Kamervraag 2016Z08669

De rol van de aanjager die de zorg binnen gemeenten op peil moet houden

Ingediend 28 april 2016
Beantwoord 31 mei 2016 (na 33 dagen)
Indiener Renske Leijten
Beantwoord door Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA)
Onderwerpen bestuur gemeenten organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z08669.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2687.html
1. http://www.zorgvisie.nl/Kwaliteit/Nieuws/2016/4/Kees-van-der-Burg-aan…
2. Zwartboek thuiszorg Hollands Kroon en Schagen van FNV, meegestuurd met de Kamervragen
  • Vraag 1
    Wat is de precieze invulling van de functie van uw directeur-generaal Langdurige zorg als «aanjager» om de kwaliteit en continuïteit van zorg in gemeenten te waarborgen? Kunt u uw antwoord toelichten?1

    De FNV heeft gemeld dat ik een «aanjager» heb aangesteld, die de kwaliteit en continuïteit van de zorg binnen de gemeenten moet waarborgen. Dit in het licht van het faillissement van TSN Thuiszorg. Daarover het volgende.
    Voor mij staan bij genoemd faillissement vanaf het begin twee zaken voorop. De eerste is de continuïteit van goede ondersteuning aan mensen die dat nodig hebben. Daarbij gaat het om het tijdig leveren van de noodzakelijke ondersteuning, waarbij de relatie tussen de cliënt en de hulpverlener waar mogelijk in stand wordt gehouden. Daarnaast is mijn inzet gericht op behoud van werk met fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden. Dit alles conform de door uw Kamer aangenomen motie van leden Siderius (SP) en Van Dijk (PvdA)2.
    Vanaf het moment dat TSN Thuiszorg in surseance van betaling terecht kwam, ben ik nauw betrokken bij dit proces. Dat geldt ook voor medewerkers van het Ministerie van VWS, die daarbij onder leiding staan van de Directeur-generaal Langdurige Zorg. Onder zijn verantwoordelijkheid heeft de aanjagende betrokkenheid vanuit het Ministerie van VWS er onder meer toe geleid dat verschillende betrokken partijen (zoals de bewindvoerders, curatoren en de VNG) bij elkaar om tafel zijn gebracht en dat we samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) een handreiking hebben opgesteld met onder meer een stappenplan voor gemeenten bij faillissementen. Een ander voorbeeld is dat mede op verzoek van het Ministerie van VWS door de VNG een oproep aan wethouders is gedaan om facturen voor reeds geleverde uren voor TSN Thuiszorg vervroegd te betalen, zodat de bewindvoerders de mogelijkheid kregen een geordend proces vorm te geven.
    Uiteindelijk hebben de bewindvoerders de conclusie getrokken dat een faillissement van TSN Thuiszorg onvermijdelijk was en is het faillissement uitgesproken op 16 maart 2016. De curatoren hebben toen aangegeven dat de hulpverleners tot uiterlijk 25 april 2016 vanuit het failliete TSN Thuiszorg de ondersteuning aan cliënten blijven verzorgen.
    In de weken na het faillissement, heb ik mij door de curatoren laten informeren over onder meer de wijze waarop gemeenten hun wettelijke verantwoordelijkheid voor de continuïteit van de ondersteuning aan cliënten borgen. Dat is waar ik mij, in deze fase, primair op richtte. Toen de curatoren in een eerder stadium zorgen hadden rondom de continuïteit van de ondersteuning in een deel van de gemeenten, heb ik besloten een specifieke belronde te starten. Het team dat geformeerd is om deze belronde uit te voeren, stond wederom onder leiding van de Directeur-generaal Langdurige Zorg. Het doel van de belronde was om na te gaan hoe deze gemeenten hun wettelijke plicht voor de continuïteit van de ondersteuning aan cliënten vervullen. Daarnaast is in de belronde geïnformeerd naar het behoud van koppeltjes van cliënten & hulpverleners en het behoud van werkgelegenheid, al dan niet met behoud van huidige arbeidsvoorwaarden (de naleving van de CAO is de verantwoordelijkheid van de sociale partners).
    Voor deze taken was en is voldoende tijd.

