Ingediend | 6 februari 2015 |
---|---|
Beantwoord | 20 maart 2015 (na 42 dagen) |
Indieners | Joram van Klaveren (GrBvK), Louis Bontes (GrBvK) |
Beantwoord door | Fred Teeven (VVD) |
Onderwerpen | integratie migratie en integratie openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z02101.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1653.html |
Ja.
De onderzoekers van het door u aangehaalde onderzoek stellen dat uit het onderzoek naar voren komt dat zelfs na correctie voor een aantal sociaaleconomische achtergrondvariabelen de waarschijnlijkheid voor het verdacht worden van een strafbaar feit aanzienlijk groter is voor niet-Westerse minderheidsgroepen dan voor autochtone Nederlanders. De verschillen blijken het grootst bij jonge mannen van Marokkaanse en Antilliaanse afkomst. Over dit fenomeen is een groot aantal wetenschappelijke publicaties beschikbaar die geen eenduidige verklaringen geven. Enkele onderzoekers dragen culturele factoren aan, zoals verschillen in normen en waarden en het omgaan met autoriteit. Zoals verwoord in de brief van 23 mei 2014 kiest het Kabinet, in samenwerking met gemeenten, daarom voor een generieke aanpak van dit fenomeen met maatwerk waar nodig 3. Bij de aanpak is zowel aandacht voor het voorkomen van probleemgevallen, als het stevig aanpakken van grensoverschrijdend gedrag.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Sinds kort is het CBS in staat om registergegevens van de Dienst Justitiële Inrichtingen over gedetineerden te verrijken met informatie uit het SSB (Sociaal-Statistische Bestanden), waardoor het CBS nu ook kan publiceren naar herkomst (geboorteland van ouders). In het verleden ontbrak deze mogelijkheid. De nieuwe tabel naar geslacht, leeftijd en herkomst zal jaarlijks in het tweede kwartaal worden geüpdatet met informatie.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht dat bijna twee derde van de gevangenen allochtoon is (ingezonden 6 februari 2015) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.