Ingediend | 30 oktober 2015 |
---|---|
Beantwoord | 3 december 2015 (na 34 dagen) |
Indiener | Martin Bosma (PVV) |
Beantwoord door | Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie media |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z20315.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-759.html |
Ja.
Neen.
De Minister van SZW deed zijn uitspraak tijdens een Kamerdebat met de commissie Sociale Zaken over integratie. Hij bracht zijn grote zorg onder woorden over de polarisatie van het maatschappelijk debat over de opvang van asielzoekers en veroordeelde het feit dat het programma Pauw (eerder die week) een podium bood aan de extreme opvattingen van de NVU. Tegelijkertijd voegde hij daaraan toe dat hij als politicus niet wil bepalen «wie er bij de publieke omroep mag komen opdraven».
Over dat laatste kan geen misverstand bestaan: de Mediawet bepaalt nadrukkelijk dat de omroepinstellingen zelf de vorm en inhoud van hun media-aanbod bepalen en daar verantwoordelijk voor zijn. Dat geldt zowel voor de publieke als voor de commerciële omroepinstellingen.
Deze zogeheten redactionele autonomie vormt een hoeksteen van het mediabeleid: het garandeert dat de nieuws- en informatievoorziening aan de burgers geschiedt in volstrekte onafhankelijkheid. Dat is van groot belang voor het goed functioneren van onze parlementaire democratie. Dat laat onverlet dat over de keuzes en afwegingen die nieuwsredacties maken – in dit geval de redactie van het programma Pauw – verschillend kan worden gedacht, in voorkomende gevallen ook door de Minister van SZW.
Volstrekt niet. De Minister van SZW heeft juist de kern van het mediabeleid verwoord: de overheid bemoeit zich niet met de vorm en inhoud van het media-aanbod.
Ik kan u gerust stellen: ik blijf bij mijn bestendige gedragslijn en vel geen oordeel over de redactionele keuzes van programmamakers.