Ingediend | 4 februari 2016 |
---|---|
Beantwoord | 4 maart 2016 (na 29 dagen) |
Indieners | Henk Nijboer (PvdA), Albert de Vries (PvdA) |
Beantwoord door | Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA) |
Onderwerpen | economie huisvesting kopen en verkopen overige economische sectoren |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z02356.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1742.html |
Ja.
Zoals in de beantwoording van eerdere kamervragen van de leden Nijboer (PvdA) en Koolmees (D66) is aangegeven (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 2858), kan het in het belang van de klant zijn om de hypotheek over te sluiten om te profiteren van de lage rente. Ik verwacht van hypotheekverstrekkers dat zij proactief meedenken met een klant die aangeeft de hypotheek te willen oversluiten om zo te kunnen profiteren van de lage rente.
Of oversluiten in individuele gevallen voordelig is, is echter afhankelijk van verschillende factoren zoals de resterende looptijd van de rentevastperiode, de hypotheekvorm, de specifieke hypotheekvoorwaarden, eventuele bijkomende advies- en administratiekosten, etc. Het staat dan ook niet bij voorbaat vast dat oversluiten in alle gevallen voordeliger is voor de klant. Zo kan bij een spaarhypotheek het oversluiten tegen een lagere rente resulteren in een hogere maandlast omdat de lagere rente ook tot gevolg heeft dat extra premiestortingen moeten worden gedaan om het gewenste eindkapitaal bij elkaar te sparen.
Indien een consument een hypotheek wil oversluiten naar een andere kredietverstrekker zal de hypotheekverstrekker aan de hand van de inkomsten van de consument dienen te beoordelen of voldaan wordt aan de inkomenscriteria zoals opgenomen in de ministeriële regeling hypothecair krediet. Hierin is onder meer bepaald welke inkomsten als vast en bestendig inkomen kunnen worden beschouwd en hoe het (toets)inkomen moet worden bepaald als de consument geen vaste dienstbetrekking heeft of als sprake is van een flexibele arbeidsrelatie. Echter ook wanneer sprake is van een te hoge loan-to income ratio (LTI-ratio) kan de hypotheekverstrekker onder bepaalde voorwaarden akkoord gaan met het oversluiten van een hypotheek indien het gaat om een hypotheek voor een woning die reeds in eigendom is van de consument (zie artikel 4, tweede lid, ministeriële regeling hypothecair krediet). Kredietverstrekkers zijn echter niet verplicht om consumenten te accepteren die een hypotheek willen oversluiten en kunnen bovendien zelf bepalen welke mogelijke (betaal)risico’s zij op hun bankbalans willen opnemen. Indien bestaande klanten met een te hoge LTI-ratio een hypotheek willen oversluiten bij hun eigen hypotheekverstrekker zal de hypotheekverstrekker eerder bereid zijn om daartoe over te gaan.
Ik zou er dan ook niet voor willen pleiten dat kredietverstrekkers verplicht een klant moeten accepteren die zijn hypotheek wil oversluiten. Een dergelijke acceptatieverplichting zou onder andere de concurrentie tussen kredietverstrekkers verstoren en tot gevolg hebben dat kredietverstrekkers overstaprisico’s standaard inprijzen in de vorm van een hogere rente voor hypotheken. Een acceptatieplicht is daarom niet in het belang van de consument.
Als gevolg van de lage rente en de toegenomen concurrentie op de hypotheekmarkt, is de betaalbaarheid van hypotheken verder toegenomen.
Consumenten die willen profiteren van de lage hypotheekrente kiezen er vaak voor om hun rentevastperiode af te breken om deze tegen een lagere rente opnieuw vast te zetten (bij dezelfde of een andere kredietverstrekker). Kredietverstrekkers rekenen hiervoor een vergoeding (boeterente) als compensatie voor de misgelopen rente omdat het contract tussentijds wordt opengebroken.
Vorig jaar heeft het kabinet zich hard gemaakt om banken te bewegen om rentemiddeling aan te bieden. Bij rentemiddeling wordt de boeterente feitelijk «uitgesmeerd» over de nieuwe rentevastperiode en profiteert de consument direct van een lagere rente zonder de boeterente meteen helemaal te hoeven voldoen.
In december 2015 heb ik de banken en verzekeraars middels een brief verzocht om een proactieve houding aan te nemen ten aanzien van het aanbieden van rentemiddeling. Diverse banken bieden rentemiddeling inmiddels aan of hebben aangekondigd dit binnenkort te zullen gaan doen.
Er vindt periodiek overleg plaats met de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) over aan de woningmarkt gerelateerde onderwerpen. Hierbij wordt ook het klantbelang onder de aandacht gebracht.
Op verzoek van, onder andere, de Minister van Financiën, de Consumentenbond, de Vereniging van Effectenbezitters en de Vereniging Eigen Huis, heeft de sector in september 2015 de eerste «Vertrouwensmonitor banken» gepubliceerd. In deze rapportage hebben de banken de individuele scores van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) uit het zogeheten «Klantbelang dashboard» openbaar gemaakt. Deze vertrouwensmonitor zal jaarlijks aan de Minister van Financiën worden aangeboden en biedt een mogelijkheid om over dit onderwerp met de sector in gesprek te blijven en zo nodig bij de sturen.
Ja.
De AFM heeft over dit aspect geen concrete signalen ontvangen.