Ingediend | 28 juli 2015 |
---|---|
Beantwoord | 18 september 2015 (na 52 dagen) |
Indiener | Jaco Geurts (CDA) |
Beantwoord door | Sharon Dijksma (staatssecretaris economische zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z14413.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-38.html |
Ja.
Ja.
Het Gerecht van het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft, in een uitspraak van 12 september 2013 in een beroep van Duitsland tegen een beschikking van de Europese Commissie (EC), geoordeeld dat natuurbeheer een maatschappelijk karakter heeft en geen economische activiteit is. Het Gerecht oordeelde ook dat de betreffende Duitse natuurbeheerders economische activiteiten konden verrichten die niet rechtstreeks verbonden en ondergeschikt waren aan hun primaire taak, het natuurbeheer. Op grond van die omstandigheid oordeelde het Gerecht dat de Duitse natuurbeheerders in deze zaak beschouwd moeten worden als ondernemingen in de zin van het staatssteunrecht.
Nederland heeft in 2009 de Modelsubsidieregeling grondaankopen EHS (zie bijlage bij Kamerstuk 30 825, nr. 181) gemeld bij de EC, die deze regeling vervolgens verenigbaar heeft verklaard met de gemeenschappelijke markt.
Nee. De in het antwoord op vraag 3 genoemde en door de EC goedgekeurde Modelsubsidieregeling grondaankopen EHS staat open voor alle particulieren.
De Vereniging Gelijkberechtiging Grondbezitters voert sinds 2008 een klachtprocedure bij de EC over de situatie van voor de goedkeuring van de genoemde modelsubsidieregeling. De klacht houdt in dat de Nederlandse Staat in het verleden onrechtmatige staatssteun zou hebben verleend aan terreinbeherende natuurorganisaties, door de verwerving van natuurgronden door deze organisaties te subsidiëren.
De Europese Commissie onderzoekt de klacht en heeft zich nog niet uitgesproken over de gegrondheid van de klacht. De Europese Commissie is hierbij niet aan termijnen gebonden.
Ten aanzien van het dossier gelijkberechtiging heb ik actief stappen gezet om particulieren bij het natuurbeheer te betrekken. In een overleg onder mijn voorzitterschap hebben alle betrokken organisaties ingestemd met een gezamenlijke opdracht om een goede samenwerking te bevorderen tussen TBO’s en de particuliere terreinbeheerders. Ter uitvoering van de opdracht zijn inmiddels in diverse provincies pilots gestart. Procesbegeleiders zijn de heren Verdaas en Schaap. Na de zomer wordt een evaluatiebijeenkomst georganiseerd, waarin het eindadvies van de procesbegeleiders wordt besproken.
Ja.
Ik vind dit jammer, temeer omdat er mijns inziens geen aanleiding voor is; zie hiervoor mijn antwoord bij vraag 8.
De Markerwadden is een project dat wordt gerealiseerd in opdracht van de Staat op/in gronden die in eigendom zijn en blijven van de Staat. De aanleg van de eerste fase Markerwadden is daarmee een aanbestedingsplichtige overheidsopdracht. Deze wordt door Rijkswaterstaat aanbesteed en daarbij wordt alle relevante wet- en regelgeving in acht genomen.
Om potentieel geïnteresseerde samenwerkingspartners in de gelegenheid te stellen om deel te nemen, is op 17 september 2013 een openbare uitvraag gedaan in de Staatscourant (Stctr. 2013, 25889). Naast deelname in de realisering konden partijen ook aangeven interesse te hebben in het verkrijgen van (een al dan niet gedeeld) recht van erfpacht. Behalve Natuurmonumenten hebben zich geen andere partijen gemeld.
De beoordeling van eventuele gegadigden zou gebeuren op basis van vooraf bekendgemaakte criteria door een selectiecommissie onder leiding van een onafhankelijke voorzitter.
Zie antwoord vraag 8.
Zie antwoord vraag 8.
In het Natuurpact « ontwikkeling en beheer van natuur in Nederland» (Kamerstuk 33 576, nr. 11) hebben Rijk en provincies afgesproken dat gelijkberechtiging van private partijen het uitgangspunt is bij het beheer en de verwerving van bestaande en nieuwe natuur. De provincies hebben dit uitgangspunt in overleg met alle betrokken partijen nader uitgewerkt. Dit heeft geresulteerd in de in IPO-verband opgestelde notitie «Beheer en eigendom van natuur» van maart 2014.
De notitie beschrijft dat levering van gronden die voortkomen uit projecten die een wettelijk traject hebben doorlopen, zoals landinrichtingsprojecten, reconstructiegebieden en kavelruilen, kunnen worden geëffectueerd omdat deze afspraken de wettelijk voorgeschreven procedure hebben doorlopen en diverse inspraak- en bezwaarmomenten hebben gekend. In andere gevallen geldt het uitgangspunt dat verkoop of aanbesteding van inrichting en/of beheer van gronden of de rechten daarop door de provincies altijd openbaar, transparant, marktconform en volgens het principe van gelijkberechtiging zal geschieden.
Zie antwoord vraag 8.
Zie antwoord vraag 11.
Zie antwoord vraag 11.