  • Vraag 2
    Erkent deze aanjager dat continuïteit van zorg betekent dat mensen huishoudelijke zorg behouden na het faillissement van een thuiszorgaanbieder? Zo ja, is die continuïteit dan met behoud van een vaste medewerker of niet? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Wat doet de aanjager precies als blijkt dat een gemeente de continuïteit van de zorg op het spel zet? Jaagt hij dan gemeenten op om ander beleid te kiezen? Kunt u uitleggen wat precies het proces is?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Hoe spoort de aanjager precies op waar hij achteraan moet gaan? Kunnen mensen ook contact met hem leggen als een en ander misloopt met de kwaliteit en continuïteit van de zorg in gemeenten? Zo ja, wat is het telefoonnummer of het emailadres waarop hij te bereiken is?

    Er is gewerkt op basis van informatie van de curatoren en derden als FNV Zorg en Welzijn, mediaberichtgeving en informatie van particulieren verkregen via burgerbrieven aan het ministerie.

  • Vraag 5
    Spreekt deze aanjager in zijn functie enkel met wethouders, of neemt hij ook de moeite met thuiszorgmedewerkers en cliënten te spreken in die gemeenten waar de zorg niet op orde is? Zo ja, gaat hij dat alsnog doen in de gemeenten Schagen en Hollands Kroon? Zo nee, waarom is de aanjager hiertoe niet bereid? Hoort dit niet in zijn takenpakket ook te spreken met alle betrokkenen?2

    Behalve met wethouders is gesproken met vakbonden, aanbieders, koepels en met thuiszorgmedewerkers: zo is op woensdag 4 mei 2016 gesproken met thuiszorgmedewerkers uit de regio Kop van Noord-Holland en Achterhoek.

  • Vraag 6
    Wat gaat deze aanjager doen richting die gemeenten en zorgaanbieders die loondump hebben toegepast bij de overname van thuiszorgmedewerkers? Gaat hij deze loondump samen met betrokken partijen terugdraaien? Zo neen, waarom niet?

    De oplossingen die colleges en gemeenteraden hebben gekozen en zijn overeengekomen met aanbieders behoren tot de lokale beslissingsbevoegdheid zoals die in de wet is neergelegd. Ik vind het belangrijk dat hierbij wet- en regelgeving en de van toepassing zijnde CAO worden nageleefd. Als blijkt dat gemeenten niet conform wet- en regelgeving handelen, spreek ik hen daarop aan.

  • Vraag 7
    Met welke redenen heeft deze aanjager «geen tijd» gehad om op woensdag 26 april jl. thuiszorgmedewerkers te woord te staan die verhaal kwamen halen over het verlies van hun baan, en de cliënten die zij zijn verloren?

    Dit zijn redenen in de privésfeer. FNV Zorg en Welzijn is als organiserende partij vooraf op de hoogte gebracht van de afwezigheid van de aanjager en de reden daartoe.

