Ingediend | 20 augustus 2014 |
---|---|
Beantwoord | 10 september 2014 (na 21 dagen) |
Indieners | Louis Bontes (GrBvK), Joram van Klaveren (GrBvK) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | migratie en integratie openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z14193.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2977.html |
Ja.
Het is juist dat al langere tijd een (mogelijk wisselende) groep niet-rechtmatig verblijvende vreemdelingen panden kraakt in de gemeente Amsterdam. Ik heb uw Kamer al eerder geïnformeerd over het beleid dat de gemeente Amsterdam met betrekking tot kraakpanden hanteert. Nog recentelijk op 20 augustus 2014 heeft burgemeester Van der Laan in een brief uiteengezet dat Amsterdam niet ontruimt voor leegstand en dat de eigenaar van een gekraakt pand daarom moet aangeven hoe het pand na ontruiming direct in gebruik wordt genomen. Het pand waarnaar het bericht uit vraag 1 van deze set verwijst betrof een pand waarvoor de eigenaar een duidelijke bestemming had en de krakers is ingevolge het Amsterdamse beleid dan ook het vertrek uit het pand aangezegd. Hieraan is door deze groep uiteindelijk gehoor gegeven.
Niet-rechtmatig verblijvende vreemdelingen hebben een wettelijke vertrekplicht en dienen daaraan gehoor te geven. Het rijk voert een beleid waarbij in beginsel geen onderdak wordt geboden aan (uitgeprocedeerde) niet-rechtmatig verblijvende vreemdelingen die geen invulling geven aan die vertrekplicht. Daar waar zicht op uitzetting bestaat wordt in voorkomende gevallen overgegaan tot vreemdelingenbewaring, om vanuit bewaring het vertrek te realiseren. Als geen zicht op uitzetting bestaat, bijvoorbeeld omdat een herkomstland niet meewerkt aan gedwongen vertrek, kan het instrument vreemdelingenbewaring niet worden toegepast.
Ik meen dat het hiervoor beschreven uitgangspunt van de gemeente Amsterdam niet kan worden geduid als structurele ondermijning van de wet door het faciliteren van asielzoekers. Er is enkel al om die reden geen aanleiding om over te gaan tot maatregelen zoals in de vraag voorgesteld. Dat neemt niet weg dat ik het van belang vind een open dialoog met gemeenten te houden over problemen waarvoor gemeenten zich gesteld zien. Recent heb ik in dat verband ook gesproken met burgemeester Van der Laan.
Het is juist dat het in meerdere gevallen complex blijkt om personen die niet-rechtmatig in Nederland verblijven tot vertrek te bewegen. Dit is met name aan de orde indien het land van herkomst van de betreffende vreemdelingen niet of onvoldoende meewerkt aan eventueel gedwongen vertrek. Het kabinet zet zich ertoe in om meer herkomstlanden ertoe te bewegen eigen onderdanen terug te nemen, ook waar het gaat om gedwongen terugkeer. Nederland heeft dit onderwerp op de Europese agenda gezet. Dit is van belang omdat een EU-brede inzet kan bijdragen aan de oplossing van dit probleem waar niet enkel Nederland zich mee geconfronteerd ziet, maar ook alle andere lidstaten. Overigens werken de meeste herkomstlanden wel mee aan (gedwongen) vertrek. Ik meen ook dat de kwalificatie van een falend Nederlandse asielbeleid niet op zijn plaats is. In de eerstvolgende rapportage vreemdelingenketen zal ik uw Kamer zoals gebruikelijk informeren over de recente terugkeercijfers.
Nog los van de feitelijke mogelijkheden daartoe en de overige consequenties daarvan, zie ik daartoe op grond van de inhoud van het migratiedossier geen aanleiding. Het migratiedossier, en ook het terugkeerdossier daarbinnen, is bij uitstek een dossier dat niet goed binnen de eigen landsgrenzen kan worden opgelost of vormgegeven. Juist een gezamenlijke Europese inzet is essentieel om tot (deel)oplossingen te komen.