Ingediend | 11 november 2016 |
---|---|
Beantwoord | 5 december 2016 (na 24 dagen) |
Indieners | Karin Straus (VVD), Pieter Duisenberg (VVD) |
Beantwoord door | Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA), Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid voortgezet onderwijs |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z21008.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-672.html |
Ja.
De steekproef en de cijfers onderschrijven het beeld dat de Staatssecretaris eerder al heeft verkregen naar aanleiding van een overleg met de VO-raad. Een vergelijkbaar gesprek is gevoerd met de PO-raad. Ook daaruit kwam het beeld dat een groot aantal scholen hun jaarverslag nog niet openbaar maken.
Ja. In onze brief van 19 februari 2015 over de reactie op de moties en het amendement bij de OCW-begroting 2015 (Kamerstuk 33 495, nr. 60) hebben wij aangegeven dat als de afspraken niet worden nageleefd we de regelgeving op dit punt zullen aanpassen. We zullen daarom regelen dat de sectorwetten worden aangepast. Daarna worden in de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs nadere aanwijzingen omtrent de openbaarmaking van het gehele jaarverslag, bestaand uit zowel het bestuursverslag, de jaarrekening en overige relevante stukken gegeven.
Zie het antwoord op vraag 3.
In een eerder stadium is met de koepelorganisaties afgesproken dat de afspraken omtrent de openbaarmaking in de branchecodes wordt opgenomen. Deze afspraken worden in het mbo, hbo en wo al voor het grootste deel nageleefd, terwijl het po en vo op dit punt meer achterblijven. De consequentie is dat we zo snel als mogelijk openbaarmaking gaan regelen via wet- en regelgeving. Dat betekent dat de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) dan hierop kan handhaven.
In de, binnenkort te publiceren, «Financiële Staat van het Onderwijs» gaat de inspectie hier nader op in. De «Financiële Staat van het Onderwijs» wordt ook aan uw Kamer gezonden.
Zie het antwoord op vraag 5.