Ingediend | 14 april 2016 |
---|---|
Beantwoord | 20 mei 2016 (na 36 dagen) |
Indiener | Duco Hoogland (PvdA) |
Beantwoord door | Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD) |
Onderwerpen | verkeer weg |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z07671.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2566.html |
Ja, ik heb kennis genomen van de berichten in de media en ik herinner mij de eerdere antwoorden op uw vragen van november 2015.
Nee, het is niet waar dat duizenden automobilisten waarover het AD bericht bij de spitsmijdenprojecten ten onrechte geld hebben ontvangen.
Bij de spitsmijdenprojecten worden pas aan het einde van een project respectievelijk na één maand beloningen uitgekeerd. Vanaf start van deze projecten worden vooraf aan de uitbetalingen maandelijks analyses en controles uitgevoerd om onrechtmatige uitbetalingen van te voren uit te sluiten. Als een deelnemer niet meer voldoet aan de voorwaarden vindt geen uitbetaling plaats. Daarom is het ook niet nodig om een vergoeding terug te vorderen.
Zie antwoord vraag 2.
Het is mij niet bekend dat onterechte uitbetalingen zijn gedaan aan de uitgesloten deelnemers.
Het belangrijkste vind ik het voorkomen dat ten onrechte wordt uitgekeerd. Hiervoor zijn de preventieve gegevenscontroles en analyses uitgevoerd. Bij de projecten blijken deze controles goed te werken. Ik deel uw mening dat ten onterechte uitbetaalde beloningen terug zouden moeten worden betaald, maar dat is bij de deelnemers waarover het AD bericht niet het geval.
Opdrachtgevers van spitsmijdenprojecten kunnen in een situatie van vermeende fraude aangifte doen bij de politie. Het is vervolgens aan het Openbaar Ministerie om te bepalen in hoeverre tot strafrechtelijke vervolging wegens fraude wordt overgegaan.
In totaal is in 3.600 gevallen de deelname beëindigd als gevolg van de gegevenscontroles (4.4% van totaal ca. 82.000 deelnemers). Deze uitgesloten deelnemers hebben geen beloning ontvangen. Het is mij niet bekend welk aandeel van deze deelnemers opzettelijk verkeerde informatie heeft aangegeven. Onterechte vergoedingen zijn niet acceptabel. Daarom zijn controles en analyses vooraf ingevoerd om deelnemers die niet voldoen aan de voorwaarden uit te sluiten van een beloning en van verdere deelname. Niet kan worden uitgesloten dat er deelnemers zijn die bewust de regels hebben overtreden. Die mogelijkheid bestaat bij iedere regeling en ieder systeem.
De woordvoerder baseert zich hierbij op de informatie van de opdrachtnemer. Preventief werden bij 6% van de deelnemers in Gelderland uitbetalingen stopgezet. Op basis van maandcontroles, de motieven waarop mensen deelnamen, de redenen van uitval en de gegevens uit de controle is een inschatting gemaakt van deelnemers die mogelijk opzettelijk verkeerde gegevens hebben aangeleverd. Hierbij ging het slechts om een klein deel van deze 6% deelnemers.
Zie mijn antwoord op vraag 5.
In totaal is in 3.600 gevallen de deelname beëindigd als gevolg van de gegevenscontroles (4.4% van totaal ca. 82.000 deelnemers). Deze uitgesloten deelnemers hebben geen beloning ontvangen.
Er is geen landelijke database waar deze uitgesloten deelnemers in terecht komen. Ik vind het onwenselijk en disproportioneel om een centrale database te bouwen van eerder uitgesloten deelnemers. Het belang van de privacy van de deelnemers vind ik hier zwaarder wegen.
Het gaat hier om een stimuleringsmaatregel waarbij automobilisten alleen een bijdrage krijgen indien, voor het woon-werkverkeer, aantoonbaar de overstap gemaakt wordt van de auto naar een fiets, e-bike of e-scooter. Controle hierop vindt plaats bij de aanschaf en het gebruik van de tweewieler.
De betreffende automobilist vult allereerst het aanmeldformulier in waarop hij zijn woon én werkadres aangeeft. De werkgever van de automobilist verklaart dat de automobilist met de auto naar het werk reist. De Verkeersonderneming controleert vervolgens op basis van de woon-werkgegevens of de automobilist over één van de fileknelpunten rijdt (de knelpunttrajecten zijn aangegeven in de deelnemersvoorwaarden).
Pas nadat De Verkeersonderneming het ingediende aanmeldformulier heeft gecontroleerd op de eisen (aanwezigheid werkgeversverklaring, deelnemer rijdt nu over één van de knelpunten, én de woon-werkafstand is minimaal 10 km) krijgt de automobilist een akkoord op de aanschaf van een tweewieler. De korting op deze aanschaf wordt verstrekt nadat de automobilist de factuur van de aangeschafte tweewieler heeft ingediend.
Deelnemers dienen minimaal gemiddeld twee dagen per week voor de periode van minimaal één jaar het woon-werktraject af te leggen met de aangeschafte tweewieler. Deelnemers van deze regeling zijn bovendien verplicht om hun daadwerkelijke fietsgedrag te registreren (via een registratie-app of online applicatie).
De uitvoering van dit project is door De Verkeersonderneming belegd bij een externe partij die maandelijks monitort en rapporteert aan De Verkeersonderneming.
Het aantal spitsmijdingen wordt niet gelijkgesteld aan het aantal subsidies, ook niet in het AD artikel. Omdat deelnemers minimaal twee dagen per week de auto laten staan, is het aantal spitsmijdingen veel hoger dan het aantal subsidies dat verstrekt is.
De 256.000 niet afgelegde autokilometers die in het artikel worden genoemd betreft het aantal voor één week. Het totaal aantal niet afgelegde autokilometers sinds de start van deze regeling is 11.520.000.
De onderbouwing van de 256.000 niet afgelegde autokilometers per week is als volgt:
In totaal maakt dat 256.000 minder afgelegde autokilometers per week (4.000 deelnemers x 32 kilometer x 2 dagen per week).
Op 14 april 2016 ontving ik de Kamervragen van het lid Hoogland naar aanleiding van berichtgeving in het AD d.d. 13 april 2016 over de berichten «Volop gesjoemel met spitsmijden»5, «Overstappen op fiets succes»6 en «Expert: Spitsmijden op zich toch behoorlijk succesvol»7 en eerder gestelde Kamervragen over gesjoemel met spitsmijden in Rotterdam8. Tevens werd een dag eerder om een Kabinetsbrief gevraagd over dit onderwerp (zie het stenografisch verslag met kenmerk 2016Z07542). Het is helaas niet mogelijk om binnen de gestelde termijn antwoorden te geven op de Kamervragen alsmede een Kabinetsbrief op te stellen, omdat er informatie moet worden opgevraagd bij vijf verschillende regionale opdrachtgevers van de spitsmijdenprojecten die genoemd zijn door het AD en waarover de vragen worden gesteld. Ik was niet de opdrachtgevende partij van deze projecten. Ik streef ernaar om uw Kamer uiterlijk op 19 mei 2016 de antwoorden te sturen. Ik ga er vanuit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.