Ingediend | 27 mei 2016 |
---|---|
Beantwoord | 22 juni 2016 (na 26 dagen) |
Indieners | Rudmer Heerema (VVD), Helma Lodders (VVD) |
Beantwoord door | Martijn van Dam (staatssecretaris economische zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z10408.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2917.html |
Ja. Het onderwerp predatie heeft de aandacht van alle organisaties en instanties die in ons land werken aan een effectief (agrarisch) natuurbeheer en het verbeteren van de weidevogelstand. Daarom is het goed dat op diverse plaatsen faunabeheer en (agrarisch) natuurbeheer hand in hand gaan. Zo is in de provincie Friesland door alle betrokken partners samen een predatieprotocol opgesteld. Daarin is beschreven op welke wijze en met welke maatregelen weidevogels zo goed mogelijk worden beschermd.
Deze vraag is niet in zijn algemeenheid voor het hele land en voor elke soort predator te beantwoorden. Er zijn aanwijzingen dat bijvoorbeeld de muizenplaag in Friesland van twee jaar geleden heeft geleid tot een stijging van predatoren aldaar. Het natuurlijke evenwicht tussen verschillende diersoorten heeft tijd nodig om zich weer te herstellen. Daarom was er in 2015 een verhoogde predatie van weidevogelnesten (veel predatoren – weinig muizen).
Ja. Predatie van legsels wordt landelijk gemonitord door LandschappenNL.
Deze monitoring laat het volgende beeld zien (zie bijlage)2
Bij deze cijfers moet worden opgemerkt dat voor het jaar 2016 nog niet alle gegevens zijn ontvangen. In de provincie Friesland komen de cijfers op een andere manier tot stand, daarom is deze provincie niet opgenomen in het overzicht. Predatiegegevens van deze provincie blijken wel vergelijkbaar met het beeld uit de rest van het land.
Zoals te zien is er geen stijgende trend te ontdekken in de cijfers, al is predatie de afgelopen paar jaar na enkele jaren met weinig predatie wel toegenomen.
Predatie is één van de factoren die het broedsucces van de weidevogels beïnvloeden. Daarom moeten maatregelen altijd bezien worden in een bredere aanpak, waarin het bijvoorbeeld ook gaat om eventuele andere verstoring veroorzakende factoren in de omgeving, de openheid van het landschap, beheer van het grondwater- en slootpeil, en maatregelen in het kader van (agrarisch) natuurbeheer.
Het wetsvoorstel Natuurbescherming, die per 1 januari 2017 inwerking treedt als opvolger van de Flora- en faunawet, biedt de volgende mogelijkheden:
Naast bovenstaande mogelijkheden kan het beheer zo worden uitgevoerd dat predatie kan worden beperkt. Voorbeelden hiervan zijn het niet te krap maaien rond nesten zodat er voldoende beschutting blijft en het verwijderen van ruigte en rommel.
Zie antwoord vraag 5.
Zoals gesteld in het antwoord op vraag 3, is er geen stijgende trend waarneembaar in predatie van nesten.
De predatie van nesten is vanzelfsprekend een frustratie voor eenieder die een warm hart heeft voor agrarisch natuurbeheer en onze weidevogels. Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat dit onderdeel is en hoort te zijn van de biotoop waarin deze dieren leven. Het gaat erom dat er uiteindelijk voldoende kuikens groot worden.
Voor de in dit kader ingezette middelen wordt een separate evaluatie uitgevoerd. Het is voorbarig om nu al op vooruit te lopen op deze evaluatie.
Zoals gesteld in het antwoord op vraag 4 is binnen een brede aanpak voor weidevogels predatiebeheer een van de factoren waaraan niet voorbijgegaan mag worden. Daarom sluit ik mij aan bij de manier waarop dit is verwoord in het predatieprotocol dat door alle partners in de provincie Friesland op een treffende wijze met elkaar is geformuleerd: «predatiebeheer heeft pas zin als de broedbiotoop van de weidevogels op orde is». Optimaal inrichten van weidvogelgebieden en tegelijkertijd zorgen voor een goed predatiebeleid.