Ingediend | 21 oktober 2015 |
---|---|
Beantwoord | 8 december 2015 (na 48 dagen) |
Indiener | Tjitske Siderius (PvdA) |
Beantwoord door | Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z19589.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-817.html |
Laat ik beginnen met de constatering dat de Haagse schoolbesturen in de afgelopen maanden ongeveer 1.200 potentiële plekken hebben aangeboden voor de grofweg 400 leerlingen van het Aloysius College die per 23 november over zouden komen. Door middel van een website en diverse voorlichtingsbijeenkomsten hebben ouders en leerlingen een beeld kunnen krijgen van de diverse scholen. Vervolgens hebben zij kunnen aangeven wat hun eerste, tweede of derde keus was. Uiteindelijk is gebleken dat ongeveer 90 procent van alle leerlingen terecht is gekomen op hun school van eerste keus. Ik beschouw dit als een positief resultaat.
Ook de leerlingen van de afdeling Gifted Education hebben aan deze procedure mee kunnen doen. Specifiek was voor hen aangegeven welke scholen een apart aanbod hadden voor deze getalenteerde groep leerlingen. Wel was daarbij duidelijk dat de wijze waarop het onderwijs voor de leerlingen van de afdeling Gifted Education zou worden georganiseerd, erg af zou hangen van het aantal aanmeldingen. Op de website hebben de schoolbesturen duidelijk aangegeven bij welk aantal aanmeldingen er een extra klas zou worden geformeerd. Als bijvoorbeeld twee leerlingen zich aanmelden op een school, kan uiteraard geen aparte klas worden geformeerd. Als dit er tien of twaalf zijn wel. In praktijk is echter gebleken dat van de 67 leerlingen er twaalf zich reeds elders hadden aangemeld, buiten de Haagse procedure om. De resterende 55 leerlingen van de afdeling Gifted Education hebben zich daarnaast bij twaalf verschillende scholen aangemeld. De wens van sommige ouders om als groep zoveel mogelijk bij elkaar te blijven is dus, als gevolg van de keuzevrijheid van ouders en leerlingen, niet gerealiseerd. Overigens is ook van de groep leerlingen van de afdeling Gifted Education ongeveer 90 procent geplaatst op de school van eerste voorkeur. Kortom, er zijn veel mogelijkheden geboden aan alle leerlingen, ook aan die van de afdeling Gifted Education.
Het beeld dat er slechts enkele hoogbegaafde leerlingen terecht konden op Zandvliet College is geen juiste weergave. De schoolbesturen in Den Haag hebben van tevoren aangegeven welke plaatsen beschikbaar zijn en bij welk aantal leerlingen een nieuwe, aparte, klas gevormd zou worden. Sommige ouders hadden echter de verwachting dat op het Zandvliet College alle leerlingen van de afdeling Gifted Education in separate klassen les zouden krijgen. Het Zandvliet College heeft van het begin af aan aangegeven dat dit niet mogelijk is. Het aanbod van het Zandvliet College voor hoogbegaafden stond op de website, is toegelicht op de voorlichtingsbijeenkomst, in separate gesprekken met ouders én middels extra brieven. Zie verder het antwoord op vraag 1.
Passend onderwijs beoogt dat iedere leerling die extra ondersteuning nodig heeft, ook hoogbegaafde leerlingen, een passend aanbod moeten krijgen. Daarbij leg ik scholen niet op welke visie zij moeten hanteren. Ik constateer dat het Zandvliet College wel een visie op het onderwijs aan hoogbegaafden heeft en ook een aanbod voor deze leerlingen. Die visie en dat aanbod wijken af van datgene dat het Aloysius College bood. Het Zandvliet College heeft, net als veel andere scholen, als visie dat hoogbegaafde leerlingen juist waar mogelijk geïntegreerd les krijgen met de andere leerlingen (waarbinnen wel sprake is van een gedifferentieerde aanpak). Daarnaast krijgen deze leerlingen extra begeleiding en ondersteuning.
