Ingediend | 11 juni 2015 |
---|---|
Beantwoord | 3 juli 2015 (na 22 dagen) |
Indiener | Eric Smaling |
Beantwoord door | Wilma Mansveld (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA), Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD) |
Onderwerpen | bodem natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z10913.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2802.html |
Ja.
Na de aanpak van de spoedlocaties volgens afspraken in het bodemconvenant resteren locaties waar potentieel een verontreiniging aan de orde kan zijn. Het aantal van 200.000 is een grove inschatting van locaties waar de concentratie van stoffen boven de achtergrondwaarde kan zijn.
De huidige aanpak van de verontreinigde locaties is er op gericht om ten minste alle gevallen aan te pakken met een hoog risico voor de mens en met een groot risico om via verspreiding de kwaliteit van het grondwater op grote schaal aan te tasten. Hierbij is onderzocht in welke mate gevoelige functies als waterwinningen het risico beïnvloeden. Bij de gevallen met een hoog risico moeten binnen een bepaalde tijd de risico’s zijn weggehaald of ten minste beheerst. Bij die potentieel verontreinigde locaties die mogelijk een risico vormen, zal bij een activiteit in of op de grond rekening gehouden moeten worden met de kwaliteit van de bodem. Overige bodemverontreinigingen die een mogelijke bedreiging vormen voor drinkwaterwinningen worden meegenomen in de specifieke gebiedsgerichte aanpak, die invulling krijgt via het KRW-spoor en de daarbij behorende gebiedsdossiers voor drinkwaterwinningen.
De bevoegde overheden ex Wet bodembescherming (Wbb) hebben de afgelopen jaren de locaties die een bedreiging vormen voor de kwaliteit van het grondwater geïnventariseerd. De locaties, die een groot risico vormen, zijn opgenomen op de lijst van spoedlocaties. Deze gevallen moeten voor 2020 zijn gesaneerd of tenminste zijn de risicio’s van deze gevallen beheerst. Overige gevallen die de drinkwatervoorziening kunnen bedreigen komen in beeld via de zogenoemde gebiedsdossiers voor drinkwaterwinningen.
De bevoegde overheden kunnen op grond van Hoofdstuk IV Wbb onderzoek (laten) verrichten naar de aard en omvang van de verontreinigingen. Indien geconstateerd is dat er sprake is van een ernstige verontreiniging kan deze constatering in een beschikking worden vastgelegd. Voorts bieden de gebiedsdossiers voor drinkwaterwinningen een kader, waarbinnen de specifieke risico’s voor de drinkwatervoorziening in beeld moeten worden gebracht.
In de afgelopen jaren zijn diverse acties ingezet om de inventarisatie van de lijst van spoedlocaties te completeren. Het is aan het bevoegd gezag om zo nodig verder onderzoek te verrichten. Voor de bedreiging van drinkwaterwinningen dient dit onderzoek plaats te vinden binnen het kader van de gebiedsdossiers.
Ook onder de Omgevingswet zullen straks instrumenten zijn om verontreinigde locaties aan te pakken wanneer dat voor de drinkwaterwinning nodig zou zijn. Daar waar mogelijk kan een gebiedsgerichte aanpak een kostenefficiënte oplossing bieden. In de toekomst kunnen de resterende (grondwater-) verontreinigingen via gebiedsgericht beheer worden beheerst.
De normering voor drinkwater betreft de kwaliteit van het drinkwater uit de kraan. De normeringsystematiek van bodemverontreiniging betreft de chemische kwaliteit van de vaste grond en het grondwater. In de zogenaamde gebiedsdossiers op grond van de Kaderrichtlijn Water wordt de relatie tussen de gewenste en beschikbare kwaliteit gelegd. Ter ondersteuning van die relatie tussen de normen wordt momenteel een monitoringsprogramma als onderdeel van het gebiedsdossier ontwikkeld. In het monitoringprogramma drinkwaterbronnen worden handvatten opgenomen voor de toetsing van de kwaliteit van de drinkwaterbronnen aan de KRW-doelen. Hiermee wordt meer duidelijkheid gegeven in de relatie tussen normering voor drinkwater en normen voor aanpak van bodemverontreiniging.
In het gebiedsdossier worden risico’s vanwege bodemverontreinigingen in beeld gebracht. Indien er een risico is voor de drinkwatervoorziening, wordt bezien op welke wijze het beste met het gesignaleerde risico kan worden omgegaan. Indien maatregelen getroffen moeten worden om de gewenste kwaliteit te bereiken zal een afweging worden gemaakt om de meest kostenefficiënte maatregelen in te zetten waarbij rekening wordt gehouden met de mate van bedreiging van de winning, de urgentie, kosten van verschillende mogelijke maatregelen en de gebiedsspecifieke situatie. Het bereiken van de KRW-doelstellingen wordt hiermee ondersteund.
De herziening van de Wbb valt samen met de overgang van de Wbb naar de Omgevingswet. Bij deze transitie zijn de belanghebbenden betrokken. Ook de belangen van de drinkwatersector zijn nadrukkelijk onderdeel van de input voor de herziening en inhoud van de Omgevingswet.
De drinkwatersector is vertegenwoordigd in de koepel van het bedrijfsleven en is daarmee betrokken bij het opstellen van het Convenant «Bodem en Bedrijfsleven 2015» dat ik op 18 mei 2015 samen met VNO-NCW en MKB Nederland heb ondertekend. Voor de specifieke knelpunten is de drinkwatersector actief betrokken bij het opstellen van de gebiedsdossiers.
De kennis over bodembeleid is binnen het ministerie geborgd. Deze capaciteit wordt ondersteund door uitvoeringsdiensten en kennisinstituten. Door middel van convenanten wordt de goede samenwerking, ook op het gebied van kennis, met de andere overheden en bedrijfsleven vastgelegd.
De bodemsanering en het in kaart brengen van de bodemverontreiniging valt onder de verantwoordelijkheden en taken van de bevoegde (decentrale) overheden. De inzet van of ondersteuning door bodemexperts is daarmee tevens een eigen initiatief van de betreffende bevoegde overheden. De landelijke pool van bodemexperts is een initiatief van het team (Uitvoeringsprogramma Bodemconvenant) dat de uitvoering van het huidige convenant met de andere overheden ondersteunt. Uit de ervaringen tot nu toe valt op te maken dat dit een uitstekende wijze is om de beschikbare kennis breed in te zetten.
Er is bij het rijk geen inzicht in het exacte aantal bodemexperts die bij de Omgevingsdiensten werkzaam zijn aangezien deze vanuit de decentrale overheden benoemd zijn. Het is namelijk aan de andere overheden om te zorgen dat de afspraken uit het convenant en de wettelijke taken op adequate wijze kunnen worden uitgevoerd. Ik herken het door u genoemde negatieve imago van bodem niet. Met de andere overheden en andere betrokkenen ben ik bezig om de zogenaamde verbreding van het bodembeleid vorm te geven. Zo wordt bijvoorbeeld gedurende de voorbereiding van de Structuurvisie Ondergrond veel kennis gegenereerd over de ordening van de activiteiten in de ondergrond. Het toezicht en handhaving bij bodemsaneringen is primair een taak van de bevoegde overheden.