Kamervraag 2015Z13650

Het nieuwsblad van de Metaal Recycling Federatie (MRF)

Ingediend 3 juli 2015
Beantwoord 19 augustus 2015 (na 47 dagen)
Indiener Remco Dijkstra (VVD)
Beantwoord door Wilma Mansveld (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA)
Onderwerpen afval economie industrie natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z13650.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-3078.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de uitgave van het nieuwsblad van de Metaal Recycling Federatie (MRF) van juni 2015?

    Ja.

  • Vraag 2
    Klopt het dat bedrijven eerst een partij van 5.000 kilogram desktops of schermen moet verwerken om te bewijzen dat ze e-waste op een correcte manier verwerken? Zo ja, waarom is deze eis gesteld? Vindt u de eis proportioneel? Welke kosten zijn gemoeid met het naleven van deze eis? Bent u bereid om het beleid aan te passen als uit de monitoring blijkt dat de kosten en gevolgen disproportioneel zijn?

    Ja, dat klopt.
    In de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (WEEE-regeling) staat dat in Nederland vanaf 1 juli 2015 alleen volgens de WEEELABEX standaard WEEE mag worden verwerkt. Om aan te tonen dat verwerkers hieraan voldoen moeten zij zich certificeren.
    In de documentatie bij de WEEELABEX standaard staat geen vereiste dat er een minimum volume verwerkt moet worden om aan te tonen dat WEEE op een correcte manier verwerkt wordt.
    Wel geeft de WEEELABEX aan hoe verwerkingsbedrijven in aanmerking kunnen komen voor certificering en wat zij hiervoor moeten doen. Een van de vereisten is dat een zogenaamde «batch» test moet worden gedaan. Tijdens deze test wordt een vooraf vastgesteld volume aan WEEE verwerkt, waarbij de samenstelling van het WEEE en de verwerkingsomstandigheden representatief moeten zijn voor de dagelijkse gang van zaken bij het bedrijf. De test wijst uit of de verwerkingsprocessen op orde zijn (zoals juiste verwijdering van gevaarlijke stoffen), of de vereiste recyclingpercentages worden gehaald en of verbetering in de bedrijfsvoering gewenst is. Meestal is voor de test een volume van 5.000 kilo nodig. In specifieke gevallen is het ook mogelijk dat de test met een kleiner tonnage wordt uitgevoerd.
    Deze aanpak lijkt niet onredelijk of disproportioneel.
    De kosten die met de batchtest gemoeid zijn worden met name veroorzaakt door het tijdelijk stilleggen en schoonmaken van de «productielijn». Deze kosten zijn moeilijk te kwantificeren en hangen af van de aard en grootte van het bedrijf. Tijdens de test worden de opgespaarde apparaten alsnog verwerkt en blijft het productieverlies beperkt.

  • Vraag 3
    Gelden er nog andere soortgelijke eisen? Zo ja, welke? Waarom gelden deze eisen?

    Nee. Alle eisen staan in de WEEELABEX-Treatment1 standaard. De WEEELABEX standaard is met de voornoemde Regeling opgenomen als vertaling van de eisen van passende verwerking, zoals die in de Europese richtlijn WEEE zijn vermeld.

  • Vraag 4
    In hoeverre kunnen metaalrecyclers samenwerkingsverbanden aangaan om toch e-waste correct te verwerken, gelet op het feit dat het vanaf 1 juli 2015 strikt verboden is om zonder Waste Electric and Electronic Equipment LABel of EXcellence (WEEELABEX)-certificaat demontage- of verschrotingswerkzaamheden uit te voeren? Bijvoorbeeld door e-waste verwerking onder toezicht? Een voorbeeld: gecertificeerde recycler X sluit een alliantie met recycler Y die niet gecertificeerd is, maar wel onder toezicht van X e-waste mag bewerken; daarmee wordt bewerking door Y onderdeel van het proces van collega X; deelt u de mening dat dit ook een praktische oplossing is, vooral voor bedrijven waarvoor certificering bedrijfseconomisch nu nog een te grote stap is? Staat u deze oplossing toe?

