijven die Nederlandse krantenbedrijven willen overnemen. Tot onze spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn (uiterlijk 16 januari 2017) niet mogelijk, omdat navraag bij de Vlaamse autoriteiten nodig is. Wij zullen de vragen van de leden Mohandis en Mei Li Vos zo snel mogelijk beantwoorden.