Ingediend | 2 september 2016 |
---|---|
Beantwoord | 16 september 2016 (na 14 dagen) |
Indiener | Marith Volp (PvdA) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's openbare orde en veiligheid organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z15812.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-3549.html |
Ja
Begin augustus hebben enkele organisaties mijn ministerie gemeld dat zij zich zorgen maken over een toename en de aard van het aantal gezondheidsincidenten in samenhang met 4-FA gebruik. Daarop is in overleg met diverse partijen besloten om op korte termijn een waarschuwing aan (potentiële) gebruikers uit te doen via een persbericht van het Trimbos-instituut en de informatie op de websites van de instellingen voor verslavingszorg aan te passen. Tegelijkertijd is een informatiefolder opgesteld voor de behandeling van 4-FA incidenten en toegestuurd aan gezondheidsdiensten aangesloten bij de Monitor Drugs Incidenten (MDI). Tot slot heb ik het CAM (Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe Drugs) verzocht een risicoschatting voor het middel 4-FA uit te voeren. De voorbereiding daarvan is gestart en vindt in oktober plaats. Het CAM zal op basis van de risicoschatting advies aan mij uitbrengen over te nemen maatregelen.
Instellingen voor verslavingszorg, het Trimbos-instituut en andere gezondheidsinstellingen geven voorlichting over drugsgebruik door de inzet van een scala aan voorlichtingsinstrumenten en -momenten. Daarbij werd ook al voorlichting gegeven over 4-FA. De inhoud van de informatie is nu aangepast op basis van de meest recente informatie over de risico’s van gebruik.
Het Trimbos-instituut heeft de EHBO-posten op festivals en de gezondheidsdiensten die deelnemen aan de MDI of aangesloten zijn bij het MDI-netwerk een factsheet toegestuurd met richtlijnen voor behandeling van incidenten met 4-FA. Dat is nodig, omdat de gezondheidsklachten een specifiek beeld laten zien, anders dan bij andere drugs het geval is. Huisartsenposten komen voor zover bekend weinig in aanraking met acute drugsincidenten.
Zo dat wel het geval is kunnen zij contact opnemen met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) dat ook beschikt over gerichte behandelinformatie.
De bij de MDI en bij het LIS (Letsel Informatie Systeem) aangesloten ziekenhuizen registreren drugsincidenten (naar specifieke drug) en wisselen hun informatie uit. Er is geen registratiesysteem in elk ziekenhuis, omdat lang niet alle ziekenhuizen regelmatig met drugsincidenten te maken krijgen. In die gevallen staat de investering van tijd en geld voor een registratiesysteem niet in verhouding tot de informatie die het oplevert. De informatie uit de MDI en het LIS staat vermeld in het Jaarbericht van de Nationale Drug Monitor, die uw kamer jaarlijks ontvangt.
Zoals uit het antwoord op vraag 2 naar voren komt is overleg geweest met het Trimbos-instituut en andere instellingen. Daarbij is gesproken over opname van 4-FA op de Opiumwet en is het CAM verzocht om de daarvoor noodzakelijke risico inschatting op basis van informatie over de gezondheidsincidenten en de (oorzakelijke) relatie met het gebruik van 4-FA om acute plaatsing op de Opiumwet te rechtvaardigen. Bij een risicoschatting wordt alle op dat moment beschikbare informatie door een multidisciplinair samengestelde commissie van drugsexperts samengebracht en beoordeeld en op basis daarvan ontvang ik een onderbouwd advies over vervolgstappen. Deze zorgvuldige procedure is afgestemd met het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
Zie antwoord vraag 6.