Ingediend | 3 mei 2016 |
---|---|
Beantwoord | 24 mei 2016 (na 21 dagen) |
Indiener | Hayke Veldman (VVD) |
Beantwoord door | Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | belasting economie financiƫn toerisme |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z08968.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2602.html |
Op dit moment wordt onderzocht of een wijziging van dat besluit nodig is.
Onderzocht wordt of het Besluit gegevensverstrekking gemeentelijke belastingheffing wijziging behoeft vanwege moderne vormen van bemiddeling voor verhuur van roerend en onroerend goed. Op dit moment zijn deze moderne bemiddelaars niet verplicht informatie te leveren over de huurders en verhuurders van de onroerende goederen ten behoeve van de heffing van toeristen- en forensenbelasting. Onderzocht wordt in hoeverre het opportuun is deze partijen gelijk te trekken met de andere derdenplichtigen die nu al informatieplichtig zijn op grond van het besluit, de zogenoemde klassieke bemiddelaars zoals administratiekantoren en reisbureaus.
Als beslist wordt tot wijziging over te gaan zoals beschreven bij antwoord 2, dan is dat inderdaad het geval.
Het is mij bekend dat het merendeel van de boekingssites in het buitenland is gevestigd en dat er een kans bestaat dat bij een wijziging van het besluit bemiddelaars kunnen overstappen naar het buitenland en aanbieders kunnen overstappen naar buitenlandse partijen. Bij het genoemde onderzoek naar de noodzaak van een wijziging zal dit worden meegewogen. Eveneens wordt bezien of er een oplossing denkbaar is om deze problemen te ondervangen. U zult begrijpen dat dit niet eenvoudig is omdat we hier voor een deel te maken hebben met partijen die niet onder de Nederlandse wetgeving vallen. Ik zal daarom nog enige tijd nodig hebben om het onderzoek naar de opportuniteit van een wijziging af te ronden en, als daartoe wordt overgegaan, de wijziging van dit besluit definitief op te stellen.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.