    Nee, het be- en verwerken van WEEE door een niet-WEEELABEX gecertificeerde onderneming is niet toegestaan.
    De vereisten van WEEELABEX zijn gekoppeld aan de verwerkingshandeling, ongeacht de constructie. Dit betekent in de praktijk dat de WEEELABEX certificering geschiedt per verwerkingsstroom en dat elke verwerkingsstroom wordt geaudit door een WEEELABEX auditor.
    De Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de regelgeving en de eisen die aan verwerking van WEEE worden gesteld. De certificering is bedoeld om voorafgaand aan het verwerkingsproces duidelijkheid te scheppen dat verwerking van aan iedere verwerker aangeboden WEEE op een minimum kwaliteitsniveau zal plaatsvinden. Het certificaat is hiervoor het «bewijs».
    Tot slot mag niet onvermeld blijven dat de Europese WEEELABEX organisatie de werkwijze van werken ondertoezicht met klem van de hand wijst.

  • Vraag 5
    Waarom maakt Duitsland nog überhaupt geen aanstalten om WEEELABEX te introduceren? Waarom start België pas in 2016? In hoeverre biedt dit kansen voor Nederlandse partijen die hun zaakjes wel op orde hebben? Kan de verwerking van e-waste in Nederland plaatsvinden? Is het in dit kader mogelijk om e-waste makkelijker te importeren? Gaat u andere landen die de Europese regelgeving bij verwerking nog niet volgen hierop wijzen? Bent u bereid u in Europa in te spannen om te komen tot een gelijk(er) speelveld?

    Met de vereisten in de Europese richtlijn WEEE is een gelijk speelveld binnen Europa gecreëerd. Lidstaten bepalen evenwel zelf hoe zij deze vereisten op nationaal niveau implementeren. Elke lidstaat moet aan de inhoudelijke vereisten van de richtlijn voldoen.
    Bij importstromen uit het buitenland gelden de vereisten zoals die in de Nederlandse nationale wetgeving zijn geïmplementeerd, namelijk dat verwerking alleen geschiedt door WEEELABEX gecertificeerde verwerkers.
    Bij export naar het buitenland geldt dat in dat buitenland de vereisten voor passende verwerking uit Europese richtlijn WEEE moeten worden toegepast.
    Bedrijven in Duitsland en België die geïmporteerd Nederlands WEEE verwerken, zullen dus aan dezelfde eisen van passende verwerking moeten voldoen zoals die in de WEEE-richtlijn staan geformuleerd. Het is aan de exporteur om na te gaan en aan te tonen dat dit het geval is. Dit beginsel geldt ook voor export naar landen buiten de EU. Bij grensoverschrijdend transport van Afval is tevens de EVOA van toepassing.

  • Vraag 6
    Bent u bereid pragmatische oplossingen te vinden voor problemen die zich voordoen?

    Ja, dat gebeurt al sinds het implementatietraject van de Europese richtlijn WEEE van start is gegaan en waarbij partijen samenwerken.

  • Vraag 7
    Bent u bereid uw uitspraak, gedaan tijdens het Algemeen overleg Grondstoffen en Afval van 25 juni jongstleden met betrekking tot het verzoek tot uitstel van handhaving tot 31 december 2015 en gepaste controle, zonder dat direct door de ILT boetes worden uitgedeeld, schriftelijk aan de Kamer te bevestigen?

    Tijdens het AO Grondstoffen en Afval op 25 juni 2015 heb ik gezegd: «Het is belangrijk dat we de handhaving niet opjagen, maar het is niet goed als we de deadline verzetten. Daarmee geef ik aan dat er beperkte ruimte is.»
    De ILT oefent haar taken onafhankelijk uit conform een vast en transparant interventiekader. Dit kader is uitgewerkt in de «interventieladder». Deze ladder is via de website van ILT toegankelijk en kent vijf interventiecategorieën («treden») met telkens met in gewicht toenemende consequenties voor de overtreder. Het wel of niet opleggen van een sanctie wordt voor elk specifiek geval, in het kader van voornoemd beleid beoordeeld.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z13650
Volledige titel: Het nieuwsblad van de Metaal Recycling Federatie (MRF)
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-3078
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Remco Dijkstra over het nieuwsblad van de Metaal Recycling Federatie (MRF)