Ingediend | 18 september 2015 |
---|---|
Beantwoord | 13 oktober 2015 (na 25 dagen) |
Indiener | Agnes Wolbert (PvdA) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's jongeren zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z16837.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-275.html |
ja.
Zie antwoord vraag 1.
Het stimuleren van gezonde keuzes, met name ook voor de jeugd, is een belangrijke prioriteit in het leefstijlbeleid. Maar het is een complex probleem met betrokkenheid van veel partijen. Complex, omdat het maken van keuzes, gezond en ongezond, zowel voor jongeren als volwassenen, vaak niet los staat van externe invloeden. Hierin ben ik het geheel eens met de heer Van der Burg. De omgeving heeft een belangrijke rol bij het maken van keuzes.
Het gezonder maken van de omgeving vraagt om een multidisciplinaire en een langdurige aanpak, waarbij ouders een belangrijke rol spelen, maar ook cateraars, automatenleveranciers en het onderwijs een ondersteunende rol kunnen spelen. Zoals aangegeven in mijn brief in reactie op de motie Wolbert CZ-141843 d.d. 7 oktober 2015, ondersteun ik het doel om schoolkantines gezond te krijgen volledig. In deze brief ben ik ingegaan op de beleidsinzet op gezondere kantines van de afgelopen jaren, en welke mogelijkheden er nog zijn in de komende jaren. Om te beoordelen of een kantine een Gezonde Schoolkantine is, wordt uitgegaan van de Richtlijnen Gezondere Kantines van het Voedingscentrum5. Hierbij wordt de kantine niet slechts beoordeeld op de aanwezigheid van frisdranken en frituurhappen, maar wordt het totale aanbod en de uitstraling van de kantine meegenomen.
Voor de beantwoording van de vragen 4 en 5 verwijs ik naar mijn brief, die helaas enkele dagen na 1 oktober aan uw Kamer is verzonden. Deze extra tijd was nodig voor afstemming met betrokken partijen en het Ministerie van OCW.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.