Ingediend | 25 september 2015 |
---|---|
Beantwoord | 5 november 2015 (na 41 dagen) |
Indiener | Keklik Yücel (PvdA) |
Beantwoord door | Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap onderzoek en wetenschap recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z17421.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-502.html |
Ja.
Wetenschappers discussiëren in de media met elkaar over het gewicht dat aan de onderzoeksresultaten wordt toegekend. In dat onderzoek gaat het om het relatieve aandeel van vrouwen bij het toekennen van subsidies door NWO. Wij mengen ons niet in de wetenschappelijke discussie maar wel in de discussie over maatschappelijke aspecten. Er valt namelijk te constateren dat er ongelijkheid is tussen mannen en vrouwen in carrièreperspectieven. Ongelijkheid in carrièreperspectieven tussen mannen en vrouwen is een breed maatschappelijk vraagstuk, dat op alle niveaus aandacht verdient. Dit geldt zeker ook voor de wetenschap. Zo is op dit moment 17 procent van de hoogleraren vrouw. Om deze reden hebben wij hiervoor ook extra aandacht gevraagd in de Wetenschapsvisie 2025.
Het onderzoek richtte zich op de Veni-beurzen. Uit het onderzoek blijkt dat het honoreringspercentage van vrouwen lager is dan van mannen (voor vrouwen is het 13 procent, voor mannen 17 procent). De discussie onder wetenschappers gaat over de vraag in hoeverre dit compelling evidence of gender bias is. Het in competitie verkrijgen van subsidies is in het algemeen een belangrijke factor voor de carrière van onderzoekers. De loopbaanontwikkeling van onderzoekers – van promotie tot hoogleraar – is echter afhankelijk van een bredere set factoren.
De ambitie om ook meer vrouwelijke hoogleraren aan te stellen heeft in feite met het onderzoek geen raakvlakken. Dit betreft universitair beleid. Wat NWO betreft kan worden gezegd dat in de strategienota 2015–2018 het diversiteitsbeleid inzet op gelijke kansen voor mannen en vrouwen.
NWO is al jaren actief om het aandeel vrouwen in de wetenschap te stimuleren. In de nieuwe strategie van NWO 2015–2018 die in april is gelanceerd wordt extra aandacht hieraan besteed. Deze studie die in opdracht van NWO is uitgevoerd past in dit beleid.
In het onderzoek wordt aangegeven, dat de oorzaak van de verschillen in beoordeling van mannen en vrouwen vermoedelijk ligt in onbewuste vooroordelen bij de beoordelaars. NWO wil nu op basis van de aanbevelingen een evidence-based aanpak ontwikkelen voor dit complexe vraagstuk. Internationaal is gebleken dat een bias training helpt in het mensen bewust maken van onbewuste denkprocessen. Ook alle aandacht die naar aanleiding van de publicatie van dit onderzoek is ontstaan, draagt bij aan een groter bewustzijn voor het probleem.
Omdat ook de onderzoekers betrokken zijn bij het invoeren en monitoren van de nieuwe maatregelen, ga ik ervan uit dat deze maatregelen effectief zijn en bijdragen aan een selectieprocedure die aan mannen en vrouwen gelijke kansen biedt.
In het onderzoek komt het woord discriminatie niet voor. Het onderzoek geeft aan dat de verschillen in beoordeling van mannen en vrouwen vooral liggen in onbewuste vooroordelen bij de beoordelaars en discriminatie suggereert dat het bewust gebeurt.
Op basis van de adviezen van de onderzoekers, komt er een vervolgstudie naar genderneutrale kwaliteitslabels. Daarnaast start NWO begin volgend jaar bij de eerstvolgende Veni-call een pilot met trainingen voor de beoordelaars om hen bewust te maken van gender bias met het oogmerk gender bias te voorkómen. NWO gaat de effecten goed monitoren.
Het onderzoek is halverwege 2013 gestart. Op dat moment waren de gegevens tot en met 2012 beschikbaar. Na 2012 vestigde NWO bij de beoordelingen de aandacht op het belang van genderbalans, maar de gegevens van de beoordelingen zijn buiten de scope van dit onderzoek geen onderwerp van studie geweest.
Wij hebben geen rol in de toekenning van onderzoeksmiddelen.
Wel wil de Minister het vraagstuk breder bekijken dan alleen NWO of de tweede geldstroom. In haar contact met bestuurders van universiteiten zal zij gender bias ook op de agenda zetten, dit is immers een gedeelde verantwoordelijkheid in de gehele wetenschappelijke wereld.
Aparte monitoring op dit onderwerp is niet aan de orde. NWO legt binnen de bestuurlijke relatie van OCW met NWO reeds op gestructureerde wijze verantwoording af. Ook wordt in het bestuurlijk overleg tussen OCW en NWO regulier aandacht besteed aan de manier waarop NWO het gender-beleid oppakt en uitvoert. Verder hangt het succes van de maatregelen af van de inzet van de universiteiten op dit gebied.