Ingediend | 15 januari 2015 |
---|---|
Beantwoord | 5 februari 2015 (na 21 dagen) |
Indieners | John Kerstens (PvdA), Jan Vos (PvdA) |
Beantwoord door | Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | werk werkgelegenheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z00523.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1230.html |
Ja.
Op 28 januari jl. heb ik uw Kamer een appreciatie van deze studie van Jeronim Capaldo gestuurd. Hierin heb ik aangegeven dat de studie resultaten oplevert die worden gedreven door het gebruik van bepaalde aannames, bijvoorbeeld dat TTIP zou leiden tot een nieuwe financiële crisis en aanhoudende bezuinigingen. Deze aannames lijken mij onwaarschijnlijk, en op basis daarvan onderschrijf ik de conclusies van Capaldo dan ook niet.
We bestuderen alle onderzoeken en studies nauwgezet en bezien de mogelijke consequenties voor onze inzet. Er zijn op dit moment geen modellen beschikbaar die beter in staat zijn om de lange-termijn effecten van dergelijke complexe handelsakkoorden in te schatten dan het CGE-model. Dit is onlangs nog bevestigd door een rapport voor het Europees parlement.3 Uiteraard is het CGE-model, net als elk ander model dat dit soort complexe inschattingen moet maken, niet perfect.
Wat betreft de werkgelegenheid maakt van de genoemde studies alleen de studie van Bertelsmann Stiftung een inschatting van het aantal banen dat door TTIP gecreëerd zal worden. De studies van CEPR, Ecorys en CEPII geven aan dat in het gebruikte model geen effect op de totale werkgelegenheid berekend kan worden. Dit is een bekende beperking van het CGE-model.
Het uiteindelijk ontstaan van een evenwichtssituatie is inherent aan het CGE-model. De studies gebaseerd op het CGE-model richten zich alleen op economische groei en doen geen uitspraken over de werkgelegenheidseffecten.
Wat wel mogelijk is, is op basis van de verwachte exportgroei een inschatting te maken van de werkgelegenheidseffecten. Zo heeft de Europese Commissie zelf een inschatting gemaakt dat elke miljard euro aan export zo’n 15.000 banen ondersteunt. Dit zou in het meest ambitieuze scenario gelijk staan aan meer dan 2,5 miljoen banen in de EU. Maar ook hiervoor geldt dat dit een ruwe schatting is.4
De effecten van TTIP op de Europese export en het BNP zijn gebaseerd op onwaarschijnlijke aannames die zorgen voor een negatieve uitkomst. Op basis van deze negatieve groei van het BNP en export zal de werkloosheid toenemen en het aandeel van inkomen uit arbeid afnemen. Zoals in het antwoord op vraag 2 al aangegeven, ben ik het niet eens met deze conclusies van het rapport van Capaldo.
Als TTIP goed wordt uitonderhandeld door de Europese Commissie, en daar zien alle lidstaten scherp op toe, dan wordt het een evenwichtig akkoord. Dat betekent dat de EU meer markttoegang krijgt tot de VS en vice versa. De import uit de VS zal groeien door TTIP, net als de export uit de EU naar de VS. Handelsliberalisatie is namelijk geen zero-sum game. Beide partijen zullen economisch profiteren.
Dat import direct ten koste gaat van binnenlandse productie is een achterhaald beeld in een wereld die bestaat uit gefragmenteerde productieketens. Als een Nederlandse fabrikant onderdelen voor zijn product uit de VS met TTIP goedkoper kan importeren, dan zijn de totale kosten voor het eindproduct ook lager.
Overigens wordt er in de studie naar de impact van TTIP van het Centre for Economic Policy Research juist ingeschat dat de export van de EU naar de VS meer zal stijgen dan de import van de VS naar de EU.
TTIP zal niets afdoen aan de sociale verworvenheden in Europa. Door de EU wordt in elk vrijhandelsakkoord een zogenaamde labour clause opgenomen. In deze clausule staat dat regelgeving op het gebied van werkgelegenheid en sociale zekerheid geldig blijft, ongeacht wat in het akkoord wordt opgenomen. De EU heeft daarmee de ruimte om haar sociale model in stand te houden.
Sommige sectoren en bedrijven kunnen door TTIP meer concurrentie gaan ervaren, waardoor er mogelijk in die sectoren banen verloren gaan. Daar staat tegenover dat andere sectoren juist meer kansen krijgen door naar de VS te exporteren. Ik verwacht dat de balans positief is. Verder spreek ik met de vakcentrales over het verzachten van de negatieve gevolgen in de sectoren waar banen verloren gaan.
Er zal inderdaad een handelsverschuiving plaatsvinden, zoals de Europese Commissie zelf eerder ook al heeft aangegeven.5 Echter, op basis van het onderzoek van het Centre for Economic Policy Research is te zien dat deze handelsverschuiving gecompenseerd wordt door handelscreatie en dat TTIP daarmee per saldo een positief effect heeft op de gehele Europese economie.6
De voordelen van TTIP voor de Nederlandse economie zijn in 2012 in opdracht van de Nederlandse overheid uitgezocht door Ecorys. Op basis van verschillende scenario’s analyseert Ecorys de economische impact op BNP-niveau en de gevolgen voor verschillende sectoren. De studie laat zien dat op lange termijn de baten voor Nederland tussen de 1,4 en 4,1 miljard euro liggen. Uiteraard zijn er tussen en binnen de sectoren wel verschillen. Deze studie is openbaar en is vorig jaar ook naar uw Kamer gestuurd (Kamerstuk 21501–02, nr. 1350).
Ik zal Capaldo uitnodigen voor een gesprek.