Ingediend | 13 augustus 2014 |
---|---|
Beantwoord | 22 september 2014 (na 40 dagen) |
Indieners | Sjoerd Sjoerdsma (D66), Wassila Hachchi (D66) |
Beantwoord door | Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD), Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA) |
Onderwerpen | migratie en integratie organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z14012.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-60.html |
Ik heb kennis genomen van het artikel.
Betrokkene heeft voor de Nederlandse militaire missie in Uruzgan tolkwerkzaamheden verricht. Het is Nederlands beleid om tolken die werkzaam zijn voor een militaire missie, niet in beeld te brengen. Indien betrokkene tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden door de BBC herkenbaar in beeld is gebracht, is dat ongelukkig.
Zie antwoord vraag 2.
Als uw Kamer bekend, ben ik terughoudend met het verstrekken van informatie over een individuele zaak. In deze situatie heeft betrokkene er zelf voor gekozen om zijn verhaal te doen in de krant. In dit specifieke geval verwijs ik uw Kamer naar de rechterlijke uitspraak van 6 augustus jl. die bij het krantenartikel was gevoegd. Hierin onderschrijft de rechter het standpunt van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) dat Noorwegen verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Betrokkene heeft zijn volledige asielrelaas kunnen vertellen aan de Noorse autoriteiten. Daarnaast mag er volgens de rechter op worden vertrouwd dat de Noorse autoriteiten op basis van het volledige asielrelaas van betrokkene hebben beoordeeld of hij gevaar loopt bij terugkeer naar Afghanistan. Dat betrokkene niet voor Noorwegen tolkwerkzaamheden heeft verricht, doet geen afbreuk aan het vertrouwen dat in de Noorse autoriteiten mag worden gesteld. Het Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag voor de bescherming van de Rechten van de Mens en fundamentele vrijheden zoals dat geldt voor Nederland, vormen immers ook voor Noorwegen het primaire toetsingskader voor de beoordeling van de asielaanvraag.
Noorwegen is na de beoordeling van de asielaanvraag tot de conclusie gekomen dat er geen gronden zijn om aan te nemen dat betrokkene te vrezen heeft voor vervolging of onmenselijke behandeling. Na het doorlopen van een volledige asielprocedure in Noorwegen van 2011 tot eind 2013, heeft betrokkene nog een asielverzoek ingediend in Duitsland. In derde instantie heeft betrokkene zich voor bescherming tot Nederland gewend. Er waren in dit geval voor Nederland geen bijzondere individuele omstandigheden die noopten om – in afwijking van de hoofdregel van de Dublinverordening – de verantwoordelijkheid voor de asielbeoordeling over te nemen en de beoordeling van het volledige asielrelaas door de Noorse autoriteiten, over te doen. Het enkele feit dat iemand een beperkte periode voor een Nederlandse missie heeft gewerkt, is onvoldoende om de verantwoordelijkheid voor de behandeling van een asielaanvraag over te nemen. Gezien het vorenstaande mag er immers vanuit worden gegaan dat Nederland na een inhoudelijke beoordeling tot een zelfde uitkomst zou zijn gekomen als Noorwegen.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
De Minister van Defensie heeft in haar brief4 van 2 juni jl. laten weten individuele gesprekken te voeren met een groep van 25 tolken Afghaans, die als Nederlands militair zijn ingezet tijdens de ISAF-missie en aan deze missie gezondheidsklachten hebben overgehouden. Met al deze tolken is inmiddels individueel gesproken. Mede op grond van deze gesprekken is het Ministerie van Defensie in juli 2014 gestart met herstelbetalingen aan deze tolken. De laatste betalingen zijn voor eind oktober 2014 voorzien. Deze herstelbetalingen houden verband met de geconstateerde rechtspositionele tekortkomingen zoals beschreven in de brief5 van de Minister van Defensie van 20 juni jl. Het Ministerie van Defensie blijft in gesprek met deze tolken en werkt aan oplossingen voor de gezondheidsklachten die spelen bij deze groep. Voor de behandeling van de gezondheidsklachten worden de tolken intensief begeleid door het Dienstencentrum Re-integratie en het ABP.
Als een lokale Afghaanse tolk die voor een Nederlandse missie werkte, om die reden, een beroep doet op asielbescherming door Nederland, geldt het kader zoals beschreven in de antwoorden van 24 juni 2013 van de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken op de Kamervragen waaraan u refereert in vraag 5 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 2681).
Het uitgangspunt van het Nederlandse asielbeleid is dat er geen asielverzoek op de diplomatieke post kan worden ingediend. Slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer de vreemdeling zich in een acute noodsituatie bevindt en banden met Nederland heeft, kan in het land van herkomst bij de Nederlandse autoriteiten om asielbescherming in Nederland worden gevraagd. Vanuit een verantwoordelijkheid jegens deze lokale Afghaanse tolken, is daarom een afspraak gemaakt tussen de betrokken ministeries voor de behandeling van individuele verzoeken om asielbescherming van deze groep. Ambtelijke vertegenwoordigers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) of van Defensie kunnen een asielverzoek van een lokale Afghaanse tolk per brief voorleggen aan de IND. In deze brief wordt onder meer ingegaan op de werkzaamheden van betrokkene, de problemen en dreiging waar hij mee te maken heeft, tegen de achtergrond van de actuele situatie in Afghanistan. Indien de IND op basis hiervan besluit dat er voldoende grond is om een asielaanvraag in behandeling te nemen, verleent BZ een inreisvisum. Betrokkene kan vervolgens een asielaanvraag in Nederland indienen. Het gaat hierbij niet om een collectieve regeling, de asielaanvragen worden op individuele basis beoordeeld.
De overdracht naar Noorwegen heeft nog niet plaatsgevonden.
Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken van Defensie, dat de schriftelijke vragen van de leden Sjoerdsma en Hachchi over het bericht Nederland weigert eigen tolk asiel (ingezonden 13 augustus 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.