Ingediend | 16 september 2014 |
---|---|
Beantwoord | 6 oktober 2014 (na 20 dagen) |
Indiener | Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
Beantwoord door | Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | economie handel internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z15805.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-180.html |
De resterende schuld van de Roemeense overheid aan het sleep- en bergingsbedrijven consortium RWRC (Rostok Wreck Removal Consortium), waarvan Multraship de penvoerder is, is een ernstige zaak en heeft de aandacht van de regering. De Nederlandse overheid heeft hierover een intensieve dialoog met de Roemeense regering.
Ik constateer dat premier Ponta tijdens een persconferentie in het Roemeense parlement op 13 mei 2013 heeft gezegd dat Roemenië RWRC zal moeten betalen. Ook heeft de Minister van transport tijdens mijn bezoek aan Roemenië in april jl. gezegd dat Roemenië zijn schulden zal betalen. Ook uit de diverse andere gesprekken die gevoerd zijn tussen de Nederlandse en Roemeense regering over deze zaak, blijkt dat bij de Roemeense regering erkenning bestaat dat deze resterende schuld betaald dient te worden. Echter, helaas stel ik vast dat er nog niet overgegaan is tot betaling.
Zie antwoord op vraag 5.
Zie antwoord op vraag 5.
De afgelopen jaren is deze zaak herhaaldelijk en op verschillende niveaus onder de aandacht gebracht van de Roemeense autoriteiten en regeringsvertegenwoordigers. Zowel in Boekarest als in Den Haag. Daarbij wordt gewezen op de verantwoordelijkheid van Roemenië om zijn schuld te betalen alsmede de bindende uitspraak te respecteren van het internationale Hof van Arbitrage (van de internationale Kamer van Koophandel in Parijs) dat de rechtmatigheid van de claim van RWRC bevestigde. RWRC heeft de zaak voor het Internationale Hof van Arbitrage in Parijs gebracht en is in juni 2012 in het gelijk gesteld.
In 2014 is dit onderwerp zowel door Minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans gedurende zijn bezoek aan Boekarest in januari aan de orde gesteld alsook door mij tijdens de economische missie naar Roemenië afgelopen april. Onze gesprekspartners (waaronder de Roemeense Minister-President, de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Economische Zaken en de Minister van Transport) gaven allen aan dat Roemenië erkent dat de schuld bestaat en dat de Roemeense regering haar verplichtingen na zal komen.
De Nederlandse bewindvoerder heeft deze zaak ook aangekaart bij de Europese Investeringsbank (die een gedeelte van de financiering voor de werkzaamheden aan Roemenië heeft verleend). Tevens is de Europese Commissie geïnformeerd. De zaak wordt voortdurend door onze ambassadeur in Boekarest bepleit in gesprekken met de Roemeense overheid en regeringsvertegenwoordigers. De overheid blijft deze zaak onder de aandacht brengen en benadrukt de noodzaak dat Roemenië aan haar verplichtingen voldoet.
De Europese Investeringsbank heeft een lening voor een gedeelte van de kosten voor het betreffende project verschaft via de Roemeense staat, die vervolgens deze gelden ter beschikking heeft gesteld aan staatsbedrijf AFDJ. Naar aanleiding van contacten met Multraship en ook in het kader van de formele klacht die Multraship bij het EIB klachtenmechanisme heeft ingediend in april 2013, is de Europese Investeringsbank in dialoog met de Roemeense autoriteiten. De klacht gaat niet over de juiste besteding van door de Europese Investeringsbank aan de Roemeense staat verstrekte gelden, maar gaat over de rol van de Europese Investeringsbank voor wat betreft bevorderen van naleving van de betalingsverplichtingen van het Roemeense staatsbedrijf AFDJ inzake de door Multraship gemaakte meerkosten, zoals bevestigd via internationale arbitrage. Nederland heeft geen inzage in de vertrouwelijke communicatie tussen de Europese Investeringsbank en de Roemeense autoriteiten. De Nederlandse bewindvoerder heeft er bij de Bank op aangedrongen dat men al het mogelijke doet om betaling van Multraship te bevorderen. Dit najaar volgt naar verwachting het rapport van de onafhankelijke klachtenprocedure van de EIB, waaruit duidelijk moet worden of de EIB als co-financier in deze voldoende heeft ondernomen om betaling van Multraship te bewerkstelligen. Afhankelijk van de aanbevelingen die hieruit voortvloeien, kan het management van de EIB besluiten tot aanvullende actie ter bevordering van betaling van Multraship door AFDJ.
Wij zijn bekend met één ander bedrijf dat een betalingsprobleem heeft met de Roemeense overheid. Er zijn ook Nederlandse bedrijven die betalingsproblemen hebben in andere landen. Dit betreft bedrijfsvertrouwelijke informatie die ik niet openbaar maak. Vaak is openbaarmaking van dergelijke gevallen ook niet bevorderlijk voor een goede afloop. Bedrijven die betalingsproblemen hebben met overheden in het buitenland helpt de Nederlandse overheid door advies te geven hoe dergelijke zaken het meest effectief opgelost kunnen worden, hun zaak wordt bepleit (op verschillende niveaus) in gesprekken met overheids- en regeringsvertegenwoordigers en er worden gesprekken gearrangeerd voor deze bedrijven bij hun opdrachtgevers. Indien er andere (internationale) organisaties of landen bij betrokken zijn, gebruiken wij ook die kanalen om de zaak te bepleiten, de druk op te voeren en herhaaldelijk te wijzen op de verantwoordelijkheid van een overheid om verplichtingen na te komen.
Tijdens de voorbereidingsbijeenkomst van een handelsmissie worden bedrijven altijd geïnformeerd over het ondernemingsklimaat in het land waar de economische missie plaats vindt.