Ingediend | 2 februari 2016 |
---|---|
Beantwoord | 24 maart 2016 (na 51 dagen) |
Indiener | Duco Hoogland (PvdA) |
Beantwoord door | Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD) |
Onderwerpen | verkeer weg |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z02076.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2018.html |
Ja.
Het is niet bekend op welke wijze kandidaten hun theoriekennis hebben opgedaan. Het CBR heeft sinds 2013 niet-inhoudelijke voorspelbaarheden (en dus ongewenste ezelsbruggetjes) uit examenvragen verwijderd. Overigens blijken sommige van deze aangeleerde trucjes zoals in de media genoemd niet te kloppen, omdat er ook vragen in de toets zitten waar juist het andere antwoord goed is (zogenaamde tegenhangers).
Desondanks is het onwenselijk dat ongewenste niet-inhoudelijk voorspelbaarheden kunnen worden gebruikt en daarom heeft het CBR opdracht gegeven om alle examenvragen te onderzoeken op bekende en mogelijk nieuwe systematische voorspelbaarheden zonder inhoudelijke grondslag. Daarnaast heeft het CBR zijn examinatoren gezegd om binnen het bestaande examen extra aandacht te hebben voor het juist toepassen van de verkeersregels door de kandidaat.
Ik vind een eerlijk afgelegd theorie-examen van groot belang voor de verkeersveiligheid. Daarom werkt het CBR aan een theorie-examen dat zo min mogelijk gevoelig is voor fraude. Hoe een ieder zich voorbereidt op een theorie examen staat hen vrij. Zo is het ook mogelijk om zonder opleiding het examen af te leggen. Dat is een individuele keuze. Na een theorie-examen moet een kandidaat ook een praktijkexamen afleggen. Hierbij wordt getoetst of een kandidaat de theorie ook adequaat in de praktijk toepast. Een gebrekkige kennis van de theorie verkleint de kans dat de kandidaat slaagt voor een praktijkexamen.
Er is niet gebleken dat het examen is gekraakt of is te halen met alleen niet inhoudelijke voorspelbaarheden. De validiteit en betrouwbaarheid van het theorie-examen is niet in het geding.
Er is continu overleg tussen het departement, CBR, branche en IBKI (Innovam Branche Kwalificatie Instituut) over het professionaliseren van de branche. De maatregelen die het CBR overweegt om misstanden aan te pakken zijn vaak onderwerp van gesprek. CBR heeft daarbij niet verzocht om extra wettelijke mogelijkheden.
Het CBR is op de hoogte van het bestaan van niet inhoudelijke voorspelbaarheden en bestrijdt het gebruik daarvan door deze te verwijderen. Uit de uitspraak blijkt dat ook. De opmerking van het CBR van 8 januari was in de context van de trend van een licht dalende slagingspercentage in de afgelopen jaren.
Het CBR weet niet welke kandidaten van welke opleidingsmethodiek gebruik maken, er valt derhalve geen relatie te leggen met slagingspercentages.
Het CBR heeft veel maatregelen genomen tegen fraude bij theorie-examens. Daarmee is een belangrijke succesfactor voor fraude fors belemmerd. Met de nieuwe systemen en examenzalen is fraude zoals gebaren, fluisteren en afkijken nagenoeg onmogelijk. Uiteraard volgt het CBR nieuwe technische ontwikkelingen om – indien nodig – aanvullende maatregelen tegen fraude in te zetten.
Het CBR heeft de afgelopen twee jaar duizend nieuwe examenvragen toegevoegd, maandelijks extra nieuwe examenvragen toegevoegd met een goedkeuringsprocedure door een commissie van externen, continu antwoordvolgorden gewisseld en niet inhoudelijke voorspelbaarheden (ezelsbruggetjes) – zover bekend – uit de examenvragen gehaald.
