Ingediend | 19 januari 2016 |
---|---|
Beantwoord | 8 maart 2016 (na 49 dagen) |
Indieners | Reinette Klever (PVV), Dion Graus (PVV) |
Beantwoord door | Martijn van Dam (staatssecretaris economische zaken) (PvdA), Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z00835.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1773.html |
Ja.
Er is tot nu toe voornamelijk onderzoek gedaan naar de mogelijkheid dat zeezoogdieren elektromagnetische straling kunnen waarnemen. Voor alle soorten walvissen en dolfijnen wordt verondersteld dat zij veranderingen in een magnetisch veld vanaf een bepaald niveau (0,05 μT (microTesla)) kunnen waarnemen. Of een magnetisch veld van een onderzeese stroomkabel de navigatie van zeezoogdieren verstoort, is niet bekend. Er zijn aanwijzingen dat verschillende soorten walvisachtigen geringe afwijkingen in aardmagnetische velden gebruiken voor navigatie en oriëntatie. Er zijn ook aanwijzingen dat de zogenoemde live-strandingen vooral plaatsvinden op locaties waar tijdelijke afwijkingen in het aardmagnetisch veld bepaalde misleidende patronen veroorzaken. Overigens zijn er verschillende andere theorieën bekend van oorzaken voor de strandingen van walvissen (toename in zonneactiviteit met veranderingen in het aardmagnetisch veld tot gevolg; verstoring van de zeewatertemperatuur; ziekte of sterfte van een leidend dier in een groep), maar tot nu toe is geen daarvan wetenschappelijk bewezen. Er zijn sinds de Middeleeuwen al strandingen van potvissen op de Nederlandse kust bekend; de oudste, gedocumenteerde stranding stamt uit 1254 of 1257 bij Stavoren. De meeste strandingen vinden plaats in de maanden van november tot februari. Dat is de periode waarin potvissen naar het zuiden trekken over de Atlantische Oceaan. Het verdwalen van potvissen in de Noordzee vormt een nog onopgelost raadsel.
In de Milieu Effect Rapportage (MER) voor de kabelverbindingen tussen de windparken voor de kust van Zeeland en het vasteland worden uitkomsten van diverse onderzoeken op dit gebied in beeld gebracht. Geconstateerd wordt dat het niet bekend is dat magnetische velden van onderzeese stroomkabels aantoonbare effecten veroorzaken op zeezoogdieren.
De doodsoorzaak bij een stranding van dergelijke grote zeezoogdieren is in het algemeen verstikking onder het eigen gewicht. Dat is iets anders dan de strandingsoorzaak, die – zoals aangegeven bij vraag 2 – niet bekend is.
Op 19 januari jl. zijn door de leden Klever en Graus (beiden PVV) vragen gesteld over de stranding van potvissen aan de Minister en Staatssecretaris van Economische Zaken. Voor de beantwoording van deze vragen is nader onderzoek nodig naar de relatie tussen het aanleggen van stroomkabels naar windmolenparken op zee en de navigatie van zeezoogdieren. Dit vraagt meer tijd dan gebruikelijk en om die reden verzoek ik u om uitstel voor de beantwoording van de vragen.