Ingediend | 6 januari 2016 |
---|---|
Beantwoord | 29 januari 2016 (na 23 dagen) |
Indieners | Selçuk Öztürk (GrKÖ), Tunahan Kuzu (GrKÖ) |
Beantwoord door | Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA), Klaas Dijkhoff (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | integratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z00081.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1336.html |
Ja.
In de kamerbrief over integratie en participatie van vluchtelingen (Kamerstuk 19 637, nr. 2085) bent u uitvoerig geïnformeerd over de inzet van het kabinet ten aanzien van werk en integratie van vergunninghouders. Werk en/of opleiding worden daarbij vooropgezet. De onderzoekers van het WRR hebben in hun policybrief opgenomen dat hun aanbevelingen in dezelfde lijn liggen als de kamerbrief.
Zie antwoord vraag 2.
Het kabinet zet zowel in op het bevorderen van de uitstroom van vergunninghouders naar gemeenten als op het effectiever inrichten van de asielprocedure. In de Kamerbrief van 27 november 2015 (Kamerstuk, 19 637, nr. 2086) bent u geïnformeerd over het sporenbeleid waardoor bij een blijvende hoge instroom verdere oploop van de wachttijden worden getemperd.
In de kamerbrief van 27 oktober bent u geïnformeerd over intensieve taalles in de opvang (Kamerstuk, 19 637, nr. 2073) en in de kamerbrief van 27 november (Kamerstuk, 19 637 nr. 2085) bent u geïnformeerd over de mogelijkheden die vluchtelingen hebben om aan taal en integratie te werken tijdens de asielprocedure en na vergunningverlening. Tevens wordt het voorinburgeringsprogramma in de opvang voor vergunninghouders met ingang van 1 januari 2016 uitgebreid, de taallessen worden geïntensiveerd en in het programma worden vergunninghouders voorbereid op de module «Oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt».
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
Onder meedoen wordt verstaan: werken of het voorbereiden op de arbeidsmarkt door het volgen van onderwijs of het doen van vrijwilligerswerk.
Ja.
Ja, zie het antwoord op vraag 2 en 3.