Kamervraag 2016Z16919

Uitbuiting van personeel bij de Qatarese ambassade

Ingediend 20 september 2016
Beantwoord 15 november 2016 (na 56 dagen)
Indieners Michiel Servaes (PvdA), John Kerstens (PvdA)
Beantwoord door Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA)
Onderwerpen arbeidsvoorwaarden internationaal organisatie en beleid werk
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z16919.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-479.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Moderne slaven voor de gezant van Qatar»?1 Zo ja, wat is uw reactie op dit zorgwekkende bericht?

    Ja.
    Vanwege privacyoverwegingen kan het Ministerie van Buitenlandse Zaken niet ingaan op individuele gevallen. Zie verder het antwoord op vraag 2.

  • Vraag 2
    Op welke manier probeert de Nederlandse regering toezicht te houden op de arbeidsomstandigheden binnen ambassades in Nederland?

    Daar waar het gaat om personeel dat lokaal in dienst genomen is draagt Buitenlandse Zaken het standpunt uit dat werkgever en werknemer zich dienen te houden aan het Nederlandse arbeidsrecht. Voor huishoudelijk personeel in persoonlijke dienst van diplomaten; bestaat een uitgebreid BZ-monitoringssysteem om eventuele misstanden in een vroeg stadium te signaleren en tegen te gaan. Zo wordt huishoudelijk personeel na enkele weken te hebben gewerkt bij het ophalen van hun identiteitskaart op het ministerie geïnterviewd over de door hen ervaren arbeidsomstandigheden: Buitenlandse Zaken let dan vooral op de hoogte van het salaris, de duur van de werkweek, het bezit van een bankrekening waarop het overeengekomen salaris gestort dient te worden, een kamer die op slot kan en het in bezit zijn van het eigen paspoort. Dit gesprek wordt in beginsel ieder halfjaar herhaald. Tijdens het gesprek krijgen huishoudelijk medewerkers ook informatie verstrekt over de relevante Nederlandse wet- en regelgeving, en over organisaties die in geval van nood hulp kunnen bieden.

  • Vraag 3
    Bent u bereid om de ambassadeur van Qatar, de heer Al-Khater, aan te spreken op de onacceptabele arbeidsomstandigheden die in het genoemde artikel worden beschreven? Zo ja, kunt u in uw antwoord ingaan op de reactie van de Qatarese ambassadeur? Zo nee, waarom niet?

    Het aangehaalde artikel ging over een arbeidsconflict tussen de ambassade en een lokaal (dus op de Nederlandse arbeidsmarkt) aangenomen medewerker. Uitgangspunt in dergelijke gevallen is het principe van hoor en wederhoor. Waar mogelijk (niet alle geschillen zijn bij BZ bekend) tracht Buitenlandse Zaken te bemiddelen tussen de betrokken partijen. Voorwaarde hiervoor is instemming van beide partijen. Indien BZ bemiddelt, worden arbeidsgeschillen soms opgelost in onderling overleg en soms via een schikking tussen de partijen (vaststellingsovereenkomst). Meestal echter leggen betrokken partijen dergelijke situaties zelf aan de rechter voor, die vervolgens uitspraak doet. Daarbij doet zich dan het probleem voor dat uitvoering van gerechtelijke uitspraken ten opzichte van diplomatieke missies niet kan worden afgedwongen.

  • Vraag 4
    Wat is uw reactie op de suggestie van de FNV en Fairwork om een onafhankelijke arbitragecommissie in te stellen die buiten de rechter om een oordeel vormt over arbeidssituaties op ambassades? Kunt u ingaan op de ervaringen die er in België en Zwitserland zijn met een dergelijke arbitragecommissie?

    Buitenlandse Zaken is bekend met het bestaan van dergelijke commissies van goede diensten, en bestudeert momenteel de voor- en nadelen van een dergelijke commissie. Eén ding is echter duidelijk: evenals geldt voor uitspraken van de Nederlandse rechter, zijn uitspraken van een commissie van goede diensten ten opzichte van ambassades en diplomaten niet afdwingbaar.

  • Vraag 5
    Is het op enige manier mogelijk om juridische bijstand of andere vormen van hulp te bieden aan slachtoffers van uitbuiting op ambassades, zoals de in het artikel genoemde (ex-)werknemers van de Qatarese ambassade? Zo nee, waarom niet?

    Werknemers van ambassades kunnen in dit soort gevallen evenals andere personen in Nederland aanspraak maken op juridische bijstand. Hoewel Buitenlandse Zaken niet in alle gevallen op de hoogte wordt gesteld van arbeidsconflicten tussen medewerkers van ambassades en hun werkgever, maken medewerkers in dit soort gevallen voor zover Buitenlandse Zaken bekend in het algemeen gebruik van juridische bijstand.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z16919
Volledige titel: Uitbuiting van personeel bij de Qatarese ambassade
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-479
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Servaes en Kerstens over Uitbuiting van personeel bij de Qatarese ambassade