Ingediend | 2 februari 2015 |
---|---|
Beantwoord | 9 maart 2015 (na 35 dagen) |
Indiener | Bram van Ojik (GL) |
Beantwoord door | Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD), Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | defensie economie handel internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z01628.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1510.html |
Ja, net als bijvoorbeeld mijn collega’s van Frankrijk, Griekenland, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.
De economische missie is er, binnen het kader van de Defensie Industrie Strategie (Kamerstuk 131 25, nr. 20, 13 december 2013), op gericht de Nederlandse defensie- en veiligheidsindustrie te ondersteunen.
Deze handelsmissie strookt met het kabinetsbeleid om een Europees en internationaal level playing field te bevorderen, respectievelijk de Nederlandse defensie- en veiligheidsgerelateerde industrie internationaal te positioneren.
De deelnemende bedrijven opereren veelal zowel op de civiele als defensiemarkt.
Er zijn jaarlijks drie internationale defensiebeurzen, waarbij per geval de opportuniteit van deelneming vanuit Nederland en van een bewindspersoon wordt beoordeeld. Wat de IDEX betreft, hebben het economische en politieke belang van de bilaterale relatie met de Verenigde Arabische Emiraten – een coalitiepartner uit de regio in de strijd tegen ISIS – ook meegewogen in deze beoordeling (zie ook het antwoord op vraag 9).
Dit bericht blijkt onjuist te zijn, zie de antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen over dit onderwerp van 11 februari 2015 (Aanhangsel Handelingen TK 2014–2015, nr. 1284).
Neen. Deelneming staat niet haaks op het kabinetsbeleid ten aanzien van wapenexport. Daarnaast biedt dit bezoek een nuttige gelegenheid om de brede bilaterale betrekkingen met een relevante politieke en economische partner in de regio, de Verenigde Arabische Emiraten, aan te halen.