Ingediend | 31 oktober 2014 |
---|---|
Beantwoord | 24 november 2014 (na 24 dagen) |
Indiener | Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | recht rechtspraak |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z19420.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-639.html |
Ja.
Na het uitbrengen van een strafbeschikking door het Openbaar Ministerie (OM) in 2012 is hiertegen verzet ingesteld. De officier van justitie heeft vervolgens besloten de strafbeschikking in te trekken en de verdachte te dagvaarden voor de kantonrechter wegens overtreding van artikel 11 van de Wet openbare manifestaties. Nu de verdachte echter abusievelijk niet was geïnformeerd over het intrekken van de strafbeschikking (conform het bepaalde in artikel 257e, lid 8 van het Wetboek van Strafvordering), heeft de kantonrechter op 10 september 2013 geoordeeld dat sprake was van een dubbele vervolging en het OM niet-ontvankelijk in de vervolging verklaard. Vervolgens heeft de officier van justitie besloten dat de verdachte alsnog vervolgd diende te worden voor overtreding van artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht. Omdat succesvolle vervolging op basis van de jurisprudentie uiteindelijk toch niet haalbaar werd geacht, is besloten de dagvaarding voor dit feit in te trekken.
Nadat het OM niet-ontvankelijk was verklaard, heeft het OM op grond van de jurisprudentie geconcludeerd dat vervolging in deze zaak niet kansrijk en daarmee niet opportuun was. Dit is schriftelijk medegedeeld aan de gewezen verdachten en hun raadsman per brief van 28 oktober 2014, waarbij is aangegeven dat de zaak zou worden gesloten met sepotcode 03 (OM niet-ontvankelijk).
Nee, de beslissing van 28 oktober 2014 om de zaak niet opnieuw aan de rechter voor te leggen houdt geen verband met de invoering van nieuwe computersystemen, maar is gelegen in het feit dat hernieuwde vervolging niet opportuun werd geacht.
Zoals aangegeven in antwoord op vraag 3, achtte het OM een hernieuwde vervolging na de einduitspraak van de kantonrechter niet kansrijk. Verschillende uitspraken van rechterlijke colleges hebben inmiddels duidelijkheid verschaft over de reikwijdte van artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht. Er waren dan ook geen principiële vragen meer die konden worden beantwoord door hernieuwde vervolging in deze zaak.
Strafrechtelijke vervolging vindt slechts plaats als het OM tot het oordeel komt dat een strafbaar feit is gepleegd, waarop strafrechtelijk ingrijpen geboden en opportuun is. Zoals aangegeven in antwoord op vraag 3, acht het OM een hernieuwde vervolging na de uitspraak van de kantonrechter niet opportuun. Daarmee waren geen gronden meer aanwezig om de zaak opnieuw aan de rechter voor te leggen.
In deze zaak is sprake van een uitzondering. Doorlooptijden van zaken zijn normaal gesproken veel korter. Zoals bij u bekend, werk ik aan de versterking van de prestaties van de strafrechtketen (VPS). Dit moet er toe leiden dat strafzaken sneller, slimmer, beter en transparanter worden afgehandeld. Door middel van halfjaarlijkse voortgangsrapportages VPS wordt u over de vorderingen op de hoogte gehouden.