Ingediend | 17 juni 2015 |
---|---|
Beantwoord | 7 juli 2015 (na 20 dagen) |
Indieners | Peter Oskam (CDA), Enneüs Heerma (CDA) |
Beantwoord door | Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | integratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z11523.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2823.html |
Ik heb kennis genomen van deze uitspraak.
De Nederlandse overheid heeft vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel. Het staat de burgemeester van Hilversum vrij om – binnen de grenzen van de wet – zijn mening te uiten. Daarnaast zijn bestuurders verantwoording schuldig aan een vertegenwoordigend lichaam. De gemeenteraad van Hilversum heeft schriftelijke vragen gesteld en de burgemeester heeft aan de raad zijn standpunt toegelicht en verduidelijkt.
Zie antwoord vraag 2.
In antwoord op vragen van uw Kamer van 3 februari (leden Oskam, Omtzigt en Knops) heb ik aangegeven dat het bekend maken van het aantal uitreizigers op gemeentelijk niveau niet aan de Minister van Veiligheid en Justitie is. De relevante diensten monitoren op landelijk niveau de ontwikkeling van het aantal uitreizigers. Periodiek worden deze landelijke totaalcijfers als richtgetal door de AIVD openbaar gemaakt. Indien daar aanleiding toe is, zullen de landelijke diensten zoals de AIVD gemeenten informeren.
De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) verstrekt aanvullend via diverse kanalen informatie over onder andere mogelijk handelingsperspectief in het geval van eventuele uitreis(pogingen). Daarnaast investeert de NCTV actief de ondersteuning van gemeenten die te maken hebben uitreisproblematiek, onder andere door advies over interventiemogelijkheden, opzetten van samenwerkingsverbanden en informatieknooppunten en versterken van kennis en kunde over aanpak en fenomeen.
Zie antwoord vraag 4.
Ja, het staat eenieder vrij zijn mening te uiten zolang binnen de wettelijke kaders aanvaardbaar en toelaatbaar.