Het CBR heeft opdracht gegeven aan een extern deskundig bureau om alle examenvragen te onderzoeken op bekende en mogelijk nieuwe systematische voorspelbaarheden zonder inhoudelijke grondslag. Daarnaast heeft het CBR zijn examinatoren gezegd binnen het bestaande praktijkexamen extra aandacht te hebben voor het juist toepassen van de verkeersregels door de kandidaat.
Overigens signaleert het CBR dat het mondeling doorgeven van nieuwe examenvragen zich verplaatst naar buiten op straat en internet. Het CBR heeft geen mogelijkheden hiertegen op te treden.
Het CBR heeft de afgelopen jaren zich tot het uiterste ingespannen om de kwaliteit van de examens verder te verbeteren en fraude te voorkomen. Zie ook het antwoord op vraag 8.
Het CBR kan de overeenkomst met een rijschool eenzijdig opzeggen wanneer deze niet handelt in lijn met de afspraken uit de samenwerkingsovereenkomst waaronder gedragingen op examenlocaties. Het CBR heeft dit in een enkel geval ook al gedaan.
Ik ben voortdurend in overleg met branche, CBR, IBKI om te bezien of en hoe een kwaliteitsverbetering van de branche gestalte kan krijgen. Op verzoek van de branche is een onafhankelijke rijscholenkiezer ontwikkeld. Ook de belastingdienst organiseert ketenoverleggen om met meerdere partijen, waaronder de drie brancheverenigingen, in kaart te brengen hoe een verbeterslag in de branche kan worden gemaakt.
De kwaliteitseisen aan rijinstructeurs worden in de wet rijonderricht motorrijtuigen (WRM 1993) aangepast.
Het aanbieden van snelle opleidingen is niet per definitie slecht. Zo zijn er ook voor het praktijkexamen snelcursussen. Daar waar sprake is van fraude doet het CBR aangifte.
Ook kan de reclamecodecommissie een rol vervullen. In een eerder geval heeft de reclamecodecommissie naar aanleiding van een klacht van een cursist, een rijschool op de vingers getikt omdat geen sprake was van honderd procent slagingskans. De reclamecodecommissie kan echter bedrijven niet sanctioneren.
Dergelijke cijfers zijn niet te geven, immers » turbo-rijscholen» zijn niet als zodanig geregistreerd.
Ja, in die zin dat het CBR zijn examinatoren heeft gezegd binnen het bestaande praktijkexamen extra aandacht te hebben voor het juist toepassen van de verkeersregels door de kandidaat.
Het CBR heeft vanaf 2013 niet-inhoudelijke voorspelbaarheden – zover bekend – uit examenvragen verwijderd. Daarnaast blijken sommige van de aangeleerde trucjes zoals in de media genoemd niet te kloppen, omdat er ook vragen in de toets zitten waar juist het andere antwoord goed is (zogenaamde tegenhangers). Desondanks is het onwenselijk dat ongewenste ezelsbruggetjes kunnen worden gebruikt en daarom heeft het CBR opdracht gegeven aan een extern deskundig bureau om zowel alle vragen nogmaals te screenen maar ook proactief te bezien hoe deze kunnen worden voorkomen.
Ik keur dit af, ik heb echter geen instrumenten om daar iets tegen te doen. Wel heb ik de branche als geheel opgeroepen zich te laten horen. Zij kunnen hun mening over deze verhalen over 100% slagingskans ontkrachten, de uitspraak van de reclamecodecommissie nogmaals presenteren en faciliteren dat ouders en leerlingen kritisch zijn bij het uitkiezen van rijscholen bijvoorbeeld met hulp van de rijscholenkiezer.
Op 1, 2 en 4 februari jongstleden ontving ik schriftelijke vragen van de leden Visser (VVD), Hoogland (PvdA) en Smaling (SP) over louche rijscholen en het theorie-examen. De benodigde verzameling van informatie en afstemming met partijen waaronder het CBR vergt nog enige tijd. Ik zal u de gevraagde antwoorden zo snel mogelijk na het krokusreces toesturen.