Ingediend | 26 februari 2016 |
---|---|
Beantwoord | 13 april 2016 (na 47 dagen) |
Indieners | Henk Leenders (PvdA), Tjeerd van Dekken (PvdA) |
Beantwoord door | Martijn van Dam (staatssecretaris economische zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z03989.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2257.html |
Ja.
Ik verwijs u naar mijn antwoorden op de vragen van mevrouw Thieme over de zware mishandeling van knobbelzwanen door jagers.
De knobbelzwaan (Cygnus olor) is een beschermde inheemse diersoort die niet mag worden gevangen of gedood (Flora- en faunawet). Provincies kunnen van dit algemene verbod vrijstelling en ontheffing verlenen voor bestrijding van knobbelzwanen als er sprake is van risico’s voor de openbare veiligheid of ter voorkoming van landbouwschade. Door de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht zijn dergelijke ontheffingen verleend aan de provinciale faunabeheereenheden. Deze ontheffingen zijn gebaseerd op door gedeputeerde staten goedgekeurde faunabeheerplannen. De faunabeheereenheden kunnen jagers machtigen om van deze ontheffing gebruik te maken. Toezicht op naleving van de voorschriften uit de ontheffingen is eveneens een taak van de provincies. Overtredingen zijn het afgelopen jaar niet geconstateerd. Naar aanleiding van de beelden op EenVandaag beziet de politie of een strafrechtelijk onderzoek moet worden ingesteld. Zie ook mijn antwoorden op de vragen van mevrouw Thieme over de zware mishandeling van knobbelzwanen door jagers.
Knobbelzwanen kunnen schade veroorzaken aan landbouwgewassen. Om die reden zijn ze geplaatst op de landelijke vrijstellingslijst van de Flora- en faunawet.
Ook kunnen knobbelzwanen verkeersonveilige situaties veroorzaken. De provincie Zuid-Holland heeft, volgens de gegevens van het Faunafonds, in 2014 voor ca. 4000,- euro aan tegemoetkomingen voor schade veroorzaakt door knobbelzwanen uitgekeerd. Het is aan de provincies om te beoordelen of de omvang van de te verwachten schade, zoals beschreven in de vastgestelde en goedgekeurde faunabeheerplannen, aanleiding is om een ontheffing te verlenen. Ik wijs u erop dat in de nieuwe Wet natuurbescherming is opgenomen dat in het bestuur van een faunabeheereenheid naast de jachthouders uit het gebied, ook maatschappelijke organisaties die het doel behartigen van een duurzaam beheer van populaties van in het wilde levende dieren in de regio waartoe het werkgebied van de faunabeheereenheid behoort, zijn vertegenwoordigd. Daarmee wordt beoogd dat een bredere afweging in de besturen van de faunabeheereenheden plaats kan vinden.
Zoals in antwoord op vraag 3 is toegelicht wordt de ontheffing door de provincie aan de provinciale faunabeheereenheid verleend. Deze kan leden van de wildbeheereenheden toestemming geven om van de ontheffing gebruik te maken. Welke dat zijn, is mij niet bekend.
Het is ingevolge de Flora- en faunawet de verantwoordelijkheid van de provincies om faunabeheerplannen goed te keuren en daarop gebaseerde ontheffingen te verlenen. Dat is ook het geval in de nieuwe Wet natuurbescherming. Uw Kamer heeft in ruime meerderheid besloten tot deze verdeling van verantwoordelijkheden.
De vragen van de leden Leenders en Van Dekken (beiden PvdA) over de jacht op zwanen (kenmerk 2016Z03989, ingezonden 26 februari 2016) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat voor een zorgvuldige beantwoording van deze vragen nader onderzoek en interdepartementale afstemming nodig is. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op deze Kamervragen doen toekomen.