Ingediend | 2 september 2014 |
---|---|
Beantwoord | 22 september 2014 (na 20 dagen) |
Indiener | Ingrid de Caluwé (VVD) |
Beantwoord door | Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie media |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z14691.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-59.html |
Ja.
Zoals bekend functioneren door het Ministerie van Buitenlandse Zaken gesubsidieerde (maatschappelijke) organisaties «op afstand» en daarmee onafhankelijk van het Ministerie. De subsidie aan RNW valt, gezien de activiteiten van de organisatie, onder de begroting van de Minister van Buitenlandse Zaken. De Minister en het Ministerie bemoeien zich niet met interne personeelszaken van gesubsidieerde (maatschappelijke) organisaties. Met de directie van RNW vindt wel geregeld overleg plaats.
Tot 1 januari 2013 viel RNW onder de Mediawet en was het de organisatie niet toegestaan om inkomsten van derden te verwerven. In het meerjarenbeleidsplan waarop de subsidie is gebaseerd, is een ingroeimodel afgesproken waarbij RNW vier jaar de tijd krijgt om een diversificatie van financiering op te bouwen. Daarmee is in het eerste jaar reeds een begin gemaakt.
Halverwege de subsidietermijn zal inderdaad een tussentijdse evaluatie worden uitgevoerd door een externe evaluator. Deze zal begin 2015 worden uitgevoerd.
Bij de overgang van RNW van de begroting van het Ministerie van OCW naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn twee van de drie kerntaken van RNW geschrapt: het informeren van Nederlandstaligen in het buitenland en het verspreiden van een realistisch beeld van Nederland in het buitenland. Het subsidiebedrag van 14 miljoen euro per jaar verhoudt zich tot de derde en resterende kerntaak, zijnde het voorzien in onafhankelijke informatie in landen met een informatieachterstand. Bij hogergenoemde overdracht is ervoor gezorgd dat RNW beschikt over een continuïteitsreserve om risico’s in de bedrijfsvoering op te kunnen vangen. Dit weerstandsvermogen was voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken een vereiste bij het afgeven van de subsidiebeschikking.
Met RNW vindt geregeld overleg plaats. Dat wordt voortgezet. Zoals hierboven aangegeven zal de onafhankelijke evaluatie begin 2015 plaats vinden.