Ingediend | 18 april 2016 |
---|---|
Beantwoord | 31 mei 2016 (na 43 dagen) |
Indiener | Tjeerd van Dekken (PvdA) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie geneesmiddelen en medische hulpmiddelen sport zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z07876.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2691.html |
Ja.
NOC*NSF streeft naar en hecht groot belang aan een dopingvrije sport. Het sportmedisch onderzoek is echter niet gericht op het opsporen van dopinggebruik en is daar ook niet geschikt voor. Het sportmedisch onderzoek heeft als doel de medische begeleiding van sporters en is derhalve gericht op hun gezondheid.
De onafhankelijke en strak geprotocolleerde dopingcontroles van de Dopingautoriteit zijn gericht op het opsporen van dopinggebruik.
Er is geconstateerd dat een deel van de medische gegevens die worden verzameld bij de sportmedische begeleiding van sporters zou kunnen bijdragen aan het opsporen van dopinggebruik. Het opsporen van dopinggebruik is echter niet het doel van de sportmedische begeleiding van sporters en NOC*NSF gebruikt de gegevens daar dan ook niet voor.
Er is geen wetgeving die NOC*NSF verplicht verzamelde gegevens die kunnen wijzen op dopinggebruik te delen met de Dopingautoriteit. Het Nationaal Dopingreglement verplicht sportbonden informatie over (mogelijk) dopinggebruik te delen met de Dopingautoriteit. Hoewel het in de geest van het reglement zou zijn als NOC*NSF ook dit soort gegevens zou delen, is zij daar echter niet toe verplicht omdat zij geen partij is bij het Nationaal Dopingreglement.
NOC*NSF en de Dopingautoriteit gaan in overleg om te bepalen waar de sportmedische begeleiding van sporters mogelijk raakt aan het opsporen van dopinggebruik. Op basis daarvan zullen zij afspraken maken hoe met deze gegevens zal worden omgegaan, waarbij eventuele verstrekking van gegevens uiteraard moet plaatsvinden binnen de kaders van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.
Ja, de zogenaamde off-score staat op de lijst met gegevens die worden verzameld met het eenmalige bloedonderzoek dat onderdeel is van het sportmedisch onderzoek. De off-score is één van de parameters die gebruikt zouden kunnen worden om de effecten van een hoogtestage te bepalen. De score kan ook een aanwijzing zijn voor epo of een bloedtransfusie.
Het medisch beroepsgeheim is een geheimhoudingsplicht voor hulpverleners en houdt in dat zij geen gegevens van een patiënt aan anderen mogen verstrekken zonder toestemming van de patiënt. Deze geheimhoudingsplicht geldt ook voor de hulpverleners die betrokken zijn bij de sportmedische begeleiding van sporters.
Ik wil in dit verband ook graag wijzen op artikel 9 van de Wet bescherming persoonsgegevens, dat onder andere bepaalt dat de verwerking van persoonsgegevens verenigbaar moet zijn met het doel waarvoor ze verkregen zijn. Deze doelbinding betreft niet zozeer een geheimhoudingsplicht, maar is niettemin relevant voor het delen van gegevens, ook waar het het opsporen
van dopinggebruik betreft.
Ik ben met u van mening dat het voor een schone sport essentieel is dat NOC*NSF en de Dopingautoriteit goed samenwerken. Ik heb begrepen dat specifiek op dit punt NOC*NSF en de Dopingautoriteit gaan kijken of zij door middel van nadere afspraken hun samenwerking verder kunnen verbeteren.
Dat laat ik met vertrouwen aan deze partijen zelf over.
Ik heb een voorstel voor een Wet uitvoering anti-dopingbeleid in voorbereiding. De beoogde wet draagt bij aan een schone sport door het dopingcontroleproces en de Dopingautoriteit zodanig te positioneren dat het werk dat zij doet in het opsporen van dopinggebruik zich goed verhoudt tot de regels in de Wet bescherming persoonsgegevens.
Het wetsvoorstel voor de Wet uitvoering anti-dopingbeleid ligt momenteel voor bij de Afdeling advisering van de Raad van State. Wanneer de Raad van State advies heeft gegeven zal ik de procedure van dit wetsvoorstel vervolgen.
De vragen van het Kamerlid Van Dekken (PvdA) over het bericht dat de Dopingautoriteit opheldering wil van NOC*NSF over bloedtesten (ingezonden 18 april 2016) (2016Z07876) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is de benodigde inhoudelijke afstemming met betrokken partijen. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op deze Kamervragen doen toekomen.