Ingediend | 7 januari 2016 |
---|---|
Beantwoord | 2 februari 2016 (na 26 dagen) |
Indiener | Frank Wassenberg (PvdD) |
Beantwoord door | Martijn van Dam (staatssecretaris economische zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | criminaliteit dieren economie handel landbouw openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z00116.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1360.html |
Ja.
Een volledig beeld van de omvang van de illegale hondenhandel is zeer lastig te krijgen, handelaren proberen illegale activiteiten immers buiten beeld te houden. Ik kan het veronderstelde feit dan ook niet op basis van cijfers onderschrijven. Dit neemt niet weg dat ik de zorgen deel omtrent de illegale handel in pups.
Er zijn de afgelopen jaren meerdere maatregelen getroffen om een beter toezicht te krijgen op de handel in honden. Dit betreft onder andere een verplichte identificatie en registratie van honden, een betere administratieplicht voor handelaren en afspraken met online handelsplaatsen over het informeren van (potentiële) kopers. Zowel de NVWA, de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) als de politie treden op tegen misstanden in de hondenhandel op basis van de geldende regelgeving.
Tegelijkertijd is het zo dat het aanbod helaas blijft bestaan zolang er vraag blijft naar goedkope pups. Het is onmogelijk om elke misstand uit te bannen. Dit neemt niet weg dat misstanden wel degelijk worden aangepakt.
De genoemde 50.000 betreft een schatting in het programma Zembla van het aantal niet in Traces (Trade control and export system) geregistreerde honden dat naar Nederland zou worden gebracht vanuit andere EU-lidstaten. Het registreren in Traces dient te geschieden in het land van herkomst waarop wordt toegezien door de autoriteiten in het land van herkomst. Als het niet registreren wordt ontdekt in het land van bestemming dan is de overtreding veelal al begaan. De autoriteiten in het land van bestemming kunnen dit signaleren richting het land van herkomst maar kunnen aldaar niet handhavend optreden. Een dergelijke schatting onderstreept voor mij (zonder de aantallen te kunnen bevestigen) de noodzaak om gezamenlijk met andere lidstaten de puppyhandel beter in beeld te krijgen.
Bij het constateren van misstanden wordt, indien nodig, contact opgenomen met de lidstaat van oorsprong om deze op de hoogte te brengen van de geconstateerde onregelmatigheden of om hulp te vragen bij het completeren van het dossier om op te kunnen treden tegen een overtreder. Er is met enige regelmaat contact met andere lidstaten over individuele zaken. Met de Vlaamse Autoriteiten worden goede contacten onderhouden en vindt ook beleidsmatig overleg plaats om op het terrein van dierenwelzijn zaken af te stemmen. In EU-verband vindt periodiek overleg plaats tussen alle lidstaten in het kader van het Permanente comité voor de voedselketen en de diergezondheid. Problemen aangaande de handhaving van de Europese regelgeving op het terrein van de hondenhandel kunnen hier tussen lidstaten worden gedeeld en gezamenlijk besproken met de Europese Commissie.
Momenteel wordt verkend of, en hoe, extra aandacht gevraagd kan worden bij de Commissie voor de problematiek.
Zoals onder andere aangegeven in een brief over puppyhandel (Kamerstuk 28 286 nr. 809, dd. 21 april 2015) en de antwoorden op het schriftelijk overleg over fokkerij (Kamerstuk 28 286 nr. 818, dd. 9 september 2015) en worden deze maatregelen nu geëvalueerd. Op basis van de evaluatie wil ik kijken of eventuele aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn. Uw Kamer ontvangt de evaluatie naar verwachting in het voorjaar.
De NVWA is primair verantwoordelijk voor de aanpak van de misstanden in de hondenhandel. De NVWA werkt hiertoe samen met zowel de politie als de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming. Zodra echter sprake is van een combinatie van veterinaire overtredingen met bijvoorbeeld georganiseerde criminaliteit, of agressieve daders, dan is de politie primair aan zet. Via het meldnummer 144 red een dier komt de politie soms als eerste een zaak op het spoor. Teneinde te zorgen dat zaken bij de juiste dienst terecht komen en de handhavers elkaar indien nodig weten te vinden voor ondersteuning zijn afspraken neergelegd in het Convenant samenwerking dierenhandhaving. Daarnaast vindt op verschillende niveaus (strategisch, tactisch, operationeel) overleg plaats tussen handhavers. Tot slot worden jaarlijks kwantitatieve en kwalitatieve afspraken over de opsporing gemaakt tussen de NVWA en het OM.
De exacte capaciteit nodig om elke misstand uit te bannen is niet te geven omdat de omvang van de illegale handel niet exact in beeld te brengen is. Kenmerk van deze handel is immers dat ze buiten beeld blijft. Het enkel verhogen van het aantal inspecties zal het probleem voorts ook niet volledig kunnen uitbannen.
Ik zet daarom ook in op andere instrumenten, zoals voorlichting. Ik blijf echter voortdurend streven naar het verhogen van de naleving van bestaande regels door ontwikkelen van risicogebaseerd en doelmatig toezicht. Om de naleving in 2016 te bevorderen zal door de NVWA worden onderzocht hoe de handhavingsregie verder geoptimaliseerd kan worden.