Ingediend | 13 mei 2015 |
---|---|
Beantwoord | 23 juni 2015 (na 41 dagen) |
Indiener | Jasper van Dijk |
Beantwoord door | Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z08649.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2651.html |
Het artikel gaat in op de dit jaar gewijzigde toetsing van het centraal examen Nederlands. De discussie die hierover is ontstaan is voor mij aanleiding geweest om de gevolgen van de wijziging tegen het licht te houden. In de volgende antwoorden leest u mijn conclusies.
Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen en het centraal examen. Daarbij is het gebruikelijk dat er op verschillende momenten verschillende vaardigheden worden getoetst. Dat geldt ook voor het eindexamen Nederlands. In het schoolexamen worden de onderdelen «mondelinge taalvaardigheid», «schrijfvaardigheid», «literatuur» en «oriëntatie op studie en beroep» getoetst. Schrijfvaardigheid en daarmee spelling zijn dus wel onderdeel van het eindexamen Nederlands, alleen van het schoolexamen en niet van het centraal examen. Ik wil benadrukken dat elke leerling ook dit jaar wel degelijk moet bewijzen dat hij of zij de Nederlandse spelling goed beheerst.
In het centraal examen draait het om de onderdelen «leesvaardigheid» en «argumentatie». Dit jaar is de toetsing van het onderdeel «leesvaardigheid» op een andere manier vormgegeven dan voorgaande jaren. Er is vanaf 2012 gewerkt aan deze wijziging vanuit een toetstechnisch motief: de voormalige samenvattingsopdracht in het centraal examen had tot doel de leesvaardigheid te testen. Uit toetsanalyses bleek echter dat de validiteit en betrouwbaarheid van de samenvatting te wensen overliet: het was volgens de toetsdeskundigen van Cito en CvTE geen optimale manier om leesvaardigheid te testen. Daarom is de samenvatting geschrapt. Daarvoor in de plaats worden nu meerdere teksten gegeven waarover leerlingen vragen moeten beantwoorden.
Volgens de correctievoorschriften blijven spelfouten en schrijfvaardigheid buiten de beoordeling. De antwoorden moeten wél in begrijpelijk Nederlands zijn opgesteld. Als in het antwoord idiomatische of grammaticale oneffenheden staan, die leiden tot onduidelijkheid van het antwoord, kan dit reden zijn voor puntaftrek.
De mogelijkheid om de antwoorden van leerlingen ook te toetsen op spelling is indertijd door de deskundigen onderzocht en haalbaar bevonden. Zij hebben echter een lichte voorkeur voor de huidige variant (dus zonder toets op spelling) uitgesproken, en deze verwerkt in het examen. Gezien het belang dat uw Kamer en ik hechten aan het toetsen van spelling in het centraal examen Nederlands heb ik het CvTE verzocht de variant met toets op spelling bij de examens in 2016 weer in te voeren.
Kromme zinnen spelen nog wel een rol in het centraal examen. Er kan puntaftrek volgen als door idiomatische of grammaticale oneffenheden een antwoord minder juist of zelfs fout wordt. Mijn conclusie is dat het niet meer toetsen op spelling een voor mij ongewenst effect is van de verandering van het onderdeel leesvaardigheid van het centraal examen Nederlands.
Ik was en ben van mening dat spelling ook bij havo en vwo een onderdeel moet zijn van het centraal examen. Dat heb ik in het debat aangegeven en dat herhaal ik hier nogmaals. Zoals eerder opgemerkt, is bij de op zich verklaarbare keuze om leesvaardigheid op een betere manier centraal te toetsen, de aandacht voor spelling in de uitwerking van die keuze weggevallen. Dit laatste is niet mijn bedoeling. Zoals genoemd in het antwoord op vraag 2 worden bij de examens Nederlands in 2016 de aftrek van punten bij onjuiste spelling weer in de correctievoorschriften opgenomen.
Het centraal examen van dit jaar blijft zoals het is: ik wil niet dat leerlingen achteraf geconfronteerd worden met wijzigingen van de correctievoorschriften. Overigens verlaat zoals hierboven gesteld ook dit jaar geen leerling het havo of vwo zonder dat ook de Nederlandse spelling geëxamineerd is.
Voor mij is duidelijk dat in de praktijk blijkt dat er voor foutieve spelling in het centraal examen in ieder geval geen punten aftrek plaatsvindt. Zoals eerder gezegd vind ik dat ongewenst en vandaar mijn verzoek aan het CvTE om dit bij de examens in 2016 aan te passen.
Ik deel die mening, maar dit is niet conform de bovengenoemde motie: die motie betrof het verzoek onderzoek te doen naar het toetsen van spelling bij alle onderdelen van het centraal examen, niet alleen het Nederlands. Dit onderzoek is gedaan en daarover bent u geïnformeerd in de voortgangsrapportage taal en rekenen van 7 juni 2011 (Kamerstuk 31 332, nr. 16). Uit het onderzoek van het (toenmalige) CvE bleek dat aan het voorstel van de Kamerleden Van Dijk en Jasper Van Dijk grote nadelen kleefden. De organisatie van centrale examens zou hiermee onder druk komen te staan, de complexiteit van de centrale examinering zou toenemen en de betrouwbaarheid en validiteit van de examens zou afnemen. Ook bleek dat de vakcommissieleden het meetellen van spelling en grammatica bij ieder centraal examenonderdeel vanuit hun deskundigheid ontraadden. Daarom is toen besloten het toetsen van spelling bij alle onderdelen van het centraal examen niet te doen.