Ook krijgen deze leerlingen een verrijkend aanbod. Zo biedt het Zandvliet College vakken als Big History, Cambridge-Engels en Chinees. Deze «blended» aanpak is overigens op veel scholen terug te vinden die zich specifiek richten op het onderwijs aan hoogbegaafden. Daarnaast heeft het Zandvliet College het aanbod meer laten lijken op de situatie bij het Aloysius College. Daar is onder meer de mogelijkheid om Chinees te volgen uit voortgevloeid. Tenslotte biedt het Aloysius College op dit moment een «Class for the gifted» voor leerlingen in het basisonderwijs. Zandvliet heeft aangegeven dat ze ook een programma voor de getalenteerde leerlingen uit groep 7 en 8 van het basisonderwijs zullen aanbieden. Op deze manier blijft er een gericht aanbod voor deze leerlingen behouden voor de Haagse regio.
Nee, dat acht ik onwenselijk. Maar zoals uit bovenstaande antwoorden blijkt is dat ook niet het geval.
Het beeld dat deze leerlingen geen passend onderwijsaanbod hebben gekregen deel ik niet. Als ik de aanmeldingen nader bekijk, concludeer ik met tevredenheid dat 90 procent van deze leerlingen terecht is gekomen op de school van eerste keuze. Dit betekent dat er ook enkele leerlingen op de school van tweede of derde keuze geplaatst zijn. Dit impliceert echter niet dat er voor hen geen sprake is van een passend aanbod. Iedere school is namelijk verplicht om een passend aanbod te bieden. Daar is ook geld voor beschikbaar. Ik heb de samenwerkingsverbanden hier specifiek extra middelen voor gegeven. Datzelfde geldt voor scholen: zij ontvangen via de prestatiebox extra geld voor de ontwikkeling van toptalenten. Het krijgen van een passend onderwijsaanbod is echter iets anders dan terechtkomen op de school van je eerste voorkeur.
Schoolbesturen hebben een zorgplicht voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Gemeenten zien toe op de naleving van de leerplicht. Beide hebben daarin dus een verantwoordelijkheid om thuiszitten te voorkomen. Ik constateer wel dat alle leerlingen die op het Aloysius College zaten zich hebben aangemeld bij een andere school. Ik constateer ook dat in 90 procent van de gevallen dit de school van eerste voorkeur was. En tenslotte zijn de leerlingen afgelopen week daadwerkelijk overgegaan naar hun nieuwe school om daar de lessen te volgen en dit is naar mijn informatie op dit moment probleemloos verlopen. Ik beschouw dit als een positief resultaat.
Mijn beeld is niet dat er onderwijsplekken voor hoogbegaafden verdwijnen.
De procedure voor het stichten van een nieuwe vo-school is vastgelegd in artikel 65 van de Wet op het voortgezet onderwijs. Voor de bekostiging van een nieuwe school van een bepaalde richting in een bepaalde gemeente moet de aanvrager voldoen aan wettelijke criteria, met name de aantoonbare aantallen potentiële leerlingen per gewenste schoolsoort. De school moet rekening houden met stichtingsnormen en de aanvraag voor een nieuwe school moet in ieder geval de verlangde richting, schoolsoort, vestigingsadres en leerlingenprognose bevatten. DUO beoordeelt of de leerlingenprognose goed is opgesteld en of de aanvraag aantoont dat het verwachte aantal leerlingen na 6 en 10 jaar de wettelijke stichtingsnormen haalt. Ik heb echter geen signalen gekregen dat de ouders van de hoogbegaafde leerlingen van het Aloysius College het voornemen hebben (gehad) een nieuwe school te starten. Ik zie geen noodzaak om, als dit toch het geval zou zijn, hier extra middelen voor ter beschikking te stellen.
In mijn ogen is er wel degelijk sprake van een warme overdracht. Bovendien ontvangen de scholen extra middelen om de leerlingen van het Aloysius College na hun overstap te begeleiden.
Zoals uit bovenstaande antwoorden blijkt heb ik geen aanleiding om te denken dat dit zich voor zal doen.
Op 21 oktober heeft het lid Siderius (SP) vragen gesteld over problemen bij de overname van de afdeling Gifted Education van het Aloysius College. Hierbij deel ik u mee dat de beantwoording hiervan niet binnen de gebruikelijke termijn plaatsvindt. De overdracht van de leerlingen die niet in het examenjaar zitten vindt namelijk deze week plaats. Om zo volledig mogelijk te kunnen antwoorden wil ik deze ontwikkeling in de antwoorden meenemen. Uw Kamer ontvangt de beantwoording volgende week.