Ingediend | 30 oktober 2014 |
---|---|
Beantwoord | 1 december 2014 (na 32 dagen) |
Indieners | Wassila Hachchi (D66), Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
Beantwoord door | Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD), Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA), Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z19259.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-712.html |
Het kabinet heeft kennis genomen van deze persberichten. Uiteindelijk is het aan de Franse regering om te besluiten of en wanneer het bewuste schip aan Rusland afgeleverd wordt, maar het kabinet deelt de huidige Franse opvatting dat de omstandigheden er nu niet naar zijn om tot levering van de schepen over te gaan.
Het wapenembargo tegen Rusland is niet-bindend voor contracten van voor 1 augustus 2014. Frankrijk is voor deze transactie dus niet gebonden aan dit wapenembargo. Dat laat onverlet dat de Franse regering tot de conclusie kan komen dat de levering geen doorgang kan vinden.
Zie antwoord vraag 1.
Ja, de uitspraken in dit bericht van de Russische nieuwsorganisatie TASS zijn gedaan door de heer Sergey Ladygin, plaatsvervangend directeur-generaal Rosoboronexport, een Russisch staatsbedrijf verantwoordelijk voor de export van militaire goederen van Russische makelij.
Het wapenembargo tegen Rusland kent een aanzienlijke reikwijdte. Het verbiedt de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van militaire goederen aan Rusland. Het verbiedt ook technische bijstand, tussenhandelsdiensten of andere diensten die verband houden met militaire activiteiten en militaire goederen alsook de financiering en financiële bijstand hiervan. Europese bedrijven zijn zich zeer bewust van de beperkingen die voortvloeien uit het embargo.
Het besluit betreffende beperkende maatregelen, inclusief het wapenembargo, naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, zoals aangenomen door de Raad van de Europese Unie op 31 juli 2014 (Besluit 2014/512/GBVB) en beschreven in de Kamerbrief van 6 augustus 2014 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 902) is van toepassing tot en met 31 juli 2015.
Dit besluit wordt voortdurend geëvalueerd. Bij de aankondiging van het meest recente sanctiepakket op 12 september jl. beklemtoonde de voorzitter van de Europese Raad Van Rompuy dat het pakket schaalbaar en omkeerbaar is, afhankelijk van de situatie ter plaatse. Meest recentelijk besprak de Europese Raad (ER) van 23 en 24 oktober 2014 de situatie in Oekraïne. De ER zag toen geen reden voor het aanpassen van het geldende sanctieregime, maar zal dit voortdurend blijven toetsen aan de ontwikkelingen.
Handhaving van het EU-wapenembargo is de competentie van individuele EU-lidstaten. Het kabinet heeft geen aanleiding om te veronderstellen dat andere EU-lidstaten zich niet houden aan het wapenembargo tegen Rusland.
Het kabinet heeft geen inzicht in leveringen van boven de 1 miljoen euro vanuit EU-lidstaten op basis van voor 1 augustus 2014 gesloten contracten.
De implementatie van alle genomen maatregelen, inclusief het wapenembargo, is regelmatig onderwerp van gesprek in Brussel. Nederland zet zich actief in voor een effectieve naleving van het wapenembargo en andere maatregelen, onder andere door uitvoeringsproblemen aan de orde te stellen.