Ingediend | 16 maart 2015 |
---|---|
Beantwoord | 1 april 2015 (na 16 dagen) |
Indieners | Foort van Oosten (VVD), Madeleine van Toorenburg (CDA) |
Beantwoord door | Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z04630.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1796.html |
Ja.
De onderzoekers constateren dat er geen aanleiding noch noodzaak is dat samenwerkingsverbanden (op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen) een hoger rentepercentage betalen dan individuele gemeenten. Immers, zowel gemeenten als samenwerkingsverbanden zijn organisaties die als gevolg van de vormgeving van de interbestuurlijke financiële verhoudingen niet failliet kunnen gaan. Samenwerkingsverbanden kunnen potentiële kredietverstrekkers tijdens onderhandelingen over het rentepercentage op hun solide financiële positie wijzen. Desondanks vinden de onderzoekers een zeer significant, maar beperkt verschil in rentetarieven tussen individuele gemeenten en samenwerkingsverbanden. Het gaat om een verschil van 4% (geen procentpunt), aldus de onderzoekers. Als een gemeente 1% rente betaalt, betaalt een samenwerkingsverband 1,04% rente.
Ik zie geen reden om nu maatregelen te treffen. Het gaat niet alleen om een beperkt verschil, maar het is ook aan gemeenten en samenwerkingsverbanden zelf om met financiële instellingen te spreken over leningen. Ik zal dit onder de aandacht brengen bij gemeenten in de actualisatie van de Handreiking Treasury.
Mij is geen signaal bekend dat de rente enig effect heeft op het aangaan van samenwerkingsverbanden.
Ja. Intergemeentelijke samenwerking en herindeling zijn manieren voor gemeenten om hun bestuurskracht te versterken. Uit onderzoek blijkt dat gemeenten vaak andere dan financiële overwegingen hebben om te kiezen voor herindeling, zoals het verbeteren van hun bestuurskracht en dienstverlening.