Ingediend | 7 januari 2016 |
---|---|
Beantwoord | 8 februari 2016 (na 32 dagen) |
Indiener | Fred Teeven (VVD) |
Beantwoord door | Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA), Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | economie europese zaken handel industrie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z00122.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1423.html |
Ja.
Naar aanleiding van een klacht van de Europese staalindustrie, is de Europese Commissie op 14 mei 2015 een antidumpingprocedure gestart. In deze procedure wordt onderzocht of er daadwerkelijk sprake is van dumping en of de dumping leidt tot schade aan de Europese industrie. De eerste resultaten van dit onderzoek worden uiterlijk op 14 februari 2016 verwacht.
De klacht van de Europese producenten ten aanzien van koudgewalst staal is ingediend op 1 april 2015 en heeft betrekking op de periode 1 april 2014 tot
31 maart 2015.
De zaak is op dit moment aanhangig bij de Europese Commissie. De Europese Commissie zal uiterlijk op 14 februari 2016 haar voorlopige bevindingen bekend maken en kan dan ook overgaan tot het instellen van voorlopige antidumpingheffingen. De lidstaten bespreken de bevindingen in het handelsdefensief comité van de Europese Unie. Een datum voor een bijeenkomst is nog niet voorzien.
De effecten van dumping verschillen per zaak. Zo heeft Nederland tegen antidumpingmaatregelen gestemd op siliciumstaal en zonnepanelen, mede omdat dergelijke antidumpingmaatregelen de prijzen van deze milieuvriendelijke goederen voor Europese consumenten en gebruikers verhogen en daarmee het gebruik ervan tegengaan. Dit is niet in lijn met Europese en Nederlandse milieudoelstellingen. De voor- en nadelen van antidumpingmaatregelen, ook in termen van het milieu, dienen per maatregel te worden bepaald en te worden meegewogen bij de vaststelling of een antidumpingmaatregel wenselijk is.
Tata Steel beslist zelf over de voortgang en investeringen in HIsarnatechnologie. Europese steun, bijvoorbeeld via het Research Fund for Coal and Steel (RFCS) kan de voortgang wel bespoedigen. Binnenkort zal de Europese Commissie een besluit nemen over het al dan niet toekennen van een financiële bijdrage daaraan.
Zie antwoord vraag 4.
Een antidumpingprocedure duurt in Europa maximaal vijftien maanden. De Europese Commissie is bevoegd na 60 dagen vanaf de inleiding van het onderzoek voorlopige antidumpingmaatregelen te nemen. In de praktijk duurt dit echter veelal negen maanden. Daarbij dient opgemerkt te worden dat de Commissie nu al voorlopige maatregelen met drie maanden terugwerkende kracht kan nemen. Hierdoor kunnen voor importen al na zes maanden vanaf de start van de antidumpingprocedure maatregelen gelden.
De huidige termijn van negen maanden is in de praktijk nodig om nut en noodzaak van de maatregelen goed te onderzoeken en te onderbouwen. De antidumpingmaatregelen hebben immers niet alleen effecten voor Europese producenten, maar ook voor Europese consumenten en industriële gebruikers van de goederen. Ook de belangen van deze partijen dienen in het onderzoek te worden meegewogen.
De Commissie heeft aangegeven dat zij in eenvoudige zaken deze termijn kan beperken tot zeven maanden. In combinatie met de mogelijkheid van terugwerkende kracht zouden dan voor importen antidumpingmaatregelen gaan gelden vier maanden na de start van de procedure.
Zie antwoord vraag 4.
Ja. Deze kwestie is besproken tijdens een ingelaste sessie van de Raad van Concurrentievermogen op 9 november 2015 en tijdens de reguliere Raad voor Buitenlandse Zaken handel op 27 november 2015. U wordt hierover op de gebruikelijke wijze geïnformeerd.