Ingediend | 8 december 2015 |
---|---|
Beantwoord | 14 april 2016 (na 128 dagen) |
Indiener | Duco Hoogland (PvdA) |
Beantwoord door | Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten organisatie en beleid ruimte en infrastructuur |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z23852.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2293.html |
Ja.
Ik heb hier geen inzicht in. In mijn brief van 27 oktober 2015 heb ik in antwoord op genoemde eerdere vragen aangegeven dat ik niet verantwoordelijk ben voor de veiligheidsbeoordeling en vervanging van gemeentelijke bruggen en kunstwerken, maar de gemeenten zelf. U vraagt mij nu de werkwijze van de gemeenten en daarmee de eventuele problematiek nader in beeld te brengen. Ik heb dit besproken met de Minister voor Wonen en Rijksdienst aangezien de van toepassing zijnde regelgeving voor de constructieve veiligheid van bestaande bruggen is vastgelegd in het Bouwbesluit 2012, dat onder zijn verantwoordelijkheid valt. Uitkomst is dat de Minister voor Wonen en Rijksdienst een verkennend onderzoek laat uitvoeren naar de toepassing van deze regelgeving bij de beoordeling van bestaande bruggen door gemeenten. Over de uitkomsten van dit onderzoek wordt u medio oktober geïnformeerd door de Minister voor Wonen en Rijksdienst. Rijkswaterstaat wordt vanuit haar expertise met de toepassing van deze regelgeving voor bruggen betrokken bij dit onderzoek.
Zie antwoord 2.
Gewichtsbeperkingen/bebordingen vinden hun grondslag in de Wegenverkeerswet. Voor het toezicht op de Wegenverkeerswet zijn verschillende toezichthouders aangewezen, waarbij de politie de handhaver in algemene zin is.
De ILT is dus slechts één van de toezichthouders, die toeziet op een specifiek deel van de Wegenverkeerswet. De ILT is voor wat betreft gewichtsbeperkingen/ bebordingen uitsluitend bevoegd tot handhaving bij beroepsvervoer of eigen vervoer dat verricht wordt met een vrachtauto ten aanzien waarvan in strijd wordt gehandeld met regelgeving inzake de Wegenverkeerswet 1994. Dat betreft onder andere eisen aan belading en de daarmee gepaarde gaande asbelasting van voertuigen.
Zie antwoord 2.
Ik heb daar geen beeld van. Dit aspect zal worden meegenomen in het in antwoord 2 genoemde verkennend onderzoek.
Zie antwoord 2.
Zoals ik heb aangegeven in antwoord 4 van mijn brief van 27 oktober 2015 participeert Rijkswaterstaat reeds in het overleg over de toepassing van de Eurocodes, de nationale bijlagen en de NEN 8700. Rijkswaterstaat brengt daar expertise in onder andere met betrekking tot het verkrijgen van meetgegevens. Momenteel wordt door TNO onderzoek uitgevoerd naar de belasting van gemeentelijke bruggen. De resultaten daarvan worden besproken in een NEN-werkgroep. Bij het in antwoord 2 genoemde verkennende onderzoek zal dit lopende onderzoek en de discussie in de NEN-werkgroep worden betrokken.
Op basis van de uitkomsten van het verkennend onderzoek zullen eventuele vervolgacties worden geformuleerd.
Op 8 december 2015 ontving ik vragen van het lid Hoogland (PvdA) over veiligheidsnormen voor gemeentelijke bruggen en viaducten. Tot mijn spijt kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De vragen hebben betrekking op het beleid bij gemeenten ten aanzien van de vervanging van bruggen en viaducten en kunnen niet door mij worden beantwoord. Ik zal nagaan op welke wijze de vragen eventueel wel beantwoord kunnen worden. Daartoe moet ik eerst met betrokken partijen in overleg. Over de uitkomst daarvan zal ik u zo snel mogelijk informeren.