Ingediend | 5 oktober 2016 |
---|---|
Beantwoord | 7 december 2016 (na 63 dagen) |
Indiener | Helma Lodders (VVD) |
Beantwoord door | Sharon Dijksma (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA), Martijn van Dam (staatssecretaris economische zaken) (PvdA), Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | lucht natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z18171.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-698.html |
Ja.
Bij mijn reactie op het artikel en onderzoek betrek ik graag de website van het Kennisplatform Veehouderij en Humane Gezondheid (www.kennisplatformveehouderij.nl). Het Kennisplatform is ingesteld om de kennis over veehouderij en volksgezondheid te bundelen, te duiden en te ontsluiten. Op deze website geeft het Kennisplatform een reactie op genoemd artikel. Het Kennisplatform concludeert dat het uitgevoerde onderzoek niet deugdelijk is. Het Kennisplatform stelt dat een kwalitatieve vergelijking, zoals in het artikel gemaakt, onvoldoende is om conclusies te trekken over luchtverontreiniging en gezondheid.
Overigens zijn regionale gezondheidsverschillen een bekend fenomeen in Nederland. De zogenoemde sociaaleconomische status (SES) is een belangrijke factor die met regionale gezondheidsverschillen geassocieerd is, zie o.a. www.eengezondernederland.nl/Heden_en_verleden/Levensverwachting. Maar ook na correctie voor sociaaleconomische status blijven regionale gezondheidsverschillen bestaan, waarvoor geen duidelijke verklaring kan worden gegeven.
Zie antwoord vraag 2.
De aandoeningen die in de literatuur het vaakst worden geassocieerd met luchtverontreiniging zijn luchtwegaandoeningen (astma, COPD), hart- en vaatziekten en longkanker.
Kaarten waarin deze aandoeningen per regio voorkomen zijn te vinden op https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/atlas-vzinfo/gezondheidstoestand#!node-kaarten-gezondheidstoestand
Bij de interpretatie van de kaarten is het van belang te onderscheiden dat gezondheid (en de in het artikel genoemde chronische ziekten) afhangen van meerdere factoren. Om het gezondheidseffect van één factor te onderzoeken moet rekening worden gehouden met alle andere factoren. Alleen een kwalitatieve vergelijking, zoals in het artikel gebruikt is, is niet voldoende. Het naast elkaar leggen van een kaart van luchtverontreiniging en een kaart van verschillende ziekten is onvoldoende om conclusies te kunnen trekken over het verband tussen luchtverontreiniging en gezondheid.
Zoals in het antwoord op vraag 2 en 3 is aangegeven, is de gekozen methodiek in het artikel niet deugdelijk, zoals als ook Kennisplatform aangeeft. Daarom is de conclusie niet gefundeerd.
Uit het VGO-onderzoek blijkt dat astma en allergie in de directe nabijheid van veehouderijen minder voorkomt. Er komt rondom pluimveehouderijen wel vaker longontsteking voor. Verder wijst het VGO-onderzoek op een lagere longfunctie in samenhang met emissies door veehouderijen. Hart- en vaatziekten en longkanker hebben geen deel uitgemaakt van het VGO-onderzoek.
Uit onderzoeken blijkt dat het reduceren van de luchtverontreinigende emissies zoals fijnstof en stikstofdioxide het risico op gezondheidseffecten verlaagt2. Het luchtkwaliteitsbeleid (Kamerstuk 30 175, nr. 223) is daarom gericht op een permanente verbetering van de luchtkwaliteit.
Zie antwoord vraag 5.
In onze brief van 7 juli jl. (Kamerstuk 28 973, nr. 181) is aangegeven dat het kabinet zich beraadt op het nemen van maatregelen. Het kabinet baseert dit voornemen op de resultaten van onder andere het VGO-onderzoek. De opmerking van het RIVM in het artikel is een reactie op beweringen in het bestreden artikel. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 2. Uw Kamer zal geïnformeerd worden over de te nemen maatregelen.
De conclusies van Milieudefensie zijn voor haar rekening. Ik kan alleen opmerken dat, zoals ook is aangegeven in de beantwoording van voorgaande vragen, wetenschappelijk is aangetoond dat luchtverontreiniging risico’s voor de gezondheid kàn geven, maar dat gezondheid van mensen van meer factoren afhankelijk is dan alleen luchtkwaliteit.
Op 5 oktober 2016 heeft het lid Lodders (VVD) mij vragen gesteld naar aanleiding van het artikel «Impact fijnstof zwaar overdreven». De vragen zijn tevens gesteld aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. Met het oog op zorgvuldigheid en de daarvoor benodigde interdepartementale afstemming is het helaas niet mogelijk gebleken om binnen de gestelde termijn te antwoorden. Ik streef ernaar om u de antwoorden, mede namens beide andere bewindslieden, zo spoedig mogelijk te doen toekomen.