Ingediend | 17 juni 2015 |
---|---|
Beantwoord | 2 juli 2015 (na 15 dagen) |
Indiener | Johan Houwers (Houwers) |
Beantwoord door | Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | verkeer weg |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z11526.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2791.html |
Het klopt dat er een proef wordt gedaan met chips in kentekens. Deze proef vindt niet plaats op de openbare weg, maar bij het Opleidings- en Trainingscentrum van het Ministerie van Defensie in Oirschot. De drie ontwikkelaars van de nieuwe RFID-chip in kentekenplaten voeren gedurende ruim een jaar een praktijktest uit. Het doel van de praktijktest is om te zien of de nieuwe chip onder alle omstandigheden goed is uit te lezen. De drie ontwikkelaars van de RFID-chip in kentekenplaten hebben aangegeven dat aanvullend op de praktijktest een privacy impact assessment zal worden gedaan. Ook wordt de RFID-kentekenplaat aan een veiligheidsanalyse onderworpen. De periode van de proef loopt van 1 juni 2015 tot 30 juni 2016.
De proef is een zelfstandig en volledig privaat initiatief van de drie ontwikkelaars van de RFID-chip in kentekenplaten. De proef geschiedt niet in opdracht van de overheid. Van invoering van de RFID-chip in kentekenplaten is nog geen sprake. Pas als zou worden besloten om de RFID-chip in te voeren, wordt bekeken of dit dient te worden aanbesteed.
De ontwikkelaars van de RFID-chip in kentekenplaten geven aan dat met het gebruik van de chip kentekenfraude, autodiefstal en benzinediefstal bij tankstations kan worden tegengegaan. Op het moment dat de resultaten van de praktijktest bekend zijn, zal het kabinet bezien of de RFID-chip in kentekenplaten hier inderdaad een geschikt instrument voor is. Bij de afweging om de RFID-chip in kentekenplaten al dan niet in te voeren, zal echter naar meer aspecten worden gekeken dan enkel de technische werking, zoals naar privacy en kosten.
De brief over valse kentekenplaten die ik op 10 april 2015 naar uw Kamer heb gestuurd2, is opgesteld naar aanleiding van een mondelinge vraag van het lid Oskam over het gebruik van valse kentekenplaten. In de brief heb ik aangegeven dat er al veel maatregelen worden genomen om het gebruik van valse kentekenplaten te voorkomen en dat het aantal meldingen van diefstallen van blanco kentekenplaten de laatste jaren is afgenomen (vijf in 2013 en nul in 2014). Recent heeft de RDW bericht dat in 2015 vier meldingen zijn ontvangen. Omdat tijdens het vragenuur ook de mogelijkheid van het gebruik van een RFID-chip in kentekenplaten aan de orde is gekomen, ga ik daar in de brief ook op in. In de brief wordt aangegeven dat de drie ontwikkelaars van de nieuwe RFID-chip in kentekenplaten gedurende ruim een jaar een praktijktest uitvoeren. Op het moment dat de resultaten van de praktijktest bekend zijn, zal het kabinet een standpunt innemen over de wenselijkheid van het al dan niet doorvoeren van een RFID-chip in kentekenplaten. Dit standpunt is niet veranderd.
Dit aantal komt uit het bestuurlijk signaal Gebruik van valse kentekenplaten. Het is moeilijk om een precies beeld te krijgen van het misbruik dat van valse kentekenplaten wordt gemaakt. Daarom is niet met zekerheid te zeggen of er inderdaad 40.000 voertuigen rond rijden met valse kentekenplaten.
Pas als de resultaten van de praktijktest bekend zijn en de werking van de RFID-chip duidelijk is, kan worden bekeken of het al dan niet wenselijk is om de RFID-chip in te voeren. Op dat moment zal ook worden bekeken waarvoor de RFID-chip precies kan worden gebruikt. Zo is het nog onduidelijk of autodiefstal door middel van een RFID-chip in kentekenplaten voorkomen kan worden.
Er worden al veel maatregelen genomen om het tanken zonder te betalen te voorkomen, zoals de invoering van vooraf betalen. Het is correct dat vooraf betalen, al dan niet met een voorschot, het probleem van tanken zonder te betalen verkleint. Zoals in de voorgaande antwoorden toegelicht is nog niet bepaald of en zo ja met welke doelen de RFID-chip zal worden ingevoerd. De ontwikkelaars geven aan dat deze techniek meer mogelijkheden biedt dan alleen de aanpak van tanken zonder te betalen.
Voor dit antwoord verwijs ik naar het antwoord op vraag 6.
Zie antwoord vraag 8.
Ja.
Pas op het moment dat de resultaten van de proef bekend zijn, zal worden bekeken welke technische mogelijkheden er precies zijn waarvoor de chip kan worden gebruikt, of het systeem voldoende waarborgen ter bescherming van de privacy kent, welke kosten eraan verbonden zijn en wie er toegang tot het systeem zou moeten krijgen.
Van invoering van de RFID-chip in kentekenplaten is nog geen sprake. Pas als zou worden besloten om de RFID-chip in te voeren, wordt bekeken hoe de invoering zal geschieden. Het is wel de verwachting dat, als de RFID-chip wordt ingevoerd, alle kentekenplaten (op den duur) vervangen zullen moeten worden. Dit brengt kosten met zich. In het bestuurlijk signaal Gebruik van valse kentekenplaten staat dat het om € 8,– per auto zal gaan. Daarnaast moet apparatuur worden aangeschaft om de kentekenplaten uit te lezen. Het is onbekend wat de kosten hiervan bedragen en de financiële voordelen zijn eveneens nog niet bekend. De financiële voordelen zijn mede afhankelijk van de feiten waarvoor de RFID-chip zal worden ingezet (indien tot invoering van de RFID-chip in kentekenplaten wordt besloten). Op het moment dat de resultaten van de praktijktest bekend zijn, zal het kabinet een standpunt innemen over de wenselijkheid van het al dan niet doorvoeren van een RFID-chip in kentekenplaten. Daarbij zal ook de afweging worden gemaakt of de baten van de RFID-chip opwegen tegen de kosten.
Nee, indien wordt besloten tot invoering van de RFID-chip zullen (op den duur) alle kentekenplaten moeten worden vervangen.
Zoals eerder aangegeven, duurt de proef tot 30 juni 2016. Op het moment dat de resultaten van de praktijktest bekend zijn, zal het kabinet een standpunt innemen over de wenselijkheid van het al dan niet doorvoeren van een RFID-chip in kentekenplaten. Daarbij zullen ook aspecten als kosten en privacy worden meegenomen. Uw Kamer wordt op dat moment vanzelfsprekend in de gelegenheid gesteld om uitgebreid met het kabinet van gedachten te wisselen over dit onderwerp.
Zie antwoord vraag 14.