  • Vraag 8
    Vindt de aanjager het passen in de continuïteit van zorg dat 40% van de thuiszorgmedewerkers van TSN werkeloos is geworden door het faillissement van TSN? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Mij is geen informatie bekend waaruit blijkt dat 40% van de thuiszorgmedewerkers van het voormalige TSN Thuiszorg werkloos is geworden.
    Gemeenten en aanbieders hebben in de afgelopen periode voorbereidingen getroffen om de overgang naar de nieuwe situatie voor cliënten zo zorgvuldig als mogelijk te laten verlopen. Naast het continueren van de ondersteuning zijn door gemeenten en aanbieders afspraken gemaakt over het waar mogelijk in stand houden van de relatie tussen de cliënt en de vertrouwde thuishulp. Voor een groot aantal cliënten geldt dat de vertrouwde thuishulp zal blijven. Dit geldt onder meer voor het overgrote deel van de cliënten in de gemeenten die afspraken hebben gemaakt met Stichting Familiehulp4 of die een overgang geregisseerd hebben naar een specifieke lokale aanbieder. Meer dan de helft van het aantal thuishulpen van TSN Thuiszorg kan via deze weg aan het werk blijven bij de vertrouwde cliënten. Daarnaast zijn er gemeenten die ervoor hebben gekozen de regie aan de cliënten te geven om zelf een andere aanbieder te kiezen. Gemeenten laten hierbij de mogelijkheid open voor cliënten en thuishulpen om samen een afspraak te maken voor welke aanbieder de cliënt kiest, waardoor een koppeltje tussen cliënt en thuishulp in stand kan blijven. Een andere oplossing die in individuele gevallen wordt toegepast, is dat cliënten die dat wensen een persoonsgebonden budget aanvragen en met behulp van dit budget organiseren dat de vertrouwde thuishulp de ondersteuning aan de cliënt kan continueren. Omdat deze afspraken op lokaal niveau worden gemaakt en per individu kunnen verschillen, zijn landelijke cijfers over deze groep cliënten en thuishulpen niet beschikbaar. Het behoud van werk met fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden is een belangrijk punt van aandacht geweest. Uit de informatie van de curatoren blijkt dat bijna 60% van de thuishulpen van TSN aan de slag kan bij Stichting Familiehulp of bij een specifieke lokale aanbieder die na een geregisseerde overgang door de gemeente het werk van TSN Thuiszorg overneemt. De curatoren geven aan dat het overgrote deel van deze medewerkers tevens de huidige arbeidsvoorwaarden behoudt.
    Voor de gemeenten die de regie aan de cliënten hebben gegeven om zelf een andere aanbieder te kiezen, is het beeld over baanbehoud en de nieuwe arbeidsvoorwaarden van de thuishulpen gedifferentieerd. Voorbeelden zijn bekend van gemeenten waar meer dan de helft van de thuishulpen een nieuwe baan heeft gekregen bij een andere aanbieder. Ook dit zijn belangrijke resultaten. Op lokaal niveau zijn voorbeelden bekend van zowel aanbieders die thuishulpen in dienst nemen met gewijzigde arbeidsvoorwaarden als aanbieders die de thuishulpen van TSN in dienst nemen tegen dezelfde arbeidsvoorwaarden als dat zij hadden bij TSN Thuiszorg. Lokaal kunnen ook in overleg met gemeenteraden andere keuzes zijn gemaakt. De oplossingen die colleges en gemeenteraden hebben gekozen en zijn overeengekomen met aanbieders behoren tot de lokale beslissingsbevoegdheid zoals die in de wet is neergelegd. Ik vind het belangrijk dat hierbij wet- en regelgeving en de van toepassing zijnde CAO worden nageleefd. Helaas zullen niet alle medewerkers van TSN Thuiszorg direct ergens anders aan de slag kunnen. Voor diegenen die werkloos worden, zijn extra voorbereidingen getroffen door het UWV in het kader van de maatregelen Doorstart naar nieuw werk. Het gaat daarbij onder andere om de Brug-ww, persoonlijke dienstverlening en scholingsvouchers. Ik wijs u op mijn brief van 22 april 2016 over de afspraken over continuïteit van ondersteuning.5

  • Vraag 9
    Welke maatregelen neemt deze aanjager om nog meer faillissementen in de thuiszorg te voorkomen? Kunt u uw antwoord toelichten?

    In de antwoorden op de vragen 1 tot en met 3 heb ik de rol van de directeur generaal in dezen beschreven.
    Met de FNV, CNV en de Vereniging Nederlandse Gemeenten heb ik gesproken over de toekomst van de thuiszorg. Op 4 december 2015 is door genoemde partijen en mij een pakket aan maatregelen gepresenteerd dat gericht is op perspectief creëren en zo snel mogelijk omzetten in nieuwe werkgelegenheid, inkoop op inhoud en kwaliteit en geen concurrentie op arbeidsvoorwaarden en reguliere banen in loondienst tegen fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden. Voor een volledig overzicht van alle maatregelen verwijs ik naar mijn brief van 4 december 2015.6

  • Vraag 10
    Heeft uw directeur-generaal voldoende tijd om deze aanjaagrol te vervullen zoals die gepresenteerd wordt?

    Zie antwoord vraag 1.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z08669
Volledige titel: De rol van de aanjager die de zorg binnen gemeenten op peil moet houden
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-2687
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Leijten over de rol van de aanjager die de zorg binnen gemeenten op peil moet houden