Ingediend | 29 september 2014 |
---|---|
Beantwoord | 10 oktober 2014 (na 11 dagen) |
Indiener | Carla Dik-Faber (CU) |
Beantwoord door | Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | economie energie natuur en milieu overige economische sectoren |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z16768.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-231.html |
De aantallen van 2.000 tot 5.000 te versterken huizen per jaar waren een eerste inschatting van NAM aan het begin van dit jaar over het tempo van preventief versterken en de benodigde kennis en capaciteit. Op dit moment is het onduidelijk welke aantallen huizen in totaal versterkt moeten worden, omdat er nog geen goede inschatting van de te verwachte grondversnellingen gedaan kan worden en omdat tegelijkertijd door NAM een inschatting wordt gemaakt van de sterkte van de huizen. Dit vereist een voortdurende onderzoeksinspanning die jaarlijks zal leiden tot betere risicoschattingen.
NAM heeft aangegeven dat dit één van de hoofdopdrachten is van de nieuwe uitvoeringsorganisatie (Project Service Bureau). De inspanningen die geleverd worden zijn er niet primair op gericht om zoveel mogelijk huizen te verstevigen maar worden gericht op het beperken van het veiligheidsrisico door steeds de meest kwetsbare (groepen van) gebouwen te versterken. De veiligheid van de inwoners staat voorop.
Dit jaar heeft NAM 4.000 straatinspecties uitgevoerd. Naast het wegnemen van acute risico’s, dragen deze inspecties bij aan de kennis van de gebouwen in de regio. Dit jaar zal de veiligheid van honderden gebouwen vergroot worden door middel van bijvoorbeeld het stabiliseren van zwakke gebouwen, vervanging van gevaarlijke bouwelementen als schoorstenen en kleine inpandige ingrepen. Deze inspecties hebben onlangs ook constructiefouten aan het licht gebracht van de zogenaamde «Jarinowoningen». Er vindt op dit moment intensief overleg plaats met gemeenten welke maatregelen hier genomen moeten worden.
Daarnaast is NAM volgens opdracht bezig met het opschalen van de verstevigingscapaciteit: in 2015 zal het aantal straatinspecties worden opgevoerd tot 11.000 en zullen 1.500 tot 3.000 woningen versterkt worden. Dit betekent dat er een serie maatregelen ontworpen wordt ter voorbereiding van een grootschalige uitrol. Hierbij kan gedacht worden aan de ontwikkeling van een technisch handboek, de aankoop van testwoningen, het opzetten van een ontwerpcompetitie en de opleiding van plaatselijke arbeidskrachten. Ondanks het feit dat we nog niet weten om hoeveel huizen het draait is de verwachting wel dat een substantieel aantal huizen moet worden versterkt. Daarom heb ik NAM gevraagd om met een plan te komen om de het tempo van preventief verstevigen op te voeren. De mate van en capaciteit tot opschaling is dus essentieel en NAM heeft toegezegd hier harde afspraken over te maken met de uitvoeringsorganisatie. NAM dient jaarlijks een plan in te leveren waarin ze inzicht geven in de planning. Eerste oplevering van deze planning is voorzien in januari 2015.
In het Bestuurlijk Akkoord (bijlage blg-281170 bij Kamerstuk 33 529, nr. 28) is een raming opgenomen van 500 mln euro voor bouwkundig versterken. Gezien de hiervoor genoemde onzekerheden is het nog niet bekend of de raming van 500 mln euro volstaat, maar het geeft voorlopig voldoende armslag. Daarnaast is 10 mln euro gereserveerd voor advies, stimulering van innovatieve bouwmethoden en directe meerkosten voor nieuwbouw. Dit bedrag wordt ingezet om een inschatting te kunnen maken van de precieze meerkosten en van de vraag of het mogelijk is om met betrekkelijk weinig meerkosten toch aardbevingbestendig te kunnen bouwen, bijvoorbeeld door het maken van alternatieve keuzes bij het ontwerp. Uit de pilot van de nieuwbouwregeling blijkt dat de betreffende eigenaren tevreden zijn over de geboden technische in financiële ondersteuning.
Vooralsnog volstaat het budget voor de nieuwbouwregeling, maar mocht blijken dat dit onvoldoende is dan zal ik verhoging met NAM bespreken.
Ja, ik ben op de hoogte van de brief.
Ik ken de zorgen van de lokale bestuurders of de uitgangspunten voldoende zijn meegenomen. Daarop ben ik zelf naar Groningen gegaan om dit met de Dialoogtafel te bespreken. Naar aanleiding van deze discussie zijn diverse informatiesessies gepland met leden van de Dialoogtafel waarbij een lijst met aandachtspunten is opgesteld, die door NAM zijn meegenomen in de selectieleidraad. NAM houdt de Dialoogtafel op de hoogte van de voortgang, zodat de Tafel betrokken blijft in het proces.
Zie antwoord vraag 3.
Ja, ik ben op de hoogte van deze geluiden. Binnen de Dialoogtafel wordt bezien of het mogelijk is om partijen beter te ondersteunen. Voor een aantal besluiten uit het Bestuurlijk Akkoord ligt de eindverantwoordelijkheid bij de akkoordpartijen zelf (of bijvoorbeeld bij het Waterschap, als het gaat om versterking van de infrastructuur). Echter: binnen deze beperkingen heeft de Dialoogtafel voldoende mandaat om invloed uit te kunnen oefenen op besluitvorming en over de invulling van de te nemen maatregelen.
Informatievoorziening richting alle verschillende partijen en geïnteresseerden is een voortdurend punt van aandacht. Er is al een aantal maatregelen genomen. Zo heeft NAM een Platform ingericht (www.namplatform.nl) waarop de laatste cijfers met betrekking tot de gaswinning, schadeafhandeling, veel gestelde vragen etc. worden geplaatst.
Daarnaast zal NAM een internetapplicatie uitrollen waarbij mensen individueel kunnen inloggen en bijvoorbeeld de status van hun schadeafhandeling kunnen zien. Ook worden er informatieavonden gehouden in het Regionale Informatiecentrum Gaswinning in het gemeentehuis van Loppersum en is er een onafhankelijke raadsman benoemd waar alle klachten samenkomen (www.onafhankelijkeraadsman.nl).