Ingediend | 21 juli 2015 |
---|---|
Beantwoord | 10 september 2015 (na 51 dagen) |
Indiener | Rik Grashoff (GL) |
Beantwoord door | Sharon Dijksma (staatssecretaris economische zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | dieren landbouw natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z14286.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-3342.html |
De achteruitgang van de weidevogels wordt veroorzaakt door een aantal verschillende factoren, waarvan de intensiteit van het gebruik van grasland er één is. De intensiteit van het gebruik van grasland heeft een relatie met de omvang van de melkveehouderij, waarover ik u per brief van 2 juli jl. heb geïnformeerd (Kamerstuk 33 979, nr. 98).
Op basis van het Identificatie- en Registratie (I&R) register voor runderen is het aantal vrouwelijke runderen (koeien, pinken en kalveren) van 1 april 2015 tot en met 1 juli 2015 met 57.744 toegenomen. Dat is een toename van 1,8 procent. De verwachting is dat in de tweede helft van dit jaar een geringere stijging van het aantal melkkoeien zal plaatsvinden na het bekend worden van de referentiedatum voor de fosfaatrechten en als gevolg van de daling van de melkprijs.
Het stelsel van fosfaatrechten kan geen aanvullende voorwaarden omvatten die specifiek zien op de bescherming van weidevogels. De Meststoffenwet, waarin het stelsel van fosfaatrechten zal worden opgenomen, heeft tot doel de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater te beschermen tegen verontreiniging met nutriënten (stikstof, fosfaat) uit de landbouw. Indirect is de biodiversiteit daarbij gebaat. De Meststoffenwet heeft echter de bescherming van weidevogels niet als doel. Daartoe zijn andere beleidsinstrumenten meer geëigend. Zo hebben boeren in de gebieden die belangrijk zijn voor weidevogels de mogelijkheid om zich door middel van overeenkomsten in het kader van het agrarisch natuurbeheer actief in te zetten voor het behoud van weidevogels.
Extensivering van bepaalde vormen van agrarisch gebruik is een van de maatregelen die helpen om de omgeving beter geschikt te maken voor weidevogels. Het belangrijkste instrument voor de verbetering van de weidevogelstand is het weidevogelbeheer in de zogenoemde kerngebieden in het kader van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Dit weidevogelbeheer gebeurt collectief door boeren uit een streek, die de vereiste maatregelen in samenhang nemen.
Tijdens het wetgevingsoverleg over de Natuurbeschermingswet heb ik toegezegd uw Kamer een brief te sturen over mijn visie op de aanpak van de teruglopende weidevogelstand. In die brief zal ik nader ingaan op deze vraag.